Kenmerken:De bovenzijde van de Blauwborst is bruin van kleur, de onderzijde is grijs en lichter dan de bovenzijde. De keel en de borst van het mannetje zijn in het zomerkleed helderblauw, met daaronder een zwarte en een bruine borstband. Het vrouwtje en het mannetje in het winterkleed hebben beide een witte keel en de basis van de staart is roestrood van kleur. De lengte van de Blauwborst varieert van 13-14 cm.
Omschrijving:Hoewel de poten van de Blauwborst iets langer zijn, doen gedrag en bouw denken aan de
roodborst, waaraan de vogel dan ook nauw verwant is. In het zomerkleed, waarin de vogel in Nederland altijd te zien is, voorkomt de kleur van de borst van het mannetje echter iedere verwarring. Deze is namelijk helder blauw met een oranjerode of witte vlek in het midden. In de winter lijken de mannetjes op de vrouwtjes, de blauwe borst heeft dan plaats gemaakt voor een witte keel.
Het voedsel van de Blauwborst bestaat onder andere uit insecten en kleine vruchten. Het nest bevindt zich doorgaans dicht bij de grond en is goed verstopt. De zang van de Blauwborst is gevarieerd en ook 's nachts vaak te horen.
In Nederland komen twee ondersoorten voor, de Witsterblauwborst (
Luscinia svecica cyanecula) en de Roodsterblauwborst (
Luscinia svecica svecica). De ondersoorten zijn te onderscheiden doordat het mannetje van de Witsterblauwborst in het zomerkleed een witte vlek op de blauwe borst heeft, terwijl deze vlek bij de Roodsterblauwborst, inderdaad, rood is. Er zijn in Nederland ruim 10.000 broedparen.