Rob Tjalkens' foto's: Blog https://tjalkens.zenfolio.com/blog en-us (C) Rob Tjalkens' foto's [email protected] (Rob Tjalkens' foto's) Thu, 03 Aug 2023 13:34:00 GMT Thu, 03 Aug 2023 13:34:00 GMT https://tjalkens.zenfolio.com/img/s/v-12/u714391464-o717819267-50.jpg Rob Tjalkens' foto's: Blog https://tjalkens.zenfolio.com/blog 80 120 HET ANGLO-AMERIKAANSE NEOLIBERALISME https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/het-anglo-amerikaanse-neoliberalisme HET ANGLO-AMERIKAANSE NEOLIBERALISME

 

Inleiding

Laissez-faire, laissez-passer, le monde va de lui même (Vincent Gournay).

Dit credo van de vrije markt zou dateren van het begin van de 18e eeuw. Vanaf 1776 zou deze markt worden gestuurd door de onzichtbare hand van Adam Smith en tot op de dag van vandaag draait de economie in o.m. de westerse wereld nog steeds op basis van dit kapitalistische stelsel. Het idee achter de 'onzichtbare hand' is dat mensen, die handelen uit eigenbelang, vaak gelijktijdig bijdragen aan de gemeenschap, zelfs als dit niet hun intentie is. In zijn boeken maakte Smith duidelijk dat er nogal wat randvoorwaarden noodzakelijk zijn om de 'onzichtbare hand' efficiënt te laten werken.

Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft dit kapitalistische stelsel in grote delen van de westerse wereld de vorm aangenomen van het Anglo-Amerikaanse neoliberalisme (hierna kortweg aangeduid als 'het neoliberalisme'), of werden hiervan essentiële kenmerken geadopteerd. De randvoorwaarden, die Smith noodzakelijk oordeelde voor het functioneren van zijn geesteskind, worden in het neoliberalisme verregaand veronachtzaamd. De maatschappelijke gevolgen hiervan blijken ingrijpend.

In het hierna volgende zal worden uiteengezet welke de onderscheidende kenmerken zijn van het neoliberalisme en tot welke gevolgen deze kenmerken hebben geleid. Voorts wordt aandacht besteed aan de invloed van het neoliberalisme op de overheid in Nederland en aan de consequenties hiervan. Vervolgens wordt de maatschappelijke impact van het neoliberalisme belicht, waarna het neoliberale thema wordt afgerond onder het kopje 'Conclusie'.

Hierna wordt tot besluit een pad geschetst dat zou kunnen leiden naar een betere toekomst.

Omwille van de leesbaarheid van dit artikel is een elftal onderwerpen apart uitgewerkt, dewelke via een in de tekst bijgevoegde link, c.q. separaat op deze blog, geraadpleegd kunnen worden.

Kenmerken van het neoliberalisme
“Het neoliberalisme is de gedachte dat de markt altijd gelijk heeft. Vanuit dit principe tracht die de staat te ontmantelen en publieke taken door de markt te laten uitvoeren. Privatisering en deregulering vormen de kern. Politiek wordt gereduceerd tot het slaafje van de economie.”

En: “Publieke taken moeten niet overgelaten worden aan de onverantwoordelijke hebzucht van de markt.”

Aldus Frank Ankersmit, filosoof, historicus en voormalig VVD-ideoloog tijdens een interview in 2009. Omdat de VVD, waarvan Ankersmit jarenlang de huisfilosoof was, zich 'bekeerde' tot het neoliberalisme, verliet hij deze partij, aangezien de VVD hiermee in zijn ogen het liberalisme de rug had toegekeerd. (https://www.filosofie.nl/het-neoliberalisme-is-niet-liberaal/)

De verspreiding van het neoliberalisme in de westerse wereld vond plaats op initiatief van de VS (Reagan) en het VK (Thatcher). Dit geschiedde in het begin van de jaren tachtig van de twintigste eeuw, waarna het uiteindelijk de dominante economische filosofie werd in de westerse wereld. Deze verspreiding werd mede bewerkstelligd door de toepassing van de uitgangspunten door de Wereldbank en het IMF die, onder de noemer van de Washington Consensus, hierbij nauw samenwerkten met de Amerikaanse Treasury. De steun die deze organisaties hebben verleend aan ontwikkelingslanden heeft westerse multinationals vermoedelijk meer goed gedaan dan de landen die geholpen werden.

Friedrich von Hayek, maar met name ook Milton Friedman zijn de aartsvaders van deze vorm van het neoliberalisme. Bij de implementatie van hun economische filosofie speelde de Chicago School of Economics, alwaar Friedman hoogleraar was, een belangrijke rol.

Centraal in hun opvattingen stonden de begrippen marktwerking en vrijhandel. De onbelemmerde werking van de vrije markt vormde de beste garantie voor een optimaal verlopend economisch proces, wat in hun opvattingen kennelijk impliceerde een maximale winst voor het (grote) bedrijfsleven, mede te realiseren door het minimaliseren van de kosten. Ieder overheidsingrijpen op die vrije markt zou leiden tot verstoring van die markt en een kostenverhogend effect hebben, hetgeen coût que coût moest worden vermeden. Ik noem de categorie grote bedrijven hierna gemakshalve Big Business, waarbij gedoeld wordt op grote, invloedrijke bedrijven in de orde van grootte van Amazon, Bayer/Monsanto, Tesla, Shell, Pfizer, Google, etcetera. Derhalve niet het midden- en kleinbedrijf (het mkb), omdat deze niet over een zelfde machtspositie beschikken als Big Business.

Een ander kenmerk van het neoliberalisme vormde de deregulering. Deze beleidsdoelstelling was gericht op het schrappen van al die regels, die tot een verhoging van de kosten voor het bedrijfsleven zouden kunnen leiden.

Een ander speerpunt van het neoliberale beleid was het uitschakelen van de invloed van vakbonden, dit om de (loon)kosten voor het bedrijfsleven zo laag mogelijk te houden. Zonder de steun van een vakbond stond de individuele arbeider immers tamelijk machteloos tegenover zijn (mogelijke) werkgever.

Over de overheid hadden de neoliberalen een uitgesproken mening, door Ronald Reagan als volgt verwoord: 'De overheid is niet de oplossing voor onze problemen; de overheid is zelf het probleem.'
Daarom streefden de neoliberalen naar een
kleine overheid, met bij voorkeur een beperkt aantal taken, waaronder de politie en defensie.

Daarnaast had de overheid wel de verantwoordelijkheid om nieuwe markten te scheppen, door de privatisering van een aantal publieke taken, zoals de zorg, de PTT, nutsbedrijven (gas, water, licht) en het publieke transport.

Een ander kenmerk vormde het streven naar bezuinigingen bij de overheid. Dan had die overheid minder belastinggeld nodig, wat zou leiden tot een verlaging van de belastingdruk voor het bedrijfsleven.

Wat opvalt bij deze neoliberale filosofie is dat deze uitsluitend gericht is op de bevordering van de financiële belangen van het (grote) bedrijfsleven, wellicht vanuit de veronderstelling dat de voordelen van dit bedrijfsleven wel zouden afstralen op de burger (trickle down economics). In de afgelopen veertig jaar is van dit effect echter weinig tot niets gebleken. Overigens speelt de burger in de neoliberale filosofie geen rol, of het zou die van consument moeten zijn.

De consequenties van het neoliberalisme
Veertig jaar ervaring heeft aangetoond dat maatschappelijk verantwoord ondernemen geen onderdeel uitmaakt van het DNA van het neoliberalisme en dus ook niet van de (grote) bedrijven die deze filosofie aanhangen. Het dereguleringsbeleid ligt hier mede aan ten grondslag. Zie: De gevolgen van het neoliberale deregulerings- en arbeidskostenbeleid
De invloed van dit beleid lijkt zich zelfs uit te strekken tot de kartelwetgeving. De indruk bestaat namelijk dat de handhaving van deze wetgeving, in ieder geval in de VS, niet altijd even strikt wordt nageleefd. Zie: De gevolgen van het neoliberalisme voor de monopolie-, c.q. de kartelvorming

Volgens de opvattingen van Adam Smith strekte de vrije markt tot voordeel van alle deelnemende partijen en per saldo van de maatschappij als geheel. Dit kon omdat er sprake was van een zekere machtsbalans tussen vraag en aanbod, mede bewerkstelligd door het optreden van de overheid. Daarnaast ging Smith ervan uit dat het nastreven van het eigen belang van de kant van het bedrijfsleven niet mocht ontaarden in een vorm van egoïsme. Het waren deze vangrails die moesten voorkomen dat het kapitalistische stelsel, ten koste van de burger, uit de bocht zou vliegen en nu net deze vangrails zijn door het neoliberalisme bewust geëlimineerd. Dit gebeurde op de volgende wijze. Enerzijds werd de macht van de vakbonden gebroken, of werden vakbondsleden door de betreffende bedrijven geweerd, terwijl anderzijds de overheid zoveel mogelijk in zijn regelgevende taken en bevoegdheden werd gekortwiekt.

Dit laatste geschiedde onder meer door privatisering, belastingverlaging en bezuinigingen.

Ten aanzien van de privatiseringen luidt de conclusie dat ze niet hebben geleid tot de voorspelde prijsdalingen. Wat wel daalde waren de geleverde kwaliteit en de service. Zie: Privatisering, een speerpunt van het neoliberalisme

Door het uitschakelen van de vakbonden en het kortwieken van de overheid werd de tegenmacht, die in de opvatting van Smith noodzakelijk was voor de machtsbalans tussen vraag (de burger) en aanbod (het (grote) bedrijfsleven), vakkundig ontmanteld.

Als gevolg hiervan kon Big Business onbelemmerd profiteren van de 'zegeningen' van dit beleid en werden grote winsten gemaakt. Inmiddels blijkt uit een recent onderzoek van het IMF dat de winsten van deze bedrijven nog eens extra zijn toegenomen tijdens de energiecrisis. Misbruik makend van de financiële onzekerheid in deze periode hebben zij hun prijzen dusdanig verhoogd, dat de inflatie in Europa bijna twee keer hoger is uitgevallen dan anders het geval zou zijn geweest. Dit bracht Robert Reich in de Guardian van 10 juli 2023 tot de conclusie: “They’re enriching those at the top while imposing a big penalty on everyone else.”

Een ander gevolg van het neoliberale beleid was de creatie van een aanbodgestuurde markt. Het was Big Business die op deze markt zijn producten aanbood, waarbij de consument gepushed werd om die te kopen. Zie: Het consumentisme, als strategie van het neoliberale economische beleid

Hiermee is het zogenaamde consumentisme geïntroduceerd, hetwelk met name wordt gedreven door het winstbejag van Big Business. Dit winstbejag heeft ingrijpende gevolgen voor zowel de natuur als het klimaat. Zie: De gevolgen van het neoliberale beleid voor de natuur en het klimaat

Door het ontbreken van de hiervoor beschreven tegenmacht heeft Big Business de ruimte gekregen om, bij groeiende productiecijfers en stijgende winsten, de lonen voor de werknemers gedurende de afgelopen veertig jaar te bevriezen, terwijl het inkomen van de top van deze bedrijven en van de aandeelhouders soms tot extravagante hoogte steeg. Daarnaast heeft zij paal en perk weten te (laten) stellen aan allerhande regelgeving, die bedoeld was om de gezondheid/veiligheid van de burger dan wel van het milieu te beschermen. Zie: Het gevaar van een ongebreidelde macht van Big Business in het neoliberale model

Big Business slaagde in deze opzet omdat zij de politiek wist te beïnvloeden, c.q. te corrumperen. Met name in de VS heeft deze vorm van beïnvloeding een grote vlucht genomen, maar ook de instituties van de EU blijken hierdoor te worden aangetast. Op 11 juli 2023 schrijft de Guardian: “ EU to drop ban of hazardous chemicals after industry pressure.” En: “The EPP first proposed a regulatory moratorium [to] delay those acts that would unnecessarily increase costs for businesses. Its move coincided with an announcement by the German chemicals giant BASF of a “permanent” downsizing in Europe, which it linked to “overregulation”. De European People's Party (EPP) is de politieke partij waarvan de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, lid is. Natuurlijk doneert de chemische industrie, ook in Europa, ruimhartig aan de politiek. Onnodig te zeggen dat de ban beoogde om de gezondheid van de burgers te beschermen (tegen o. m. PFAS). Er was inmiddels berekend dat het weren van deze chemicaliën een bedrag aan medische kosten zou besparen (tussen de € 11 en € 31 miljard) dat 10 maal hoger zou zijn dan het financiële nadeel voor de chemische industrie. Het is schrijnend om te beseffen welk menselijk leed schuil gaat achter deze medische kosten. Het is al even schrijnend om te beseffen dat deze chemische bedrijven bereid zijn om zoveel menselijk leed te veroorzaken, uitsluitend voor geldelijk gewin. Reeds in de 18de eeuw waarschuwde Adam Smith tegen dit soort egoïsme van het bedrijfsleven. Zie: De gevolgen van het neoliberalisme op politiek terrein  Ook heeft Big Business zijn invloed en vermogen aangewend om minder of geen belasting te betalen. Mede als gevolg hiervan bevindt de infrastructuur in de VS zich al jaren in een staat, een derde wereldland onwaardig, maar de belastingparadijzen varen er wel bij. Zie: De belastingmoraal van Big Business ondermijnt de integriteit van de burger

Door het neoliberale beleid is zowel de inkomens- als de vermogenskloof tussen enerzijds een klein groepje rijken en anderzijds de rest van de maatschappij aanzienlijk vergroot, hetgeen in toenemende mate leidt tot maatschappelijke onvrede. Zie: Het neoliberalisme veroorzaakt een groeiende inkomenskloof in de maatschappij

Ook op de financiële sector heeft de geest van het neoliberalisme zijn invloed gehad; er is in deze sector een mentaliteit ontstaan die het best omschreven kan worden met de woorden 'Greed is good'. De financiële crisis van rond 2008 was hiervan het directe gevolg, een gebeurtenis waarvan ook de burgers jarenlang de effecten, in de vorm van bezuinigingen, hebben gevoeld. Zie: De neoliberale invloed op de financiële sector

Daarnaast bleek de opvatting van het neoliberalisme, dat op een volkomen vrije markt sprake zou zijn van een eerlijke prijsvorming, te berusten op een onjuiste voorstelling van zaken. Op zo'n vrije, ongereguleerde, markt heerst namelijk het recht van de sterkste en wat dit betekent hebben de maatschappij en veel werknemers in de afgelopen veertig jaar aan den lijve mogen ondervinden.

De invloed van het neoliberalisme op het functioneren van de overheid
In Nederland hebben meerdere politieke partijen het neoliberalisme omarmd. Te denken valt aan de PvdA met Kok en Bos, het CDA met Balkenende en Buma en de VVD met Rutte. Als gevolg hiervan heeft een substantieel gedeelte van het electoraat van de PvdA en van het CDA zich van deze partijen afgewend. Dit geldt niet voor de VVD, omdat deze partij zijn kiezers al van meet af aan heeft voorgehouden de partij te zijn voor het bedrijfsleven.

Onder invloed van deze partijen werd de Nederlandse overheid 'besmet' met een aantal neoliberale uitgangspunten, wat tot gevolg had dat de opstelling van de overheid jegens de burger is veranderd.

Uitgangspunt was dat de overheid als een bedrijf moest worden gerund. Bezuinigen en kostenbeheersing stonden centraal, terwijl er binnen deze overheid plotseling gesproken werd in termen van management, klantbehandeling, efficiency en dergelijke.
Dit neoliberale bezuinigingsbeleid van de overheid heeft verregaande maatschappelijke consequenties. Zo werd er serieus bezuinigd op de sociale voorzieningen. Maar ook de andere onderdelen van het overheidsbeleid vielen ten prooi aan deze bezuinigingsdrift, zoals de (jeugd)zorg, de politie, het onderwijs, de rechterlijke macht, de belastingdienst enz, enz. Van dit beleid plukt de Nederlandse maatschappij tot op de dag van vandaag de wrange vruchten, want geen van de betrokken diensten is nog in staat om zijn taak op het vereiste niveau te vervullen.

Tevens heeft de overheid de ééndimensionale financiële opvattingen van deze filosofie overgenomen en geënt op haar bestuurlijke taak. Hierdoor bekeek de overheid de burger steeds meer door een financiële bril en had zij daardoor niet langer oog voor de constitutionele waarden, die zij ook verondersteld werd te behartigen ter bescherming van de burger. Aldus verzaakte de overheid zijn beschermende taak ten opzichte van die burger en trad zij op als een wantrouwende boekhouder, gericht op het afrekenen van 'de klant' op diens vermeende neiging tot fraude. Geen wonder dat die burger het gevoel kreeg dat de overheid er niet meer was voor hem. Het Toeslagenschandaal illustreert op pijnlijke wijze de veranderde opstelling van de overheid. Ook de weinig empathische wijze, waarmee de overheid zich opstelde ten opzichte van de gedupeerde Groningers, getuigt van deze nieuwe opstelling van de overheid.

In het kader van de neoliberalisering van de overheid werd bij deze overheid in Nederland een nieuw type manager geïntroduceerd. Deze persoon managed de organisatie, maar hij hoeft niet te beschikken over de deskundigheid, die nodig is om ook inhoudelijk leiding te kunnen geven aan het werk op een betreffend departement, directoraat of afdeling. Een logische consequentie is dat deze manager meer zal moeten sturen op basis van cijfers, hetgeen een zekere bureaucratisering in de hand werkt. Deze visie op het begrip manager resulteerde in een afwaardering van werkgerelateerde deskundigheid, iets wat bij een specialistische organisatie als de belastingdienst tot schadelijke gevolgen heeft geleid. Deze gevolgen, in combinatie met het bezuinigingsbeleid en een onrealistische taakstelling, hebben geleid tot de problemen waarmee de Belastingdienst heden ten dage worstelt.

Deze nieuwe managementcultuur zie je niet alleen bij de overheid, maar ook bij organisaties waar geprivatiseerde taken worden uitgevoerd, zoals bij de zorg. Luidkeels klinkt de klacht dat de bureaucratisering binnen de zorg ten koste gaat van de productieve uren van de operationele medewerkers. Ditzelfde probleem geldt voor de huisarts. Deze is wel een derde van zijn tijd kwijt aan de verslaglegging van zijn werkzaamheden, tijd die hij niet aan zijn patiënten kan besteden. Het is deze bureaucratische druk in zowel de reguliere zorg als ook bij veel huisartsen, die een groeiend aantal mensen doet besluiten om voor een ander vak te kiezen.

De maatschappelijke gevolgen van het neoliberalisme
De stelling dat de vrije markt leidt tot lage prijzen kan met een eenvoudig praktijkvoorbeeld naar het rijk der fabelen worden verwezen. De farmaceutische industrie behoort tot de categorie Big Business. Hun medicijnen zijn het duurste in het land met de meest vrije markt in de westerse wereld, te weten de VS. In Europa zijn de prijzen significant lager. Dat komt omdat deze medicijnen in Europa op EU niveau, dan wel op Lidstaat of een ander centraal niveau worden aangeschaft, terwijl deze in de VS rechtstreeks, via de vrije markt, aan de consument worden geleverd. Het is dus niet de vrije markt, maar de georganiseerde tegenmacht in Europa die zorgt voor een lagere prijs.

Gebleken is dat de vrije markt, in zijn neoliberale hoedanigheid, leidt tot ontwrichting van de maatschappij. Het systeem faciliteert de winstmaximalisatie door Big Business, welke winst wordt uitgekeerd aan de leiding van de organisatie en aan de aandeelhouders. Ondanks de fors gegroeide winsten van Big Business zijn de lonen van de werknemers over de afgelopen veertig jaar niet of nauwelijks gestegen. Deze drang om de arbeidskosten zo laag mogelijk te houden riekt naar uitbuiting, mogelijk gemaakt door de uitschakeling van de tegenmacht. Hierdoor is de arbeidsrelatie tussen de werkgever en de werknemer van aard veranderd. Deze is zakelijker geworden en ook vluchtiger, mede door de introductie van flexibele contracten. Dit tast het gevoel van zekerheid bij veel werknemers en hun familie aan.

Een ander negatief maatschappelijk gevolg vormt de toename van stress, die in de Nederlandse maatschappij steeds duidelijker waarneembaar wordt. De psychoanalyticus Paul Verhaeghe heeft onder de titel 'Onbehagen' een boek het licht doen zien dat gewijd is aan een groeiend gevoel van onbehagen onder burgers, als gevolg van de door het neoliberalisme doorgevoerde individualisering van de maatschappij. Toch, aldus Verhaeghe, hebben we eerst en vooral behoefte aan verbondenheid: ‘Pas wanneer deze voldoende stevig is, kunnen we onze autonomie waarmaken.’ (De Volkskrant, 6-7-2023.)

Die verbondenheid werd door het neoliberalisme met opzet gesloopt, hetgeen Margareth Thatcher als volgt verwoordde:” There is no such thing as society, there are individual men and women etc.”

Overal zie je mensen met een steeds korter wordend lontje, of het nu in het verkeer is, of in het voetbalstadion. Als één van de oorzaken van deze ontwikkeling zie ik de druk, waaronder veel Nederlandse werknemers moeten presteren. Bezuinigingen c.q. een tekort aan personeel vormen een belangrijke oorzaak van deze verhoogde werkdruk. Ook wordt deze werkdruk mede in de hand gewerkt door het hiervoor beschreven verschijnsel van het consumentisme.

Deze verhoogde druk manifesteert zich ook in het publieke debat, waar beledigingen en (doods)bedreigingen tot de dagelijkse kost behoren van politici en overheidsdienaren, waaronder politieagenten, brandweerlieden en verplegers. Het is vanwege doodsbedreigingen dat vicepremier en minister van Financiën Sigrid Kaag op 13 juli j.l. bekend heeft gemaakt dat zij uit de politiek stapt. Duidelijk is dat de sociale media een aanjagende rol vervullen bij dit type bedreigingen.

Nederland is dermate gestrest, dat op 16 juni 2023 een breed verbond van politieke partijen en maatschappelijke organisaties zich in een landelijk gepubliceerd manifest heeft uitgesproken tegen agressie en geweld.

Voor een meer uitgebreide toelichting op deze maatschappelijke stress verwijs ik U naar de volgende blog: Het consumentisme, als strategie van het neoliberale economische beleid 

Het maatschappelijk onbehagen houdt ook verband met het feit dat de burger zich in de steek gelaten voelt door de overheid. Deze heeft zich namelijk 'bekeerd' tot een aantal neoliberale uitgangspunten, als gevolg waarvan deze overheid de burger op financieel gebied steeds meer vanuit een wantrouwende grondhouding tegemoet treedt, terwijl zij haar beschermende taak ten opzichte van de burger verzaakt. Daarnaast heeft de overheid de burger ook op fiscaal terrein in de kou laten staan. De belasting op arbeid is significant hoger dan die op vermogen, terwijl nu juist die vermogens in de afgelopen decennia enorm zijn gestegen.

Dit samenstel van ontwikkelingen leidt tot de opkomst van het verschijnsel van 'de ontevreden burger', iets waar de populist gretig op inspeelt. Dit laatste zie je in Nederland, maar zeker ook in de VS en in het VK, de bakermatten van het neoliberalisme.

Deze ontwikkeling draagt het risico in zich dat hierdoor uiteindelijk de bijl zou kunnen worden gelegd aan de wortel van de democratie, een ontwikkeling waarvan de eerste tekenen zich in laatstgenoemde landen al hebben gemanifesteerd.

De beroemde Amerikaanse filosoof Noam Chomsky heeft de geest van het neoliberalisme, in zijn relatie tot de burger, treffend weten te vangen in de titel van zijn boekje uit 1999 over dit onderwerp, namelijk: 'Profit over People'.

 

Conclusie
Het neoliberalisme heeft bijgedragen aan een sterke economische groei in de westerse wereld. De met deze groei gepaard gaande winsten zijn, in lijn met de neoliberale filosofie, toegevallen aan een zeer klein deel van de maatschappij, namelijk de grote bedrijven en hun aandeelhouders. De rest van die maatschappij wordt geconfronteerd met de nadelen van dit economische model en dat zorgt voor veel maatschappelijke onvrede. Ruim veertig jaren lang zijn de salarissen laag gehouden, is het stressniveau in de maatschappij aanzienlijk gestegen, heeft de overheid bezuinigd op essentiële voorzieningen, zijn grondstoffen verkwist, heeft de overheid de belangen van de burger veronachtzaamd, is de invloed van het bedrijfsleven op het overheidsbeleid sterk toegenomen, is de kwaliteit van de natuur en het milieu in hoog tempo verslechterd en neemt de ontwikkeling van de klimaatverandering verontrustende vormen aan. Uitgangspunt van het neoliberalisme was dat die groei alleen kon worden bereikt door het bedrijfsleven de vrije hand te geven op een volkomen vrije markt.

Gebleken is echter dat die economische groei ook op een geheel andere manier gerealiseerd had kunnen worden.

In Azië waren namelijk landen die eveneens een sterke economische groei kenden. Voorbeelden hiervan zijn Japan en Zuid-Korea, maar ook China. In die landen was sprake van een door de staat geleide economie. In tegenstelling tot de westerse wereld lieten deze landen wel de financiële voordelen van die groei (mede) toegevallen aan grote delen van hun bevolking, waardoor het welvaartsniveau voor veel mensen in deze landen substantieel is gestegen.

Geconcludeerd moet worden dat het dus zeer wel anders had gekund en dus ook had gemoeten.

Noodzakelijke stappen voor een betere toekomst
1. Het economisch stelsel moet op de schop
Het huidige economische beleid zal drastisch moeten veranderen. Niet alleen heeft het geleid tot een gegroeide inkomenskloof en een verslechterd maatschappelijk klimaat, maar ook heeft het serieus bijgedragen aan een versnelde klimaatverandering. Willen we voorkomen dat de mensheid afstevent op een horror scenario van hittegolven, overstromingen en langdurige perioden van grote droogte, dan is voort ploeteren langs de gebaande paden geen oplossing, omdat het met name deze paden waren die ons gebracht hebben waar we nu zijn. Voor het neoliberalisme geldt wat mij betreft: R.I.P.

Derhalve zal deze op consumptie gerichte filosofie vervangen moeten worden door een economisch stelsel dat op een andere leest geschoeid zal zijn. In zo'n stelsel draait de economie niet meer ten dienste van het winstbejag van de producent, maar ten dienste van de leniging van de behoeften van de maatschappij. De productie zal dus gericht moeten worden op die goederen en diensten, waaraan de burger werkelijk behoefte heeft, hetgeen onvermijdelijk zal leiden tot een substantiële versobering. Voorts moeten deze producten zoveel mogelijk op een duurzame wijze worden gemaakt, zowel qua grondstoffen als qua productiemethoden.

Ook vereist dit een herijking van het begrip productiekosten. Bij het bepalen van deze kosten zou niet alleen gekeken moeten worden naar de feitelijke productiekosten, maar ook naar een beprijzing van de consequenties van het productieproces voor de mens en het milieu. Voor de landbouw zou moeten gelden dat er geen plaats meer is voor monoculturen en industriële veehouderij, maar zal de aandacht meer uit moeten uitgaan naar het creëren van meer biodiversiteit en het behoud van een gezonde natuur, schoon water en schone lucht. Deze uitgangspunten pleiten in Nederland voor een boerenbestaan dat meer gebaseerd is op kleinschaligheid en op natuurbeheer, wat aanzienlijk zal bijdragen aan zowel de werkgelegenheid in deze sector, als aan een verbetering van het leefklimaat. Maar ook zal dit leiden tot hogere prijzen. Meer geld voor eten, minder geld voor leuke hebbedingetjes. Voor zo'n ontwikkeling is het een vereiste dat deze tenminste op EU niveau plaatsvindt. Andere vraagstukken, zoals een heroriëntatie op de voedselvoorziening en het klimaatbeleid, vragen om een mondiale aanpak.

Ditzelfde geldt voor de energietransitie, waarvoor inmiddels de eerste voorzichtige stappen worden gezet. Ook de ontwikkelingen rond Artificial Intelligence (AI) roepen om een mondiale zoektocht naar de hieraan te stellen ethische grenzen. De EU ontwikkelt op dit terrein momenteel als eerste wetgeving.

Opgemerkt wordt nog dat een heroriëntatie op productiemethoden kan leiden tot de terugkeer van werkgelegenheid, die in het neoliberalisme voorgoed verloren leek. Schrijvers als Yuval Noah Harari bereidden hun publiek al voor op een wereld, waarin een substantieel gedeelte van de bevolking tot werkeloosheid gedoemd zou zijn. Alleen al dit toekomstperspectief zou een hierboven geschetste economische en maatschappelijke omwenteling rechtvaardigen.

Het spreekt voor zich dat met de noodzakelijke systeemveranderingen bijzonder veel geld gemoeid zal zijn. Een gelukkig toeval wil dat er in de belastingparadijzen zo'n $ 5.565 miljard ligt te wachten op een positieve bestemming. Er lijkt geen betere bestemming denkbaar dan de financiering van een mondiaal herstelprogramma, te betalen door diegenen, die een verregaande verantwoordelijkheid dragen voor de huidige misère.

2. De politieke cultuur moet op de schop
Het ligt niet voor de hand dat de zittende politici in staat zullen zijn om het economische tij tijdig te keren, gelet op de bestaande politieke cultuur en op de invloed die op de zittende politici wordt uitgeoefend door de economische machten, die aan de basis staan van de huidige problematiek. Tegenover deze invloed moet een tegenmacht worden ontwikkeld door burgers die van een dusdanige omvang is, dat de politiek zich realiseert hier niet langer omheen te kunnen. Zeg maar een Gele Hesjes actie 2.0, maar wel veel grootschaliger en op internationaal niveau. Alleen dan zal de politiek zich gedwongen voelen om te doen wat allang noodzakelijk was.
Maar eigenlijk is er in Nederland op politiek terrein een veel ingrijpender aardverschuiving nodig.

De vertrouwensbreuk tussen de burger en de politiek is namelijk serieus. Volgens een enquête van EenVandaag van dit voorjaar had slechts 20% van de geënquêteerden vertrouwen in het toen zittende en nu demissionaire kabinet. Over dit gebrek aan vertrouwen geeft Herman Tjeenk Willink in het boekje uit 2023 met de titel 'Het Tij gekeerd', een zeer lezenswaardige analyse. Het herstel van dat vertrouwen gaat niet lukken met de invoering van de lapmiddelen die Commissie Remkes voorstelde in haar rapport van december 2018 met de titel 'Lage drempels, hoge dijken', zoals een bindend correctief referendum of een gekozen formateur. Deze breuk gaat beslist dieper en verdient dus een veel fundamentelere analyse van het wantrouwen van de burger jegens de politiek. Onder ogen zal moeten worden gezien dat de politiek jarenlang de democratische waarden heeft verkwanseld, die zij had moeten uitdragen en verdedigen ten behoeve van de burger.

De politiek had echter meer oog voor de belangen van het bedrijfsleven en heeft deze laten prevaleren boven die van de burger. In dit verband is het niet verbazingwekkend dat de VVD zich tot op de dag van vandaag afficheert als de partij voor het bedrijfsleven, hetgeen impliceert dat de burger bij deze partij niet op de eerste plaats komt.

Intussen werd het ambtelijk apparaat te veel een speelbal van de politiek, als gevolg van o.m. de neoliberale managementopvattingen, maar ook omdat de politiek bij het wetgevingsproces zich onvoldoende bekommerde om de vraag of voorgestelde wetgeving wel uitvoerbaar was. Juist op dit vlak ontbrak het zaakinhoudelijke tegenwicht van de ambtelijke top, vermoedelijk omdat deze onvoldoende de inhoudelijke consequenties voor zijn organisatie kon overzien.

Daarnaast is de kloof tussen rijk en arm significant gegroeid. Niet als gevolg van een natuurverschijnsel, maar als resultaat van een bewuste politieke keuze. Allang had er binnen de EU sprake kunnen zijn van een geharmoniseerd fiscaal beleid, gericht op een meer rechtvaardige verdeling van de belastingheffing tussen de burger en het (grote) bedrijfsleven. Nederland is echter al jaren lang binnen de EU één van de belangrijkste obstakels gebleken op dit gebied. Conform de neoliberale filosofie heeft de regering ook binnenslands geen enkele poging gedaan om deze kloof door middel van fiscale maatregelen te verkleinen. Dus heeft de overheid ook op fiscale vlak de burger in de kou laten staan.

Tenslotte moet nog gewezen worden op een ander bedenkelijk trekje van bepaalde politici waar geen vertrouwen uit kan worden geput, namelijk de neiging om een bepaalde kwetsbare doelgroep de schuld geven van problemen die zij zelf hebben veroorzaakt, of omdat zij daar om andere reden denken beter van te worden. Zo is er een woningtekort in Nederland, niet vanwege asielzoekers, maar omdat Rutte in 2010 de huizenmarkt privatiseerde en het ministerie van VROM ophief. Voor dit jaar wordt het tekort aan woningen geschat op 390.000. Slechts een fractie hiervan zou toegerekend kunnen worden aan asielzoekers. Ook was het een politiek dispuut over asielzoekers, waarop Rutte zijn kabinet op vrijdag 7 juli 2023 liet vallen. Het leek een opstapje naar nieuwe verkiezingen, waarbij Rutte zich dan kon profileren als groot voorvechter van een harder asielbeleid. Zover is het echter niet gekomen, omdat deze actie een door Rutte niet voorziene afloop kende, waardoor hij zich gedwongen zag om op 10 juli zijn vertrek aan te kondigen. Het zijn dit soort politieke spelletjes die ook bepaald niet bijdragen aan het vertrouwen van de burger in de politiek, zeker niet nu het gevolg hiervan is dat een aantal voor de burger belangrijke dossiers een jaar of langer stil komt te liggen. Zie: De politieke reactie op de 'ontevreden burger'

Wel kan nog worden opgemerkt dat met het vertrek van Mark Rutte uit de Nederlandse politiek een nieuw politiek tijdperk lijkt aan te breken, met vooralsnog een ongewisse electorale uitkomst. Hierbij valt niet uit te sluiten dat dit gepaard zal gaan met een vermindering van de neoliberale invloed, iets wat de maatschappij zeker ten goede zal komen.

Gelet op het bovenstaande onderken ik de volgende gronden voor het bestaande wantrouwen van de burger in de politiek:

  • Het gevoel dat de politiek de belangen van Big Business beter behartigt dan die van de 'gewone man'. De premier maakte zich wel hard om de buitenlandse aandeelhouders van Unilever een fiscaal cadeau van circa €1 miljard per jaar te schenken (als Unilever zou besluiten z'n tweede hoofdkantoor naar Nederland te verplaatsen), maar in het afgelopen decennium heeft hij geen enkele poging gedaan om de inkomenskloof in Nederland te verkleinen ten gunste van de groeiende groep mensen die, mede vanwege een al jaren lang stagnerend salaris, moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Eerst onder druk van de gevolgen van de energiecrisis en de daarmee samenhangende inflatie wordt door Rutte IV een voorzichtig begin gemaakt met het herstel van deze situatie.
    Intussen is de financiële situatie voor veel Nederlanders zo beroerd, dat volgens het CPB in 2024 in Nederland circa 1 miljoen burgers onder de armoedegrens zullen leven.

  • Het feit dat politici de constitutionele normen en waarden bij hun werk uit het oog verliezen, hetgeen ten koste gaat van de bescherming van de burger. Denk aan het Toeslagenschandaal en aan de manier waarop de overheid de gedupeerde Groningers in de kou heeft laten staan.

  • De hang van de politicus naar stemmen ondergraaft zijn integriteit. De eigen idealen zouden de éénduidige basis moeten vormen van zijn programma. Dit echter is niet het geval. Te vaak speelt zijn streven naar stemmenwinst hierbij een vervuilende rol. Partijen als de VVD en het CDA kiezen voor een uitgesproken rechtse koers, om aldus te kunnen vissen in de vijver met kiezers, waarop de PVV zijn hele programma heeft afgestemd. Hierbij ontstaat het beeld dat het partijbelang boven het landsbelang gaat. Dit ondermijnt de integriteit van de politiek en zet de maatschappelijke verhoudingen op scherp.

  • De noodzaak van een beleidsvisie op lange termijn wordt opgeofferd aan korte termijn doelen, ook weer omdat het landsbelang ondergeschikt wordt gemaakt aan het partijbelang bij de volgende verkiezingen. Dit schaadt het landsbelang en daarmee het belang van de burger. Jarenlang waren de klimaataanpak en de stikstofaanpak slachtoffer van deze schadelijke strategie.

  • Ook een liegende politicus ondergraaft het vertrouwen van de burger in de politiek.

 

Toch is ons huidige politieke stelsel, de parlementaire democratie, in potentie het beste wat we kennen.

Daarom moet niet dit stelsel op de schop, maar de cultuur en de kwaliteit van de politici.

In een nieuwe politieke cultuur moeten politici beschikken over kwaliteiten, die in het huidige tijdsgewricht zo node worden gemist. Te denken valt, naast empathie en sociale vaardigheden, aan integriteit, visie, kennis en wijsheid. Maar ook moed, om die maatregelen voor te stellen en te implementeren die wel noodzakelijk zijn, maar niet populair. Het is op deze wijze dat de huidige hang naar populistische leiders gekeerd kan worden, hetgeen voor het behoud van een gezonde democratie van essentieel belang is.

Het is aan de burger om te kiezen voor die partijen, die hun koers in deze richting verleggen.

Pas als dat gebeurt kan het vertrouwen van de burger in de politiek terugkeren.

 

Leiden, 13 december 2018, aangepast op 17 juli 2023

Rob Tjalkens
 

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) bezuinigingen biodiversiteit Chicago School of Economics consumentisme corruptie de Algemene Bestuursdienst de ontevreden burger deregulering Frank Ankersmit Friedman het Anglo-Amerikaanse neoliberalisme industriële veehouderij inkomenskloof integriteit kapitalisme lobbyen monoculturen populisten privatisering publieke taken Reagan stress Thatcher Toeslagenschandaal vakbonden vrije markt vrijhandel wantrouwen in de politiek https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/het-anglo-amerikaanse-neoliberalisme Mon, 17 Jul 2023 22:00:32 GMT
De politieke reactie op de 'ontevreden burger' https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-politieke-reactie-op-de-ontevreden-burger De politieke reactie op de 'ontevreden burger'

Veel politici reageren op de groeiende ontevredenheid onder burgers door de schuld voor die ontevredenheid bij anderen te leggen. Op die manier leiden zij de aandacht af van hun eigen falen. Slachtoffer van deze misleiding zijn doorgaans de meer kwetsbare groepen in de samenleving, zoals de joden, de homo's, de moslims en sinds enige tijd de asielzoeker/de immigrant. Een al jaren beproefde, maar nog steeds effectieve truc. Zo staat op dit moment fier op nummer één van deze lijst de asielzoeker/immigrant, aldus verheven tot het belangrijkste doelwit van 'de volkswoede'. Het was dus bepaald geen toeval dat, toen Rutte op 7 december 2018 tijdens het wekelijkse interview op NPO 1 gevraagd werd naar de acties van de 'Gele Hesjes' in Frankrijk, hij onmiddellijk begon over immigranten en vervolgens uitlegde hoe begrijpelijk het was dat immigratie angst bij mensen opriep. Ook later in dit een kwartiertje durende programma herhaalde hij ditzelfde nog een keer, terwijl dit thema bij de acties van de “Gele Hesjes” in Frankrijk geen enkele rol speelde. Hun boosheid richtte zich nu juist op de Rutte's van deze wereld, in hun geval Macron, die de accijns op benzine en diesel had verhoogd, een actie waarvan zij het gevoel hadden dat deze hen in hun voortbestaan bedreigde. Het onderwerp asielzoekers ligt ook ten grondslag aan de val van het kabinet Rutte IV. Het was Rutte zelf die op 7 juli 2023 zijn kabinet ten val bracht, omdat hij een harder asielbeleid eiste van zijn coalitiepartners, terwijl hij wist dat dit voor enkele van deze partners onaanvaardbaar zou zijn. Het vermoeden bestond dat hij nieuwe verkiezingen wilde afdwingen om vervolgens electoraal munt te kunnen slaan uit zijn harde opstelling richting asielzoekers. Kennelijk heeft er ergens een cruciaal probleem over het hoofd gezien, wellicht de opstelling van de top van de VVD, wat hem dwong om op 10 juli zijn vertrek aan te kondigen.

Het was hetzelfde onderwerp dat Trump gebruikte in de aanloop naar de eerder vermelde Midterm verkiezingen. Wekenlang sloeg Trump op de trom der dreigende immigratie, maar na de verkiezingen hoorde je hem niet meer over die aanstormende karavaan, die zo angstaanjagend op de VS afkoerste. Kortom, de retoriek van de machthebbers, die verantwoordelijk zijn voor het huidige economische, sociale en ecologische klimaat, is bedoeld om het ontevreden deel van de bevolking een ander onderwerp te geven om hun agressie op te richten. Alles wat de 'gewone burger' kan doen ontvlammen is geoorloofd. Of het nu de moslim, de immigrant, de kleurling, of, zoals in de VS, de vrouw is, al deze doelgroepen leveren in principe bruikbare brandstof op om de woede van de ontevreden burger tegen zo'n bedreigende doelgroep te laten ontvlammen. Dit om te voorkomen dat het ongenoegen van de boze burger zich zou richten op degene die aan de basis staat van zijn ontevredenheid. Trump bediende zich van het gehele assortiment, maar beschaafde Nederlandse politici zoals onze premier weten zich te beperken tot slechts een kleine greep hieruit. Maar heb je er één gekozen, dan hoef je vervolgens ook niet al te fijnzinnig te wezen. De boodschap 'PLEUR OP', gericht tegen een bepaalde groep Turkse Nederlanders, kun je dan best via de televisie over het hele land verspreiden. Dan horen 'de mensen' tenminste wie er in Nederland de oorzaak is van hun problemen.

17 juli, 2023

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) asielbeleid asielzoekers de ontevreden burger Gele Hesjes immigranten populisten val van het kabinet https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-politieke-reactie-op-de-ontevreden-burger Mon, 17 Jul 2023 19:12:28 GMT
De neoliberale invloed op de financiële sector https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-neoliberale-invloed-op-de-financi-le-sector De neoliberale invloed op de financiële sector

De financiële wereld is de afgelopen halve eeuw geëvolueerd van een faciliterende sector tot een op winstmaximalisatie gefocuste industrie. De traditionele financiële diensten werden aangevuld met allerhande financiële producten, waarvan een aantal hun ontstaansrecht louter ontleenden aan het winstbejag van de banken. De door dit winstbejag gekenmerkte cultuur van de financiële sector, die een consequentie is van de toepassing van de uitgangspunten van het neoliberalisme, heeft geleid tot de kredietcrisis van rond 2008. Deze werd mede veroorzaakt door het ontbreken van regels, die deze bonanzajacht aan banden had moeten leggen. De gangbare opvatting van Wallstreet luidde in die tijd: 'Greed is good'. In reactie op deze crisis werd in 2010 in de VS de Dodd-Frank Act ingevoerd, ter versterking van de financiële sector en ter bescherming van de consument, maar de indruk bestond dat deze wet nog teveel de financiële sector uit de wind hield. Zo is er in de VS niemand van de verantwoordelijken voor deze crisis vervolgd. IJsland is trouwens het enige land, waar dit wel gebeurde.
Overigens heeft Trump in 2018 delen van deze wet weer teruggedraaid.

Het proces, waarbij de traditionele bankensector werd versmolten met de op winstmaximalisatie gebaseerde sector voor financiële producten, leidde tot een botsing tussen twee zeer verschillende culturen, waarbij de meer conservatieve cultuur van de traditionele bankensector het onderspit heeft gedolven. Jeroen Smit heeft dit proces gedetailleerd beschreven in zijn boek 'De Prooi'.

De kredietcrisis en met name ook de afwikkeling hiervan, heeft enkele systeemfouten aan het licht gebracht, die de politiek tot op de dag van vandaag verzaakt heeft aan te pakken.

De belangrijkste systeemfout binnen de financiële industrie is het samengaan van de activiteiten van de traditionele banken met de door winstbejag gedreven verkoop van financiële producten.

Hiermee worden twee typen activiteiten met elkaar verbonden die naar hun aard onverenigbaar zijn.

  1. De spaarfunctie en die van de kredietverstrekking. Deze dienen het maatschappelijk belang. Deze functies werden vanuit een conservatief perspectief vervuld, waarbij het minimaliseren van de risico's voor de klanten voorop stond. Het zijn deze functies van het bankwezen die de bescherming verdienen van de overheid.

  2. De verkoop van producten die gericht zijn op de winstmaximalisatie van de bank (en waarvan een aantal hun bestaan zelfs ontlenen aan dit streven). Deze zijn van een gans andere aard. Zij dienen namelijk niet het maatschappelijk belang, maar het financiële belang van de onderneming. Om die reden is er voor dit soort activiteiten, in geval van financiële problemen, geen enkele rechtvaardiging voor overheidssteun. Calamiteiten op dit terrein dienen te vallen onder het normale ondernemersrisico.

De financiële crisis vormde een bedreiging voor het voortbestaan van de traditionele sector, wat op zich al een reden zou moeten zijn om de twee bovengenoemde activiteiten van elkaar te scheiden.

Een tweede reden is het bestaan van grote verschillen inzake de bedrijfsvoering en de bedrijfscultuur tussen beide sectoren. Het beleid ten aanzien van de traditionele producten staat namelijk in scherp contrast tot dat bij het aan de man brengen van de commerciële producten. Dit laatste gaat gepaard met veelal agressieve verkoopmethoden, waarbij de hoogte van de gemaakte winst rechtstreeks wordt gekoppeld aan het inkomen van de medewerker. Dat dit beloningssysteem een prikkel vormt voor het nemen van maatschappelijk gezien onwenselijke risico's heeft de kredietcrisis van 2008 voldoende aangetoond.

Mijn conclusie luidt dan ook dat de verschillende activiteiten van de financiële industrie ontvlochten moeten worden op de wijze, zoals hierboven beschreven.

Dat voorkomt een herhaling van de situatie, waarin de belastingbetaler moet opdraaien voor de verliezen van een financiële industrie, die teveel risico's heeft genomen in zijn ongebreidelde winstbejag.

Na zo'n splitsing kan de uitdrukking “Too Big to Fail” naar de geschiedenis worden verwezen. Het is inmiddels trouwens ook de hoogste tijd dat de uitdrukking “Too Big to Jail” tot het verleden gaat behoren. Bij wetsovertreding is het belang van strafrechtelijke vervolging van leidinggevenden in de financiële sector gelegen in het feit dat eerst dan tot deze laag van de maatschappij doordringt dat zij niet onaantastbaar is. Deze boodschap is van essentieel belang voor de toekomstige bedrijfscultuur in Nederland en voor de financiële sector in het bijzonder.

17 juli, 2023

 

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) bankensector De Prooi financiële sector kredietcrisis neoliberalisme spaarbank Too Big to Fail winstbejag https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-neoliberale-invloed-op-de-financi-le-sector Mon, 17 Jul 2023 19:02:55 GMT
Het neoliberalisme veroorzaakt een groeiende maatschappelijke inkomenskloof https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/het-neoliberalisme-veroorzaakt-een-groeiende-maatschappelijke-inkomenskloof Het neoliberalisme veroorzaakt een groeiende maatschappelijke inkomenskloof

De financiële grondgedachte achter het neoliberalisme heeft geleid tot een steeds groter wordende financiële kloof tussen rijk en arm. De economie is onder het neoliberalisme zo ingericht, dat het (grote) bedrijfsleven een maximale winst kan realiseren, met minimale kosten. Die kosten worden gedrukt door de werknemers een laag salaris te betalen, terwijl over de winsten weinig of geen belasting wordt afgedragen. Vanuit maatschappelijk perspectief een bijzonder asociale economische filosofie.

Zo bezitten de acht rijkste mensen ter wereld tezamen meer dan de armste helft van de totale wereldbevolking (3.6 miljard mensen). Tezamen hebben zij (in 2018) rond de $ 425 miljard. Inmiddels zijn die vermogens weer aanzienlijk gegroeid. Zo is Bernard Arnault in 2023 met $ 211 miljard de rijkste man ter wereld, waarmee hij Elon Musk (met $180 miljard) van diens troon heeft gestoten. Deze kloof tussen de rijken, die steeds rijker worden (in 2017 zo'n 20%) en de steeds groter wordende groep armen groeit ook in het Westen, omdat de koopkracht van de arbeiders in het westen gedurende de laatste 40 jaren niet of nauwelijks is gestegen. Dit als gevolg van bewust beleid van Big Business, daarbij gesteund door een overheid die gedurende de afgelopen decennia het bezuinigen hoog in het vaandel had staan en daarnaast, althans in Nederland, geen enkele prioriteit heeft gegeven aan de invoering van fiscale maatregelen die zouden raken aan het inkomen en het vermogen van 'de rijken'. Terwijl dit toch zou hebben geleid tot een verkleining van deze inkomenskloof.

Het effect van die groeiende inkomenskloof is dat grote groepen mensen financieel achter gebleven zijn en het gevoel krijgen er niet meer bij te horen.
Het CPB verwacht zelfs dat in het rijke Nederland in 2024 circa één miljoen mensen onder de armoedegrens zullen leven.
Het is dan ook niet vreemd dat het sociale weefsel van de maatschappij scheuren begint te vertonen. Deze scheuren hebben tot gevolg dat onder deze groepen de ontevredenheid groeit en daarmee hun wantrouwen tegen, zoals dat tegenwoordig heet, de elite. Dit beeld zie je in veel westerse landen. Het is geen toeval dat je in deze landen ook een snelle opmars ziet van rechts populistische bewegingen.

17 juli 2023

 

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) financiële kloof lage salarissen neoliberalisme populisme https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/het-neoliberalisme-veroorzaakt-een-groeiende-maatschappelijke-inkomenskloof Mon, 17 Jul 2023 18:42:56 GMT
De belastingmoraal van Big Business ondermijnt de integriteit van de burger https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-belastingmoraal-van-big-business-ondermijnt-de-integriteit-van-de-burger De belastingmoraal van Big Business ondermijnt de integriteit van de burger 

Het neoliberalisme maakt zich sterk voor lagere belastingen voor het bedrijfsleven.
Belastingheffing leidt bij de normale belastingplichtige tot kosten. Big Business heeft evenwel de macht en de financiële mogelijkheden om die kosten te beperken, c.q. te vermijden. De constructies die hiervoor door advocaten en belastingconsulenten worden opgetuigd leiden tot belastingontduiking (illegaal), dan wel belastingontwijking (legaal). De aard en omvang van dit verschijnsel werd in 2016 blootgelegd in de Panama-Papers, die een kijkje verschaften in de handelwijze en de vermogens van deze bedrijven in de diverse belastingparadijzen.

In een breder onderzoek naar de mogelijke omvang van de in deze paradijzen gestalde vermogens wordt een bedrag genoemd van $ 5.565 miljard. Wat dit tenminste aantoont is dat veel rijken niet van zins zijn om hun 'fair share' aan belastingen aan de maatschappij af te dragen. Google, Amazon en Starbucks zijn slechts enkele willekeurige voorbeelden van dit zeer breed verspreide verschijnsel.

De libertariërs onder de neoliberalen (waaronder Charles G. Koch) zijn van mening dat hun doelgroep eigenlijk helemaal niet verplicht zou moeten zijn om belasting te betalen.

Het oogt daarom paradoxaal dat diezelfde CEO's wel (belasting)geld willen opstrijken van de overheid, zoals bij de keuze voor een nieuwe vestiging, of als subsidies voor het vergroeningsbeleid. Zo is New York bereid om $ 3 miljard te betalen aan Amazon, voor de vestiging aldaar van hun HQ2, terwijl onze eigen Mark Rutte tot in zijn vezels voelde dat hij Unilever de meer dan € 1 miljard, op jaarbasis, aan fiscale voordelen moest geven, in ruil voor het besluit om hun tweede hoofdkantoor van Londen naar Nederland te verplaatsen.

De onmaatschappelijke en zelfs parasiterende opstelling van bedrijven als Shell kwam ook recentelijk weer naar voren tijdens de vormgeving van het Nederlandse klimaatbeleid. Shell verklaarde zich bereid om een bijdrage te leveren aan het realiseren van de klimaatdoelen, mits de hiermee gepaard gaande kosten zouden worden gedragen door de Nederlandse belastingbetaler. Uit sociaal oogpunt is dit standpunt al onaanvaardbaar (te meer wanneer je bedenkt dat Shell tot 's werelds grote vervuilers gerekend moet worden), maar de onbeschaamdheid hiervan krijgt een extra lading wanneer je bedenkt dat ditzelfde bedrijf in Nederland van zijn verschuldigde belasting weinig tot niets afdraagt, als gevolg van een kennelijk door zijn machtspositie afgedwongen afspraak met de Nederlandse belastingdienst.

Big Business draagt dus maar beperkt, of helemaal niet bij aan een rechtvaardige verdeling van de belastingdruk binnen de Nederlandse maatschappij en trouwens ook niet elders.

Het streven naar een minimale belastingdruk voor het bedrijfsleven is overigens geheel in lijn met de uitgangspunten van het neoliberalisme. Geconstateerd moet worden dat het hierboven beschreven beleid een demoraliserend effect heeft op burgers, die hard moeten sappelen voor een karig loon en die wel gewoon hun belastingen moeten betalen.

17 juli, 2023

 

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) belastingconsulenten belastingontduiking belastingontwijking belastingparadijzen neoliberalisme Panama-papers https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-belastingmoraal-van-big-business-ondermijnt-de-integriteit-van-de-burger Mon, 17 Jul 2023 17:35:16 GMT
De gevolgen van het neoliberalisme op politiek terrein https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-gevolgen-van-het-neoliberalisme-op-politiek-terrein De gevolgen van het neoliberalisme op politiek terrein

Dankzij het neoliberale regiem heeft Big Business veel geld verdiend. En aangezien geld en macht de kenmerken dragen van een Siamese tweeling beschikt Big Business over de mogelijkheid om macht uit te oefenen op die plaatsen, waar deze het meest profijtelijk is. En dat is waar de wet- en regelgeving worden gemaakt.

Doordat Big Business in de VS al jaren achtereen zowel de Democratische als de Republikeinse Partij ruimhartig financiert, wordt de partij die aan het bewind is verondersteld het belang van Big Business te dienen. Quid pro quo. Vandaar dat bij de grote belastingverlaging onder Trump in 2017 (voor overwegend het grote bedrijfsleven en de rijken) een Republikeinse senator de aanvaarding van deze wet als volgt beargumenteerde: “Dit waren we verschuldigd aan onze donoren”.

Het is bepaald cynisch te noemen dat dezelfde Republikeinse senatoren, die gezorgd hebben voor de belastingverlaging voor de rijken, vervolgens pleitten voor de invoering van kortingen op de uitgaven voor de medische zorg (waardoor deze zorg onbereikbaar zou worden voor miljoenen armere Amerikanen) en zelfs op sociale voorzieningen voor de allerarmsten, omdat anders de schuldenlast van de VS te hoog zou oplopen. De enige reden dat laatstgenoemde ideeën (nog) niet zijn gerealiseerd is gelegen in het feit dat de Republikeinen bij de Midterm verkiezingen van 5 november 2018 hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden waren kwijtgeraakt.

Het voorbeeld van de belastingverlaging brengt twee schrijnende zaken aan het licht: Ten eerste dat de Amerikaanse democratie, als gevolg van corruptie door Big Business, feitelijk failliet is en ten tweede dat dit noch de politiek, noch het bedrijfsleven lijkt te deren. Opmerking verdient in dit verband nog dat de Supreme Court, met zijn uitspraak Citizens United v. Federal Election Commission, in 2010 eigenhandig de sluizen heeft opengezet voor de huidige grootschalige corrumpering van de Amerikaanse politiek door Big Business. Aan de betalingen door het bedrijfsleven aan de politiek werd geen beperking gesteld, omdat deze zouden vallen onder de vrijheid van meningsuiting, zoals neergelegd in het First Amendment bij de Amerikaanse grondwet.

17 juli, 2023

 

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) Citizens United v. Federal Election Commission donaties financiering van politieke partijen geld en macht lobbyen en corrumperen neoliberalisme https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-gevolgen-van-het-neoliberalisme-op-politiek-terrein Mon, 17 Jul 2023 15:15:55 GMT
Het gevaar van een ongebreidelde macht van Big Business in het neoliberale model https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/het-gevaar-van-een-ongebreidelde-macht-van-big-business-in-het-neoliberale-model Het gevaar van een ongebreidelde macht van Big Business in het neoliberale model

Big Business beschikt per definitie over veel macht en daarmee over het vermogen om invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming. Onder meer door sponsoring en lobbyen wordt de overheid onder druk gezet om haar beleid af te stemmen op het bedrijfsbelang.
Maar al te vaak komt het hierbij voor dat het belang van zo'n bedrijf haaks staat op het belang van de maatschappij, bij voorbeeld omdat dit schadelijk is voor de volksgezondheid, het milieu of de natuur. Er zijn legio voorbeelden te geven waaruit blijkt dat laatstbedoelde belangen voor Big Business ondergeschikt zijn aan zijn winststreven.

Enkele voorbeelden ter illustratie.

  1. Philip Morris liet jaren achtereen rapporten het licht zien waarin 'wetenschappelijk' werd aangetoond dat er geen bewijs was dat roken kankerverwekkend zou zijn, terwijl inmiddels gebleken is dat dit bedrijf intern al jarenlang over de wetenschap beschikte dat dit wel het geval was. Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar het gesjoemel met de filters van sigaretten, waardoor de consument meer schadelijke stoffen binnen krijgt dat de producent beweert. Volgens de World Health Organisation overlijden er jaarlijks zo'n 7 miljoen mensen aan de gevolgen van het roken. Onderzoek heeft uitgewezen dat circa de helft van het aantal rokers uiteindelijk aan longkanker overlijdt.

  2. ExxonMobil heeft een reeks rapporten het licht doen zien die moesten aantonen dat het gebruik van fossiele brandstoffen niet bijdroeg aan klimaatverandering. Dit terwijl zij, getuige o.m de woorden van de ex-CEO van dit bedrijf, Rex Tillerson, al vele jaren over interne rapportages van hun eigen wetenschappers beschikten die het tegendeel aantoonden. Overigens geldt hetzelfde voor bedrijven als Shell, die ook al zestig jaar op de hoogte zijn van de vernietigende effecten van hun activiteiten.

  3. “Tata Steel in Velsen-Noord stoot veel meer metalen en kankerverwekkende 'paks' uit dan verwacht op basis van de jaarlijkse milieuverslagen die de staalfabriek zelf aanlevert. Van sommige stoffen zijn de gemeten concentraties tot wel duizend keer hoger.” Aldus het RIVM in 2022. Daarnaast is Tata Steel de grootste uitstoter van stikstofoxiden in Nederland, aldus de Telegraaf in hetzelfde jaar.
    Toch wordt dit bedrijf al jaren lang met fluwelen handschoenen aangepakt door de overheid, terwijl diezelfde overheid verzaakt heeft om haar burgers te beschermen tegen de uitstoot van de kankerverwekkende stoffen, terwijl al langere tijd geleden werd aangetoond dat in de omgeving van deze fabriek het percentage kankergevallen significant hoger is dan elders in Nederland.

  4. Purdue Pharma is een groot Amerikaans farmaceutisch bedrijf, dat veel geld heeft verdiend aan de verkoop van de pijnstiller OxyContin. Alhoewel dit middel bijzonder verslavend is stond expliciet op de verpakking vermeld dat dit niet het geval was. Dit middel heeft geleid tot de grootste drugscrisis uit de Amerikaanse geschiedenis, met inmiddels ruim 500.000 doden. Alhoewel de eigenaar van dit bedrijf, de familie Sackler, bekend was met de verslavende werking van dit middel en met de gevolgen hiervan, heeft dit hen er niet van weerhouden de pillen te verkopen. In bijlage 2 wordt meer in detail op deze zaak ingegaan.

Er is dus een categorie CEO's van machtige bedrijven, die bereid is om de gezondheid, c.q. het leven van onschuldige burgers en van het milieu te offeren op het altaar van hun winstbejag.

Op 18 juli j.l. werd Alex S. veroordeeld tot drie en een halfjaar cel. S had het middel X op verzoek geleverd aan mensen die een einde aan hun leven wilden maken. Hulp bij zelfdoding is namelijk bij wet strafbaar gesteld. Het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, al dan niet de dood ten gevolge hebbende, is dat ook en wel in artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht. In samenhang met het leerstuk van het voorwaardelijk opzet zou er reden moeten zijn voor de CEO's van dit soort bedrijven om zich tenminste zorgen te maken. Vooralsnog lijkt de dreiging niet groot, te meer niet wanneer je bedenkt dat het OM niet van plan was om de CEO van ING strafrechtelijk te vervolgen, ondanks witwasschandaal bij deze bank, die een schikking betaalde van €775.000.000.

20 juli, 2023

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) ExonMobil kanker klimaatverandering machtsmisbruik neoliberalisme Purdue Pharma tabaksindustrie Tata Steel winstbejag https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/het-gevaar-van-een-ongebreidelde-macht-van-big-business-in-het-neoliberale-model Mon, 17 Jul 2023 15:02:37 GMT
De gevolgen van het neoliberale beleid voor de natuur en het klimaat https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-gevolgen-van-het-neoliberale-beleid-voor-de-natuur-en-het-klimaat De gevolgen van het neoliberale beleid voor de natuur en het klimaat

Het economische beleid van de afgelopen 40 jaar heeft een beperkt gedeelte van de wereld veel luxe gebracht, maar wereldwijd ook heel veel schade berokkend. Het gevoerde beleid stond in het teken van oneindige groei. Het motto luidde MEER, steeds meer meer.
The sky was the limit en als gevolg van dit beleid is het zicht op deze sky inmiddels ernstig vertroebeld. Door een explosieve groei van het aantal aangeboden producten, voor een aanzienlijk gedeelte uit China, is de hoeveelheid grondstoffen op de wereld substantieel geslonken. Een gedeelte van deze grondstoffen wordt, met behulp van corruptie, voor een appel en een ei onttrokken aan arme landen, de bevolking aldaar achterlatend, zonder appel en zonder ei. Veel van deze goederen worden geproduceerd met een onnodig korte levensduur; een handelwijze die wel leidt tot hogere productiecijfers en winsten, maar die helaas ook grote verspillingen tot gevolg heeft. Deze winst voor het bedrijfsleven resulteert dus in een maatschappelijk verlies. Voor veel van zulke producten geldt eigenlijk dat hun verkoop slechts gerechtvaardigd wordt door de winsten die er op gemaakt worden. Kortom, door de verkoop van producten zonder een reële toegevoegde waarde. Als gevolg hiervan zit de wereld inmiddels opgescheept met gigantische hoeveelheden troep, waaronder plastic afval, waaraan inmiddels geen mens of vis zich nog kan onttrekken.

Ook op het gebied van de landbouw heeft het neoliberale beleid een zware tol geëist.
Als gevolg van het dereguleringsbeleid en van lobbyen/corruptie werd aan het gebruik van pesticiden niet die eisen gesteld, die in het belang van de natuur en van de mens wel gesteld hadden moeten worden. Te lang ook heeft de overheid bij het bepalen van haar beleid gevaren op het kompas (de rapportages) van de betrokken bedrijven zelf, wat getuigt van een onverantwoordelijke naïviteit. Hiervan hebben bedrijven als Monsanto en Bayer nadrukkelijk geprofiteerd.

Te lang ook zijn er geen stringente regels opgesteld ter voorkoming van de uitstoot van stoffen, die gevaarlijk zijn voor mens en milieu. Het aantal voorbeelden op dit gebied is talrijk, met als recent voorbeeld de lozing van PFAS door 3M bij Antwerpen en Chemours (voorheen Dupont) in Dordrecht. Interne documenten laten zien dat DuPont de gezondheidsrisico’s van PFAS voor werknemers en omwonenden decennialang verzweeg en uitkomsten van onderzoeken verdraaide. (NRC van 15-6-2023)

Langzaam dringt het besef door dat de mens, met zijn streven naar de meest goedkope producten en productiemethoden, enorme schade heeft aangericht aan de natuur. Het belang van deze schade overstijgt iedere financiële berekening. De rapporten op internet, die verwijzen naar de massale sterfte van insecten, onderstrepen dit probleem. In Duitsland en in Nederland zou dit inmiddels gelden voor 75% van de insectenpopulatie. ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Insectensterfte)
De vervuiling van water, grond en lucht hebben niveaus bereikt die zo schadelijk zijn voor de flora en de fauna, dat substantiële delen hiervan inmiddels zijn uitgestorven, of hiermee worden bedreigd. En dit alles ter beperking van de kosten van het bedrijfsleven, ergo ter vergroting van de winsten van de aandeelhouders.

Als klap op de vuurpijl dringen de gevolgen van dit economische beleid zich ook nog eens aan ons op via het klimaat.
Als de uitkomsten van wereldwijd onderzoek op dit terrein ook maar enigszins raken aan de realiteit, dan zullen, bij ongewijzigd beleid, de gevolgen hiervan voor de mensheid maar evenzeer voor fauna en flora, absoluut desastreus zijn. Nu al zijn de veranderingen van het klimaat wereldwijd onmiskenbaar.

Natuurlijk zijn deze ontwikkelingen al langer geleden ingezet. Wel moet worden geconstateerd het neoliberale beleid deze ontwikkelingen in een angstaanjagende stroomversnelling heeft gebracht.

17 juli, 2023

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) corruptie deregulering insectensterfte klimaat natuur neoliberalisme PFAS verspilling https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-gevolgen-van-het-neoliberale-beleid-voor-de-natuur-en-het-klimaat Mon, 17 Jul 2023 08:00:26 GMT
Het consumentisme, als strategie van het neoliberale economische beleid https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/het-consumentisme-als-strategie-van-het-neoliberale-economische-beleid Het consumentisme, als strategie van het neoliberale economische beleid

In de opvattingen van Adam Smith leidde vraag tot aanbod op een vrije markt, alwaar beide partijen in vrijheid een redelijke prijs overeen kwamen. Met name die gelijkwaardigheid van vraag en aanbod vind je niet terug in het neoliberale model.

In dit model is niet de vraag sturend, maar moet het publiek rijp worden gemaakt voor de artikelen, die Big Business aan dit publiek wil slijten.

Voor dit doel worden tal van psychologen en andere gedragswetenschappers ingehuurd en worden kostbare publiciteitscampagnes gevoerd. Inmiddels weet zo ongeveer iedere burger in de westerse wereld dat de eeuwige jeugd een absolute noodzaak is, wil je geen loser zijn in je sociale omgeving. Gelukkig voorziet het bedrijfsleven in de mogelijkheid om deze jeugd voor jou te behouden, mits je van hen de hiervoor noodzakelijke producten koopt, c.q. de nodige cosmetische ingrepen ondergaat.

Het recente overlijden van Silvio Berlusconi heeft aangetoond dat deze sector slechts ijdele hoop te bieden heeft.

Naomi Klein heeft in haar boek NO LOGO uitvoerig gedocumenteerd op welke uitgekiende wijze Big Business de consument hierbij manipuleert.

Een bijkomstig maar oh zo'n desastreus aspect van dit consumentisme is het niet aflatende streven van Big Business naar MEER. Meer winst vraagt om hogere verkoopcijfers, dus meer aankopen door de consument. Ten grondslag aan de werking van dit economische model ligt de psychische beïnvloeding van de consument, gericht op het prikkelen van diens begeertes en resulterend in een toenemende behoefte goederen en dus aan geld.

Vandaar dat er binnen de gezinnen in de westerse wereld inmiddels door beide partners wordt gewerkt. Je moet tenslotte wel minimaal twee keer per jaar op vakantie, dat grotere huis moet er nu echt komen en dan moet daar uiteraard wel een nieuwe keuken en een nieuwe badkamer in, terwijl je ook twee auto's nodig hebt, want beiden moeten tenslotte wel elk naar het werk kunnen. Trouwens, hoe haal je anders je kinderen 's avonds van de crèche? En hoe klein die ook zijn, ze moeten wel Nike's hebben, want anders kunnen ze zich op de crèche echt niet vertonen.

Het gevolg van al die reclameboodschappen op de radio, de tv, in dag- en weekbladen, in reclamefolders, op straat en in de winkels, is dat de menselijke geest voortdurend wordt aangezet tot kopen. Het is of het in het leven om niets anders meer draait. Als het aan Big Business ligt wordt het materialisme de nieuwe religie van de mensheid, waarvan de misleidende boodschap luidt: KOPEN MAAKT GELUKKIG.

Dit hele concept van het consumentisme drukt een zwaar stempel op de maatschappij. Een ieder die in staat is om te werken, wordt geacht dit te doen, ook al heb je een baby of jonge kinderen. Er is immers heel veel te koop en daar is geld voor nodig. Dit werken geschiedt dikwijls onder een aanzienlijke druk, onder meer door een tekort aan vrije tijd en door een tekort aan personeel op de werkplek, veelal als gevolg van bezuinigingen. Het zijn deze omstandigheden die mensen het gevoel geven in een pressurecooker te leven. Vandaar dat volgens de World Health Organisation stress de grote gezondheidsepidemie van de 21ste eeuw dreigt te worden.

Deze stress kan worden gezien als een vorm van collateral damage van het neoliberalisme en draagt aanzienlijk bij aan een groeiend maatschappelijk gevoel van onbehagen.

17 juli, 2023

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) consumentisme neoliberalisme reclame stress https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/het-consumentisme-als-strategie-van-het-neoliberale-economische-beleid Mon, 17 Jul 2023 07:44:44 GMT
Privatisering, een speerpunt van het neoliberalisme https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/privatisering-een-speerpunt-van-het-neoliberalisme Privatisering, een speerpunt van het neoliberalisme

Volgens de opvattingen van het neoliberalisme dient de overheid klein te zijn en idealiter beperkt tot defensie en politie.

Tot de negentiger jaren van de twintigste eeuw vervulde de Nederlandse overheid een aantal taken, die volgens de opvattingen van het neoliberalisme aan 'de vrije markt' toebehoorde. Aldaar zouden deze taken veel efficiënter en goedkoper uitgevoerd kunnen worden, dankzij de zegeningen van deze markt. Om die reden zijn vanaf de negentiger jaren in Nederland onder andere de busmaatschappijen, de zorg, de nutsbedrijven, de Postbank en de PTT geprivatiseerd.

Ik waag te betwijfelen of deze maatregelen inderdaad hebben geleid tot een kleinere overheid, maar wel kan in den brede worden vastgesteld dat de doorgevoerde privatiseringen voor de consument bepaald niet de voorspelde voordelen hebben gebracht. Zij hebben zelfs in veel gevallen geleid tot een verregaande bureaucratisering binnen diverse sectoren, waaronder de zorg, met daarenboven een aanzienlijke stijging van de managementkosten. Daarom hebben deze privatiseringen dikwijls geleid tot een stijging van de prijzen, terwijl dit gepaard ging met een daling van de service en de kwaliteit. Dit laatste vaak als gevolg van bezuinigingen, in een poging om de winsten voor de aandeelhouders te vergroten. Met name bij de zorg zijn hieruit leerzame lessen te trekken.

Een variant op de privatisering van taken is de uitbesteding van werkzaamheden door de overheid aan consultants. De argumenten hiervoor waren tweeledig. Enerzijds gebeurde dit om de door de overheid voorgenomen beleidsveranderingen te legitimeren en anderzijds omdat het neoliberalisme niet hield van experts. Expertise maakte medewerkers duurder, terwijl dit hun inzetbaarheid beperkte. Dit speelde zeker ook op leidinggevend niveau, waar men liever geen experts had maar managers. Door het afvloeien van deze eigen expertise zag de organisatie zich genoodzaakt om deze van buiten de organisatie in te huren. Dat de kosten van deze consultants inmiddels de pan uit rijzen is goed voor het bedrijfsleven, maar kost de belastingbetaler veel geld.

17 juli, 2023

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) bureaucratisering consultants neoliberalisme nutsbedrijven privatisering publiek transport https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/privatisering-een-speerpunt-van-het-neoliberalisme Mon, 17 Jul 2023 07:24:53 GMT
De gevolgen van het neoliberalisme voor de monopolie-, c.q. de kartelvorming https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-gevolgen-van-het-neoliberalisme-voor-de-monopolie--c-q-de-kartelvorming De gevolgen van het neoliberalisme voor de monopolie-, c.q. de kartelvorming

Zoals reeds eerder werd gesteld dient de overheid zich zoveel mogelijk te onthouden van regelgeving, die de handelingsvrijheid van het bedrijfsleven inperkt.

Het is in dit kader dat aan de ontwikkeling van naar monopolies neigende economische conglomeraten tegenwoordig nauwelijks nog een halt wordt toegeroepen. Bedrijven als Google, Meta en Amazon zijn hierbij illustratieve voorbeelden. Door zijn marktaandeel te vergroten verwerft zo'n bedrijf een marktpositie, die hem instaat stelt om zijn winst vergroten, ten koste van de consument. Op de wereldvoedselmarkt wordt het aanbod overheerst (met een 60% marktaandeel) door drie mega-bedrijven, te weten Bayer/Monsanto (met een omzet van $ 25 miljard), Dupont/Dow (met een omzet van $ 19 miljard) en ChemChina/Syngenta (met een omzet van $ 18 miljard). Dit betreft cijfers uit 2018. Deze drie reuzen combineren het aanbod van zaden met die van pesticiden, want het zijn alle drie agro-chemische bedrijven. Voor consumenten die naar een milieubewuste duurzaamheid streven is dit geen goed nieuws. Ook voor de boeren is deze machtsconcentratie bepaald geen feest. Zo voelt 'onze' boer in Bretagne zich een loonslaaf van Big Business, want zij vertellen hem welke gewassen hij gaat zaaien en wat de prijs is die hij voor zijn oogst ontvangt. Voor eigen ondernemerschap is geen ruimte meer. Het economisch belang van deze bedrijven is zo omvangrijk, dat zij dikwijls de voor hen relevante wet- en regelgeving naar hun hand kunnen zetten. Hetzij via het draaideur principe (waarbij hun experts afwisselend bij het betrokken bedrijf en bij de overheid werken, om mee te schrijven aan de voor hun bedrijven relevante wetten en regels), dan wel door middel van politieke druk/lobbyen.

De uitzondering op deze regel van overheidsonthouding betreft die regelingen, die strekken tot bescherming van de rechten en daarmee de machtspositie van het bedrijfsleven. Te denken valt in dit verband onder meer aan de patentwetgeving. Het risico, dat voor consumenten verbonden is aan patentwetgeving, dringt zich met name op ingeval er sprake in van een beperkte vraagelasticiteit. Dit speelt in het bijzonder op het gebied van medicijnen. Als zo'n medicijn gepatenteerd is beschikt de verkoper over een monopoliepositie (omdat een andere producent dit medicijn niet mag maken), die hem in staat stelt om desnoods een ongehoord hoge prijs te vragen. Dit speelt met name wanneer het medicijn bepalend is voor het leven van de patiënt. In dat geval is de vraagelasticiteit namelijk nul. De patiënt rest dan geen enkele keus; het is betalen of sterven. Voor hen, die mochten denken dat de farmaceutische industrie voor zulk gedrag te fatsoenlijk zou zijn, het volgende voorbeeld.

Turing Pharmaceuticals (Dhr. Martin Shkreli) kocht op enig moment een patent van het medicijn Daraprim (een preventief middel tegen toxoplasmose, wat door kanker- en aids patiënten gebruikt wordt) op en verhoogde in 2015 de prijs van $ 13,50 per pil naar $ 750,00 per pil. Een prijsverhoging van ruim 5.500 %!!! Zelfs voor deze branche was dit wel wat veel. Pas onder druk van de publieke verontwaardiging werd de prijs verlaagd. Feit is dat de farmaceutische industrie veelvuldig misbruik maakt van haar monopolie positie, hetgeen ten koste gaat van het belang van de patiënt, c.q. van de gezondheidszorg. Dat is trouwens één van de redenen waarom de kosten van de zorg beduidend hoger zijn dan noodzakelijk. In de VS speelt dat nog sterker dan in Europa. Dat komt omdat in de VS 1) de overheid de prijsstelling bij de farmaceutische industrie geen strobreed in de weg legt, 2) zelf niet optreedt als centrale inkoper van medicijnen en 3) het de consumenten zelfs verbiedt om gezamenlijk op te trekken bij de inkoop hiervan. Dit voorbeeld illustreert het corrumperend effect van de farmaceutische lobby op de politiek. In Europa speelt de overheid wel degelijk een rol bij de centrale inkoop van medicijnen, waardoor de prijzen van deze medicijnen, ook als zij afkomstig zijn uit de VS, hier beduidend lager zijn dan in de VS zelf. Daar waar de markt het meest vrij is blijken de prijzen het hoogst! Zie hier de bedrieglijkheid van de neoliberale redenering over de werking van de vrije markt.

Op dit moment wordt de VS getroffen door een ernstige drugsverslaving. De oorzaak hiervan is een andere dan je zou vermoeden. Deze grootste verslavingscrisis uit de geschiedenis van de VS is namelijk veroorzaakt door o.m. Purdue Pharma, een farmaceutisch bedrijf dat op bedenkelijke wijze de lokale huisartsen aanzette tot het voorschrijven van OxyContin aan hun patiënten met pijnklachten. Dit op morfine gebaseerde medicijn zorgde er vervolgens voor dat de patiënten hieraan verslaafd raakten, alhoewel op het etiket het tegendeel werd beweerd. Omdat dit medicijn toch wel prijzig was zijn veel verslaafden vervolgens overgestapt op een goedkopere drug, zoals heroïne.

De familie Sackler is eigenaar van Purdue Pharma, de producent van OxyContin. Deze familie bezit inmiddels zeker $ 14 miljard. Ook dit is weer zo'n voorbeeld waarbij Big Business bereid is om talloze mensen in het ongeluk te storten om de eenvoudige reden dat zij zich hiermee kan verrijken. Dat dit willens en wetens gebeurde blijkt uit het feit dat ditzelfde bedrijf tien jaar daarvoor voor dezelfde praktijken was veroordeeld en toen voor ruim 600 miljoen dollar aan schikkingen moest betalen. Vooralsnog lijkt erop dat in het voorjaar van 2022 door de overheid een deal is gesloten met Purdue Pharma en de familie Sackler, waarbij $ 6 miljard aan vergoedingen zou worden uitgekeerd aan benadeelde partijen.

17juli, 2023

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) agro-chemische bedrijven Bayer/Monsanto draaideur-principe kartel monopolie neoliberalisme oxycontin patenten Purdue Pharma Sackler vraagelasticiteit https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-gevolgen-van-het-neoliberalisme-voor-de-monopolie--c-q-de-kartelvorming Mon, 17 Jul 2023 07:16:05 GMT
De gevolgen van het neoliberale deregulerings- en arbeidskostenbeleid https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-gevolgen-van-het-neoliberale-deregulerings--en-arbeidskostenbeleid De gevolgen van het neoliberale deregulerings- en arbeidskostenbeleid

Er is voor een neoliberaal pas sprake van een ideale situatie, indien het bedrijfsleven kan opereren op een waarlijk vrije markt.

Dit heeft tot gevolg dat de overheid wordt verondersteld zich te onthouden van het invoeren van regels die de vrijheid van die markt zouden kunnen beperken. En als er dan toch regels bestaan, dan wordt ernaar gestreefd om die, in het kader van het dereguleringsbeleid, te laten afschaffen. Weg met de regels die strekken tot bescherming van de veiligheid van de werknemer, het milieu of van de natuur. Al die regels zijn strijdig met de beoogde winstmaximalisatie van Big Business.

Ook staat het systeem vijandig tegenover regels, die tot doel hebben om de minder bedeelden onder ons te ondersteunen, zoals het stelsel van sociale voorzieningen. Om die reden heeft Reagan, met succes, de sloophamer ter hand genomen ter slechting van dit stelsel in de VS. En ook onze eigen regering heeft zich op dit gebied niet onbetuigd gelaten.

Met betrekking tot de arbeidskosten houdt het neoliberalisme er duidelijke opvattingen op na. Deze moeten zo laag mogelijk worden gehouden. Uiteraard ook weer in het kader van de shareholders value, c.q. de winstmaximalisatie voor de aandeelhouders. Voorkomen moet dus worden dat er regels worden opgelegd die leiden tot hogere arbeidskosten. Het is op basis van deze gedachte dat Big Business de oorlog heeft verklaard aan de vakbonden. Deze komen immers op voor de belangen van arbeiders en dat zou wel eens een negatieve invloed kunnen hebben op de hoogte van de salarissen, of van andere kosten. De acties die Thatcher voerde tegen de vakbonden staan de ouderen onder ons nog helder voor de geest. Ook in de VS spelen vakbonden slechts een marginale rol. Walmart, in 2010 de grootste werkgever in de VS, hanteert al jaren het beleid dat ze uitsluitend mensen aanneemt die niet bij een vakbond aangesloten zijn. Bij Amazon zou het niet veel anders zijn. Dat het inkomen van de CEO's van dit soort bedrijven wel explosief is gegroeid is een feit van algemene bekendheid. In 1965 was in de VS het gemiddeld jaarinkomen van de CEO 20 maal hoger dan dat inkomen van een werknemer. In 2019 was dat aantal gestegen tot 278 (gemeten bij de 350 grootste bedrijven in de VS).

Ter rechtvaardiging van haar strijd tegen de vakbonden sprak Thatcher de volgende memorabele woorden: “There is no such thing as society! There are individual men and women etc.”

En dit alles in haar streven om de burgers te laten beseffen dat zij individuele concurrenten zijn op een vrije arbeidsmarkt. Met alle gevolgen van dien voor hun inkomen.
Tot slot kan worden opgemerkt dat recentelijk de eerste signalen zijn waargenomen die duiden op een voorzichtige wederopstanding van het verschijnsel vakbond in de VS.

17 juli, 2023

 

 

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) deregulering neoliberalisme vakbond winstmaximalisatie https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/7/de-gevolgen-van-het-neoliberale-deregulerings--en-arbeidskostenbeleid Mon, 17 Jul 2023 06:55:44 GMT
MIJN CONCLUSIES INZAKE HET STIKSTOFDEBAT IN DE TWEEDE KAMER, VAN 23 JUNI 2022 https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/mijn-conclusies-inzake-het-stikstofdebat-in-de-tweede-kamer-van-23-juni-2022 MIJN CONCLUSIES INZAKE HET STIKSTOFDEBAT IN DE TWEEDE KAMER, VAN 23 JUNI 2022

Inleiding
Sinds 2 november 2019 kent Nederland een stikstofcrisis. Niet omdat er voor die tijd geen probleem zou zijn met de uitstoot van stikstof, maar omdat de verschillende kabinetten ervoor gekozen hadden om weg te kijken van de problemen, die deze stikstof berokkende aan de natuur.

Op die datum deed de Raad van State uitspraak in een rechtszaak die aangespannen was door o.m. Johan Vollenbroek, voorzitter van de coöperatie Mobilisation for the Environment.
De Raad van State kwam hierbij tot het oordeel dat het Programma Aanpak Stikstof, door Rutte III in 2015 ingevoerd, onwettig was. Dit programma leverde niet de noodzakelijke bescherming van de de Natura-2000 gebieden. Ook concludeerde de Raad van State dat het gebruik van een bouwvrijstelling stikstof niet voldeed aan het Europese natuurbeschermingsrecht. Deze uitspraak vormde de directe aanleiding voor het ontstaan van de stikstofcrisis. Hiermee kon er namelijk, vanwege de stikstofbelasting van de natuur, onder meer niet meer gebouwd worden op veel plaatsen in Nederland. Dit was aanleiding voor het kabinet Rutte IV om in actie te komen. Twee bewindspersonen werden belast met de aanpak van dit probleem, te weten een speciaal hiertoe aangestelde minister voor Natuur en Stikstof en de zittende Minister van Landbouw.

Het Kamerdebat
Op 23 juni 2022 werden de betrokken bewindslieden uitgenodigd in de Tweede Kamer om tekst en uitleg te geven van de plannen, waarmee zij meenden de stikstofcrisis te kunnen bezweren. Het betrof:

  • Christianne van der Wal (VVD) voor Natuur en Stikstof

  • Henk Staghouwer (CU), minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Het optreden van Christianne van der Wal was beslist hoopgevend en zelfs indrukwekkend, als je het vergelijkt met de manier waarop andere politici optreden, die een moeilijke boodschap moeten brengen. Niets verbloemend en koersvast, zou je kunnen zeggen.

In reactie op een voorstel van Caroline vd Plas om in Brussel te pleiten voor een aanpassing van de Vogel- en Habitatrichtlijn sprak vd Wal duidelijke taal: Nederland (noot RT: onder Rutte's gezag en verantwoordelijkheid) had de verplichtingen die we op ons hadden genomen met deze richtlijn zo volledig verzaakt, dat Nederland op dit punt in Europa inmiddels het slechtste jongetje van de klas is. Dus voor wij zouden kunnen komen met voorstellen om de tekst van deze richtlijn aan te passen moesten we eerst maar eens de puinhoop opruimen, die we ervan gemaakt hadden. Wij hadden in Brussel al ons krediet op dit punt verspeeld. Aldus vd Wal.

Henk Staghouwer's optreden was eigenlijk een beschamende vertoning. Ongetwijfeld een aardige en nette man, maar waar hij mee kwam was een aanfluiting.
Ik kreeg de indruk dat Staghouwer nog geen moment had nagedacht over een serieus toekomstperspectief voor de boeren. Dramatisch, want wanneer je de boeren wilt meekrijgen bij zo'n alles bepalende omslag, dan moet je wel met een duidelijk en overtuigend verhaal komen en dat had hij niet. Wat mij betreft een ongelofelijke blunder, met een aanzienlijke schade voor de acceptatie van deze transitieplannen.

Eerst door Jesse Klaver (een gele kaart voor deze minister) en vervolgens door Pieter Omtzicht werd duidelijk gemaakt dat verder praten over dit onderwerp wat hen betreft geen enkele zin had; Staghouwer kreeg tot september de tijd om wel beslagen ten ijs te komen.

De SP kwam nog met de uiterst relevante opmerking dat voorkomen moest worden dat één van de grote promotoren en profiteurs van het huidige systeem, namelijk 'de bank', niet met de gelden zouden mogen weglopen waarmee de Staat straks de boeren uitkoopt.
Dat zou een herhaling zijn van de blunder die ten tijde van de financiële crisis werd gemaakt. De profiteur en mede aanstichter belonen, ten koste van de twee slachtoffers, te weten de boer en de Nederlandse belastingbetaler.

In een eerste reactie leek Slaghouwer voor zo'n benadering geen ruimte te zien.

Conclusies
De regering had tijdens het debat op pijnlijke wijze haar gebrek aan visie en aan invoelingsvermogen geëtaleerd. Bedenk dat deze regering komt met een plan dat de bodem wegslaat onder de huidige werkwijze van de boeren. Als je dat doet zonder deze boeren tegelijkertijd een aantrekkelijk alternatief voor te spiegelen, dan creëer je paniek. In het verleden hebben de boeren voldaan aan de politieke wensen (Mansholt), namelijk schaalvergroting. Die schaalvergroting heeft de ondersteunende sectoren geen windeieren gelegd en deze hebben dit proces vervolgens dan ook zoveel mogelijk verder gestimuleerd. Het betreft de grote agrobedrijven, de AH's en de banken, in het bijzonder de RABO bank. Om hun financiële belangen bij deze werkwijze veilig te stellen doen deze partijen momenteel al het mogelijke om de huidige stikstofvoorstellen de grond in te boren of uit te stellen. Voor dit doel schuiven zij de boeren naar voren omdat een deerniswekkend verhaal uit de mond van een boer of een boerin meer aanslaat dan wanneer zo'n verhaal komt uit de mond een CEO van een multinational, die miljarden heeft verdiend aan dit bedrijfsmodel. Zo hebben deze sectoren de 'boerenopstand' gestimuleerd en gefinancierd en worden boergezinde politici in stelling gebracht om weerwoord te bieden. Het komt erop neer dat deze sectoren de boeren uitmelken, want die laatsten verdienen aan hun producten een grijpstuiver, terwijl de 'ondersteunende' sectoren met het merendeel van de winsten gaan strijken.

De regering had zijn bedreigende voorstellen gepaard moeten laten gaan met een positieve boodschap voor de boeren, hierbij terzijde wijzend op de negatieve invloed die de 'ondersteunende' sectoren feitelijk nog steeds hebben op de kwaliteit van hun leven.

Zo'n positieve boodschap had de volgende punten kunnen omvatten:

  1. De Nederlandse natuur verkeert in een deplorabele staat en de invloedrijkste actor in dit verband is de landbouw. Natuurlijk dragen ook andere actoren hiervoor verantwoordelijkheid en ook die zullen nog dit jaar door de regering worden geadresseerd.

  2. Deze situatie is onaanvaardbaar a) vanwege internationale verplichtingen die wij zelf zijn aangegaan en b) omdat wij de morele verplichting hebben tegenover onze kinderen om hen een gezonde natuur na te laten.

  3. Daarom moet de schade die o.m de landbouw aanricht aan de natuur en het milieu worden terug gedrongen. Daarvoor volstaat het niet om naar innovaties te streven, maar moet het roer in de landbouw volledig om. Van een grootschalige/industriële monocultuur naar kleinschalige kringloop landbouw, waarbij natuurbeheer een geïntegreerd onderdeel zal vormen van de werkzaamheden van de boer nieuwe stijl.

  4. De missie van deze transitie voor de boeren zal zijn: Met minder dieren een hoger inkomen. Hiervoor is het noodzakelijk dat de disproportionele winsten van de 'ondersteunende' sectoren worden gesaneerd. De rol van deze sectoren zal hiermee beduidend kleiner worden.

  5. Met deze nieuwe, kleinschaliger, landbouw komt er ruimte voor meer boeren, in plaats van minder.

  6. Met deze nieuwe werkwijze wordt bovendien een halt toegeroepen aan een werkwijze, die Nederland milieu-technisch tot het afvalputje van Europa heeft gemaakt.

  7. Met deze nieuwe werkwijze wordt ook een einde gemaakt aan de huidige, milieubelastende, voedingspraktijken die de boeren voor hun vee toepassen, want op veel plaatsen in de wereld wordt kwetsbare natuur vernietigd, louter om voor Nederland diervoedsel te produceren. Ook het gebruik van antibiotica in deze sector zal drastisch verminderen.

  8. Zodoende levert de boer een constructieve bijdrage aan de Nederlandse voedselvoorziening, aan het welzijn van de natuur en aan de leefomgeving van de gehele maatschappij.

Een eenvoudig en overzichtelijk verhaal, maar wél een met verstrekkende consequenties.

Ik had de indruk dat met name de Partij voor de Dieren (PvdD) deze consequenties veel duidelijker voor ogen had dan de minister zelf.
De consequentie van de door de regering voorgestelde koers is namelijk dat de kostprijs van de Nederlandse landbouw- en (pluim)veeteeltproducten (beduidend) hoger zal komen te liggen dan momenteel het geval is. Dat moet op duidelijke wijze worden uitgelegd aan de Nederlandse consument. Deze gaat namelijk meer voor zijn eten betalen dan de 8%, die momenteel hiervoor gemiddeld wordt uitgegeven. Weliswaar een lastige boodschap in de huidige tijd, maar hij moet wel worden gebracht.

Daarnaast is deze werkwijze bepaald niet duurzaam als deze plaats vindt in een globale economie, die gebaseerd is op internationale vrijhandel. In zo'n economisch systeem zou de Nederlandse boerenstand binnen de kortste keren over de kling worden gejaagd, want het is niet mogelijk om met deze nieuwe productiewijze te concurreren op een vrije wereldmarkt. Daarom is het voor de invoering van deze werkwijze een vereiste dat de Nederlandse boeren nieuwe stijl tegen deze concurrentie worden beschermd. In dit verband wees de PvdD erop dat in de Eerste Kamer het CETA verdrag (met Canada) ter ratificatie voorlag. PvdD wees op de noodzaak om dit verdrag niet te ratificeren, een oproep die ik volmondig steun (ook al omdat in dit soort verdragen aan multinationals rechten worden toegekend die op gespannen voet staan met de uitgangspunten van onze rechtsstaat). Helaas heeft deze ratificatie inmiddels plaatsgevonden.

Naar ik begrijp heeft de EU recentelijk beschermende regels goedgekeurd inzake goederen die zijn geproduceerd onder een minder streng regiem dan binnen de EU geldt. Ik weet daar het fijne niet van, maar het vereist een redelijk waterdicht systeem op EU-niveau om de door Nederland voorgestelde nieuwe werkwijze van de boeren te kunnen laten functioneren in een internationale omgeving. Voor een succesvolle invoering van deze nieuwe werkwijze is dit echter wel een conditio sine qua non.

Hiermee zou de EU inbreuk maken het mondiale streven naar internationale vrijhandel, waartoe de World Trade Organisation (WTO) in het leven is geroepen. Echter, dit streven staat reeds enige tijd serieus onder druk, met name vanwege de opkomende internationale trend om nationale belangen sterker te prioriteren. Te denken valt in dit verband aan de VS, eerst door Trump met zijn 'America First' beleid en vervolgens door Biden, met zijn 'Buy America' beleid en zijn Inflation Reduction Act uit 2022. In dit verband mag ook het zogenaamde 'Chinabeleid' van beiden niet onvermeld blijven.

Brambily, 26-6-2022, (aangepast op 30-5-2023)

Rob Tjalkens

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) agrobusiness America First boeren Buy America CETA duurzame landbouw Kamerdebat protectionisme Rabobank Stikstof https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/mijn-conclusies-inzake-het-stikstofdebat-in-de-tweede-kamer-van-23-juni-2022 Mon, 29 May 2023 18:34:13 GMT
ISRAËL EN HET PALESTIJNSE PROBLEEM https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/isra-l-en-het-palestijnse-probleem ISRAËL EN HET PALESTIJNSE PROBLEEM

Inleiding
In mei 1916 sloten Engeland en Frankrijk het Sykes-Picotverdrag. Zij sloten dit verdrag in het geheim omdat hierin onder meer werd vastgelegd dat zij, mochten zij de strijd tegen het Ottomaanse Rijk winnen, a) onderling de macht zouden verdelen over delen van het Midden-Oosten en b) de onafhankelijkheid van de Arabische staten niet zouden erkennen. En dit terwijl met name Engeland juist diverse Arabische stammen had overgehaald om hen in deze strijd tegen het Ottomaanse Rijk te steunen met de belofte dat zij, als beloning voor hun steun, het recht zouden verwerven op de stichting van een onafhankelijke Arabische staat. Als gevolg deze belofte riepen Arabische nationalisten na de overwinning in Damascus de emir Faisal, de feitelijke leider van de Arabische opstand, uit tot koning van een onafhankelijk Arabië. Frankrijk en Engeland weigerden dit te accepteren en toen er vervolgens opstanden uitbraken werden die met veel geweld neergeslagen door de Engelsen en de Fransen, onder meer door middel van luchtaanvallen op burgers, met gebruikmaking van mosterdgas.

Als uitvloeisel van het Sykes-Picotverdrag viel Palestina onder het Britse mandaatgebied. Daarom achtte de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Arthur Balfour, zich kennelijk bevoegd tot het doen uitgaan van de zogenaamde Balfour-verklaring.

Op 2 november 1917 stuurde hij namelijk een brief aan Lord Rothschild, een Joodse bankier die een voorstander was van het zionisme, waarin hij de steun van de Engelse regering beloofde bij de stichting van een nationaal tehuis voor het joodse volk in Palestina.
Engeland ging hiermee gemakshalve voorbij aan het feit dat dit gebied bewoond werd door, in overwegende mate, Palestijnen.

Het ontstaan van de staat Israël
Resolutie 181 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 29 november 1947, beter bekend als Resolutie 181 of het VN-verdelingsplan, behandelde het toekomstig bestuur van het Mandaatgebied Palestina. Hierbij werd aan Groot-Brittannië als de mandataris en aan alle lidstaten van de VN de aanbeveling gedaan dat, na beëindiging van het Britse mandaat over Palestina, dit land verdeeld zou worden in een onafhankelijke Joodse en een onafhankelijke Arabische staat, volgens het opgestelde Verdelingsplan. Beide staten zouden een economische unie vormen. Op basis van dit verdelingsplan zou Israël 56% van het grondgebied van Palestina krijgen en de Palestijnen 43%. Daarnaast zouden Jeruzalem en Bethlehem onder internationaal gezag worden geplaatst. De zionistische leiders gingen akkoord met dit voorstel, de Arabische leiders niet.
De consequentie hiervan is dat, a
ls uitvloeisel van de oorspronkelijke Engelse toezegging aan de zionistische beweging in november 1917 en het hierop volgende verdelingsplan van de VN (Resolutie 181), op 14 mei 1948 door de leider van de zionistische beweging, David Ben-Goerion, de staat Israël werd uitgeroepen, terwijl het tot een stichting van een Palestijnse staat tot op de dag van vandaag niet is gekomen.

Vastgesteld moet worden dat door de internationale gemeenschap weliswaar een zionistisch probleem werd opgelost, maar dat hiermee tegelijkertijd een Palestijn's probleem werd gecreëerd. Met deze politieke omissie wordt de wereld tot op de dag van vandaag geconfronteerd.

Daarenboven heeft de internationale politiek ook niet voorzien welke de gevolgen waren van het zionistische standpunt dat Israël het karakter van een joodse staat zou moeten hebben. Dat impliceerde namelijk dat er voor de Palestijnse bewoners geen gelijkwaardige plaats zou zijn.

Om die reden hebben zionistische milities in de periode rondom de vorming van de staat Israël (1947-1949), met het oogmerk om zoveel mogelijk Palestijnen op de vlucht te jagen (Plan Dalet of

kortweg Plan D, terroristische aanslagen gepleegd op Palestijnse gemeenschappen. Noot: Zie onder meer 'The Iron Wall”, van Avi Shlaim) In Wikipedia staat hierover: ”Zo'n 500 Palestijnse dorpen, inclusief circa 100 bedoeïenendorpen, werden verwoest, massaslachtingen vonden plaats en meer dan 750.000 Arabische Palestijnen werden

uit het door Israël veroverde gebied verdreven of moesten vluchten. De verdreven Palestijnen

zochten als vluchtelingen een heenkomen in naburige Arabische landen. Zo'n twee derde van hen kwam terecht in het door Egypte bestuurde Gaza, of in de door Jordanië bestuurde Westoever.” Deze gebeurtenis staat in Palestijnse en Arabische kringen bekend als de Nakba (de catastrophe).

Om te voorkomen dat de gevluchte Palestijnen zouden terugkeren naar hun verlaten woningen werden deze veelal gesloopt, dan wel in bezit genomen door joodse inwoners.

Toen mijn echtgenote en ik in 1975 met de camper 's avonds een overnachtingsplaats zochten in een bos in Zuid-Libanon, bleken we in een Palestijns vluchtelingenkamp te zijn beland. Noch over het bestaan van dit soort kampen, noch over de reden hiervan, was ons iets bekend, want dit deel van de recente geschiedenis van het Midden-Oosten bleef in Nederland tijdens onze schoolopleiding in duisternis gehuld.

De ontwikkeling van 'het Palestijnenprobleem'
De beslissing tot de vorming van de staat Israël in Palestina droeg de kiem van 'het Palestijnenprobleem' in zich. Dit probleem kwam tot wasdom door de volgende ontwikkelingen:

1) De Nakba werd het eerste constituerende element van 'het Palestijnenprobleem'.

Er zijn nog steeds vluchtelingenkampen met Palestijnen (of hun kinderen, c.q. hun kleinkinderen) die niet terug kunnen naar hun geboortegrond in Israël. Ontwortelde mensen, zonder huis of haard en levend in armoede. Dat is een probleem voor henzelf, maar moreel gezien ook voor diegenen, die verantwoordelijkheid dragen voor hun vlucht en voor de weigering hen te laten terugkeren naar Israël. De Nakba was een vorm van ethnic cleansing en deze mensen zijn hiervan het slachtoffer.
 

2) Na de vorming van de staat Israël bleek het streven van de regering gericht op gebiedsuitbreiding, hetzij onder het mom van veilige grenzen, dan wel met Bijbelse verhalen als rechtvaardiging. De Zesdaagse Oorlog van 1967 moet gezien worden tegen de achtergrond van dit streven. Over de aanleiding van deze oorlog heeft o.a. de beroemde Israëlische generaal Moshe Dayan publiekelijk verklaard dat Israël deze oorlog bewust heeft uitgelokt. Israël achtte de bezetting van een aantal gebieden namelijk van strategisch belang, en wel de Golanhoogten, die aan Syrië toebehoorden, de Sinaï (in 1982 bijna geheel teruggegeven aan Egypte) en de Gazastrook die ook aan Egypte toebehoorde en de West Bank, inclusief Oost-Jeruzalem, die aan Jordanië toebehoorde. Met de bezetting van de Gazastrook (hierna Gaza) en de West Bank haalde Israël een groot deel van het probleem dat zij, dankzij de Nakba, hadden gemeend buiten de deur te hebben gewerkt, weer in huis. Veel Palestijnen waren namelijk, naar aanleiding van de Nakba, naar deze twee gebieden gevlucht.

Vandaar dat Gaza een tweede constituerend element vormt van 'het Palestijnenprobleem'.
Gaza omvat een gebied van 40 km lang en gemiddeld 9 km breed. Op deze 360 vierkante kilometer wonen circa 2 miljoen Palestijnen, in een gebied dat overwegend het karakter heeft van een woestijn. Volgens de Wereldbank leeft de helft van de bevolking onder de armoedegrens en bedraagt de werkloosheid 52 procent. Onder de jongeren zou dit percentage rond de 70% liggen. Zowel via het land, als via de zee, als via de lucht is Gaza, door Israël, afgesloten van de rest van de wereld. Zodoende is Gaza het beste te omschrijven als een openluchtgevangenis. In 1996 begon Ballast Nedam met de aanleg van een zeehaven in Gaza, maar deze werd in 2001 door de Israëlische luchtmacht platgebombardeerd. Een zelfde lot ondergingen de twee luchthavens die Gaza rijk was. Gaza Power Plant, de enige elektriciteitscentrale van Gaza, is herhaaldelijk door Israël gebombardeerd, met als gevolg dat de beschikbaarheid van elektriciteit voor de inwoners in Gaza regelmatig beperkt is. Bepaald een handicap voor een land met een woestijnklimaat. Ook de toegang tot zoet water wordt door Israël ten dele geblokkeerd.
In 2005 trok Israël zich uit dit gebied terug, waardoor het formeel niet langer bezet is. Vanaf 2007, toen Hamas leider werd van de Palestijnen in Gaza, werd het stelsel van grensblokkades ingevoerd. Sindsdien bepaalt Israël het toelatingsregiem van mensen en goederen voor Gaza en levert het de bewakers voor de hermetische afsluiting van het gebied. Door dit beleid wordt de inwoners van Gaza de mogelijkheid onthouden om een leefbaar bestaan op te bouwen, waardoor ieder toekomstperspectief voor de inwoners ontbreekt.

3) Een derde constituerend element wordt gevormd door de 2,8 miljoen Palestijnen op de West Bank. Alhier hanteert Israël een ander regiem om de Palestijnen onder de duim te houden, namelijk door het merendeel van dit gebied onder militaire bezetting te plaatsen, terwijl in civiele zaken het Israëlische militaire recht bepalend is. De bestuursstructuur van dit gebied is gebaseerd op voorstellen uit de Oslo II akkoorden van 1995, waarbij de Westelijke Jordaanoever werd ingedeeld in drie administratieve regio's met respectievelijk een A-, B- of C-status:

  • Gebied A (18% van het grondgebied, 55% van de populatie) waar de Palestijnse Autoriteit zowel het burgerlijk bestuur als het veiligheidstoezicht uitoefent. Voornamelijk de steden.

  • Gebied B (20% van het grondgebied, 41% van de populatie) waar de Palestijnse Autoriteit het burgerlijk bestuur uitoefent met gedeeld Israëlisch-Palestijns veiligheidstoezicht. Voornamelijk platteland.

  • Gebied C (62% van het grondgebied, 5,8% van de bevolking) onder volledig Israëlisch militair veiligheidstoezicht en bijna volledig Israëlisch burgerlijk bestuur. Met name vruchtbare en bronrijke gebieden: Gebied aan weerskanten van de later gebouwde Israëlische Westoeverbarrière en een brede strook in de Jordaanvallei langs de Jordaan; delen waar sinds 1967 veel Israëlische nederzettingen waren gesticht.

Mede als gevolg van het kolonisatiebeleid dat Israël al sinds jaren op de West Bank voert is het streven naar de oorspronkelijk beoogde tweestatenoplossing inmiddels illusoir geworden. Kennelijk een doelstelling van de Israëlische politiek en een deprimerend vooruitzicht voor de Palestijnen die op de West Bank woonachtig zijn. Immers, onder de huidige omstandigheden worden ze geconfronteerd met een vernederende en regelmatig ook onbarmhartige bejegening van de zijde van de Israëlische militairen.

Ook bestuurlijk worden de Palestijnen gediscrimineerd. Het Israëlische beleid bij de afgifte van bouwvergunningen is daarvan een voorbeeld. Op verzoeken hiertoe van de zijde van Palestijnen wordt vaak afwijzend of niet gereageerd en indien de verzoeker uiteindelijk dan maar zonder zo'n vergunning gaat bouwen dreigt de komst van een bulldozer om de gebouwde woning weer met de grond gelijk te maken. Bij joodse inwoners spelen zulke kwesties niet, die krijgen gewoon hun vergunning. En mochten kolonisten illegaal bouwen op de West Bank, dan kunnen ze altijd nog rekenen op bescherming door het leger, mochten Palestijnse bewoners zich verzetten tegen deze illegale in beslagneming van hun grond en eventuele opstallen

Kortom, ook al hebben de Palestijnen op de West Bank iets meer lucht om te leven dan hun Palestijnse broeders in Gaza, toch ervaren ook zij wat het betekent om stelselmatig gediscrimineerd en geïntimideerd te worden door vertegenwoordigers van de staat Israël.

4) Het vierde constituerende element van 'het Palestijnenprobleem' vormen de Palestijnse inwoners van de staat Israël zelf. Dit betreft een kleine 2 miljoen Palestijnen.

Alhoewel zij stemrecht hebben beleven zij hun positie in Israël als die van een tweederangs burger.

Met de in 2018 door het Israëlische Parlement aangenomen natiestaatwet kreeg deze beleving een wettelijk grondslag. De wet omschrijft de staat Israël als joodse staat, waarin alleen het joodse volk recht heeft op nationale zelfbeschikking, die open staat voor "joodse vestiging" en waarin het Arabisch niet langer een officiële taal is. Met geen woord wordt gerept over het Palestijns-Arabische deel van de bevolking.

Hamas, de olifant in de Palestijnse kamer ?
Hamas staat bekend als terroristische organisatie. En laat er geen onduidelijkheid over bestaan, het zijn bepaald geen lieverdjes, ook niet voor hun eigen bevolking als het gaat om het handhaven van hun gezag.

Aanvankelijk in 1973 opgericht als een Islamitische liefdadigheidsorganisatie van de moslimbroederschap, werd aan deze organisatie een verzetsafdeling toegevoegd tijdens de Eerste Intifada in 1987. De PLO van Yassar Arafat was tot dan toe de onomstreden vertegenwoordiger van het Palestijnse volk in de bezette gebieden, hetgeen Israël op het idee bracht om de belangen van

Hamas te pushen. Dit vanuit de wens om de macht van de PLO, als enige vertegenwoordiger van de

Palestijnen, te verzwakken. Om die reden ook heeft Israël, met steun van de VS, Hamas gestimuleerd om aan de Palestijnse verkiezingen van 2006 deel te nemen, wetende wat de aard was van Hamas. Niet werd verwacht dat Hamas deze verkiezingen ook kon winnen, wat wel het geval bleek. Vervolgens erkenden Israël en de VS de uitkomst van deze democratische verkiezingen niet, want Hamas was immers een terroristische organisatie die de vernietiging van de staat Israël nastreefde. Nadat het electorale stof was neergedwarreld werd Hamas de Palestijnse leider in Gaza, terwijl Fatah (de PLO) de Palestijnse leider bleef op de West Bank. Hiermee bleek de verdeel en heers strategie van Israël in zeker opzicht te hebben gewerkt.

Israël's beleid jegens de Palestijnen in Gaza en op de West Bank ontbeert een humane grondhouding. Israël rechtvaardigt dit door erop te wijzen dat deze Palestijnen een existentiële bedreiging vormen voor haar bestaan. Voor de overtuigingskracht van Israël's argumenten speelt Hamas een cruciale rol. Immers, Hamas staat bekend als een terroristische organisatie die bovendien het bestaansrecht van de staat Israël niet zou erkennen en Hamas heeft Israël bovendien meerdere male aangevallen, met name ook met raketten.

Het is voor Israël wel van belang dat de buitenwereld van die existentiële bedreiging overtuigd blijft. Daarom is het belangrijk dat Hamas met enige regelmaat op gewelddadige wijze van zich laat horen. Dat bleek evenwel niet altijd eenvoudig. In 2007/2008 bereidde Israël luchtaanvallen voor op Gaza. In de tussentijd sloot Israël met Hamas in juni 2008 een wapenstilstand met de looptijd van een half jaar, waaraan Hamas zich nadrukkelijk wilde houden. Dit gold evenwel niet voor Israël, welk land gewoon doorging met de voorbereidingen voor de aanval. Ook schond de IDF (het Israëlische leger) het bestand, kort na het afsluiten hiervan, een zestal keren door landbouwers en vissers uit Gaza dood te schieten. Daarnaast zou Israël, volgens de regels van het bestand, de blokkade van Gaza opheffen of verlichten, maar heeft dit vervolgens niet of slechts in beperkte mate gedaan. De druppel die voor Hamas de emmer deed overlopen was de inval in Gaza door de IDF op 4 november 2008, waarbij de militairen zes strijders van Hamas doodden. Algemeen wordt aangenomen dat het deze inbreuk op de wapenstilstand was die het einde hiervan inluidde.

Ook aan de schermutselingen van 10-21 mei 2021 tussen Israël en Hamas gingen diverse provocaties van de zijde van Israël vooraf, waaronder de dreigende huisuitzetting van zes Palestijnse gezinnen in Oost-Jeruzalem en de schending, tot driemaal toe, van de heilige grond van de Al Aqsa Moskee in Jeruzalem door de politie. (Noot: Zie het artikel 'After Years of Quiet, Israeli-Palestinian Conflict exploded. Why Now?' in de De New York Times van 15 mei 2021.)

Na de eerste schendingen liet Hamas weten niet werkeloos te kunnen blijven toezien als de belangen van de Palestijnen zo zwaar werden geschonden, na welke waarschuwing op 7 mei en 10 mei zelfs gewapende schendingen van de Al Aqsa Moskee plaatsvonden door de Israëlische politie, waarbij vele Palestijnse werden gewond.

De vraag in de kop van het artikel “Why Now” lijkt retorisch.

De premier van Israël, Netanyahu, leek voor de vierde keer niet te slagen in zijn pogingen om een kabinet te vormen na de jongste verkiezingen. De oppositieleider Yair Lapid leek meer succes te gaan boeken met zijn poging, mede omdat de Arabische/Palestijnse partij Ra'am bereid leek tot samenwerking. Voor Netanyahu geen gunstige ontwikkeling, ook al omdat laatstgenoemde vervolgd wordt wegens de verdenking van corruptie, terwijl dat proces makkelijker gevoerd zou kunnen worden indien hij geen deel meer uit zou maken van de regering.

Dankzij deze kortstondige oorlog lijkt het erop dat Netanyahu's kansen, als redder des vaderlands, weer aanzienlijk zijn gestegen. Het is dus onmiskenbaar dat Netanyahu, vanuit politiek en persoonlijk oogpunt, gebaat was bij deze oorlog.

Conclusie
Uit de opstelling van Israël blijkt dat zij geen tweestatenoplossing wenst, hetgeen ook kan worden afgeleid uit het kolonisatiebeleid op de West Bank. Handhaving van deze illegale kolonies maakt de

vorming van een functionele Palestijnse staat tot een feitelijke onmogelijkheid. Daarnaast beoogt Israël kennelijk om relevante delen van de West Bank voor zichzelf te houden en dan gaat het met name om de toegang tot het water en de meest vruchtbare landbouwgronden.

Een éénstaatoplossing zal Israël ook niet willen, want dat zou betekenen dat zij de Palestijnse bevolking van de bezette gebieden zou moeten opnemen. Op dit moment wonen er een kleine 7

miljoen joden in Israël, terwijl er evenzovele Palestijnen leven in Israël, Gaza en de West Bank tezamen. Israël gaat al deze Palestijnen niet als gewone burger opnemen, want dan zou het land zijn status als joodse staat verliezen. En dat is nu net voor Israël zo'n belangrijk punt, dat dit in 2018 expliciet bij (de natiestaat)wet is vastgelegd. Om die reden zal integratie alleen worden overwogen indien de Palestijnen de status van tweederangsburger zouden krijgen, zonder stemrecht. Dit is niet de soort PR die Israël zoekt, want het streven is er nu juist op gericht om de internationale gemeenschap ervan te overtuigen dat Israël de enige democratie in het Midden-Oosten is en dus het aangewezen steunpunt voor het Westen in deze regio. Dit beeld zou onverdedigbaar worden indien Israël de status van tweederangsburger van zijn Palestijnse inwoners zou formaliseren. Daarmee zou namelijk zonneklaar worden dat Israël wel degelijk die Apartheidsstaat is, die Human Rights Watch haar verwijt te zijn is haar rapport van 27 april 2021, met de titel 'A Threshold Crossed'.

Dit dilemma lijkt Israël te hebben doen besluiten om te kiezen voor een strategie die geen oplossing biedt voor 'het Palestijnenprobleem', namelijk door te kiezen voor continuering van het huidige beleid, hoe immoreel dit ook moge zijn. Houdt de Palestijnen in Gaza en op de West Bank in een ijzeren greep en laat in Gaza vooral Hamas in leven. Speel hiermee zo af en toe het spel van Kat en Muis, daar kan je in Israël politiek garen bij spinnen, terwijl je de internationale gemeenschap hiermee kunt voorhouden dat Hamas wel degelijk een levensgevaarlijke terroristische organisatie is en, als je het iets breder trekt, dat de Palestijnen op de West Bank en Gaza eigenlijk gewoon een existentiële bedreiging vormen voor het voortbestaan van de staat Israël.

De boodschap van Israël zal zijn dat de westerse wereld niet voor de tweede keer mag wegkijken bij de bedreigingen waaraan het joodse volk ten prooi dreigt te vallen.

En laat vooral niemand erop wijzen dat Israël, na de Verenigde Staten, het meest geavanceerde leger ter wereld heeft en over kernwapens beschikt, want dan zou men al snel inzien hoe volstrekt ridicuul de suggestie is dat Hamas, met zijn zelf geknutselde raketten, een bedreiging zou kunnen vormen voor het voortbestaan van de staat Israël.

Natuurlijk kent deze strategie van Israël ook voor de eigen bevolking nadelen. De regering legt met dit beleid een tikkende tijdbom onder de eigen maatschappij, hetgeen tot nu toe leidt, naast een morele verzilting, tot een beperkt aantal joodse slachtoffers per jaar. Alhoewel ieder slachtoffer er één teveel is spreek ik toch over beperkt, omdat statistieken uitwijzen dat het aantal slachtoffers aan Palestijnse zijde zo'n factor tien hoger ligt. Daarnaast moet de maatschappij leven met momenten of perioden van angst vanwege (de dreiging van) aanslagen. Maar in de politieke afweging wegen deze nadelen kennelijk niet op tegen de ideologische en materiële voordelen van de gebiedsuitbreidingen die de staat Israël heeft gerealiseerd, c.q. nog beoogt.

Het lijkt me dat de Israëlische regering bij deze kosten-baten analyse niet het psychische en materiële lijden van de Palestijnen, als gevolg van dit Israëlische beleid, zal meenemen bij haar uiteindelijk oordeel.

Wel vrees ik dat dit beleid een aspect heeft van Russisch roulette. Je kan niet oneindig miljoenen mensen zowel psychisch als materieel knechten, zonder dat daar op enig moment een rekening voor wordt gepresenteerd. Ooit komt voor Israël het moment om in de spiegel te kijken en om vervolgens rekenschap af te leggen over haar beleid, dat niet alleen immoreel is, maar ook in strijd met het internationale recht.

 

Leiden, 25 mei 2021

Rob Tjalkens

 

Naschrift
Twee jaar na het schrijven van bovenstaand artikel is de politieke situatie in Israël drastisch gewijzigd. Op 29 december 2022 werd het zesde kabinet van Benjamin Netanyahu beëdigd. De signatuur van dit kabinet is uiterst rechts, met o.m. vertegenwoordigers van ultra-orthodoxe en ultranationalistische huize.

Zwaargewichten zijn, naast Netanyahu, Itamar Ben-Gvir, Bezalel Smotrich en Aryeh Deri.

Ben Gvir, van het Jewish National Front, werd in 2007 veroordeeld voor terrorisme en het aanzetten tot racisme. Hij werd niet toegelaten tot het Israëlische leger vanwege zijn extreme opvattingen. Ik kan mij daar wel iets bij voorstellen. Zo heeft hij al verkondigd dat militairen die op Palestijnen schieten wat hem betreft immuniteit moeten krijgen.

Zijn verleden vormde voor Netanyahu geen reden om hem niet te benoemen tot minister van Veiligheid. Zeer onlangs dwong hij bij Netanyahu af dat hij een eigen militie zou krijgen, hetgeen voor Israël een novum betekent. Anders dreigde hij uit het kabinet te stappen. De onderliggende reden voor die eis was dat dit kabinet de macht en het gezag van het Hooggerechtshof wil inperken, maar dat Netanyahu dit initiatief voorlopig heeft 'kalt gesteld', nadat de bevolking massaal hiertegen in verzet kwam. Het Hooggerechtshof heeft onder meer de bevoegdheid om wetsvoorstellen te toetsen aan een aantal basiswetten (Israël beschikt niet over een grondwet) en deze vervolgens af te keuren, indien zij deze toets niet doorstaan.

Netanyahu wil van dit finale oordeel van het Hooggerechtshof af en dit beleggen bij het parlement. Zodoende ondergraaft hij de onafhankelijke rechtspraak en daarmee één van de pijlers van de rechtsstaat. De bevolking vreest dat Israël hiermee het pad inslaat dat leidt naar een autocratie, net als Viktor Orban in Hongarije. Het is wellicht geen toeval dat beide mannen goed bevriend zijn.

Gevreesd wordt dat Netanyahu deze actie tegen het Hooggerechtshof uiteindelijk wel wil doorzetten, om zo te voorkomen dat hij daadwerkelijk zal worden vervolgd voor de rechtszaken die tegen hem lopen, wegens fraude en omkoping.

Bezalel Smotrich, van de partij Religious Zionism, is minister van Financiën, maar heeft tevens de verantwoordelijkheid bedongen voor het beleid inzake de (illegale) vestigingen op de westelijke Jordaanoever. Zowel Ben-Gvir als Smotrich willen dit gebied annexeren.

De Israëlische minister van Binnenlandse Zaken, Aryeh Deri, moet zijn post opgeven, oordeelt het Hooggerechtshof. Deri, het invloedrijke hoofd van de ultra-orthodoxe Shas-partij, werd vorig jaar voorwaardelijk veroordeeld voor belastingfraude. Die veroordeling maakt volgens het hof dat hij geen kabinetspost zou mogen bekleden.

Om gevangenisstraf te ontlopen heeft hij toentertijd bovendien beloofd dat hij nooit meer zou terugkeren in de politiek, een belofte die hij een jaar later dus met voeten treedt.

Al met al moet geconstateerd worden dat de politieke situatie in Israël verre van stabiel is. Het nieuwe kabinet vormt een bedreiging voor zowel de rechtsstaat als de democratie in Israël en een groot deel van de bevolking vreest dat het land dreigt af te glijden richting een autocratie.

Voor veel Israëli's is dat reden om emigratie naar het buitenland te overwegen, terwijl het bedrijfsleven ervoor kiest om z'n investeringen in Israël te bevriezen of te beperken.

Voor de Palestijnen ziet de toekomst er nog dreigender uit. Meer onteigeningen ten behoeve van joodse kolonisten zullen volgen en er is reden om te vrezen voor meer geweld tegen hun bevolking. Hiermee zal hun hoop op een leefbaar bestaan nog verder verdampen, wat reden kan zijn voor gewelddadige acties van hun kant.

De uitvoering van het voorgenomen kabinetsbeleid staat borg voor een polarisatie van de maatschappij, terwijl alle ingrediënten aanwezig zijn om van Israël in de komende periode één van de gewelddadigste landen van het Midden-Oosten te maken.
 

Leiden, 17 mei 2023

Rob Tjalkens

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) autocratie Balfourverklaring Gazastrook Hamas Israël kolonisatiebeleid Nakba Netanyahu Palestijnen Resolutie 181 Sykes-Picotverdrag tweestatenoplossing ultra-orthodox untranationalistisch West Bank https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/isra-l-en-het-palestijnse-probleem Wed, 17 May 2023 14:53:37 GMT
DE INTRODUCTIE VAN EEN ONVERVALSTE VORM VAN KLASSENJUSTITIE BIJ DE BESTRIJDING VAN FRAUDE https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/Klassenjustitie-bij-de-Fraudebestrijding EEN EERSTE AANZET TOT DE-CRIMINALISERING VAN DE FRAUDEBESTRIJDING IN NEDERLAND, OF TOCH 'GEWOON' DE INTRODUCTIE VAN EEN ONVERVALSTE VORM VAN KLASSENJUSTITIE?

Reactie op een artikel in het NRC inzake fraudebestrijding
Met het artikel in de NRC van 23-11-2021, waarvan de kop luidt: "OM-top perkte onderzoek Pels Rijcken in”, werd een bedenkelijke ontwikkeling op het gebied van de misdaadbestrijding in Nederland aangeroerd.

Het artikel vermeldt dat: “Pels Rijcken door het OM de leiding werd gegeven in een onderzoek naar fraude door de eigen bestuursvoorzitter” en ”Het OM maakte in 2019 bekend dat het bij fraudezaken meer wil leunen op commerciële onderzoekers die werken in opdracht van het bedrijf waar is gefraudeerd.” Volgens de minister van Justitie en Veiligheid scheelt een dergelijke privatisering mankracht en geld.

De privatisering van de opsporing in het kader van de misdaadbestrijding is zowel om
1) rechtsstatelijke, 2) opsporingstechnische en 3) strategische redenen ongewenst. Misdaadbestrijding vormt een onderdeel van de rechtshandhaving en binnen ons staatsbestel is dit een overheidstaak. De opsporingsonderzoeken die in dit kader plaatsvinden, waaronder fraudeonderzoeken, vormen derhalve een onderdeel van de taak van de overheid, in casu het OM. Deze vindt plaats binnen de kaders die hiervoor zijn neergelegd in het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering. Dit type werk vereist, naast een administratieve deskundigheid, zeer specifieke en specialistische kennis en vaardigheden op het gebied van het strafrecht.

Commerciële onderzoekers ontberen doorgaans deze kennis en bovendien hebben zij geen toegang tot de opsporingsmogelijkheden, die in het Wetboek van Strafvordering zijn voorzien ten dienste van de opsporing van bepaalde strafbare feiten.

Het uitbesteden van dit soort gevoelige onderzoeken aan private organisaties is, vanuit rechtsstatelijk perspectief ongewenst en leidt bovendien, om bovengenoemde redenen, tot een lagere kwaliteit van de output.

Hier komt nog bij dat de waarheidsvinding in het gedrang zou kunnen komen indien dit soort onderzoeken wordt ingesteld in opdracht en voor rekening van de organisatie waarbinnen de vermoede fraude zou zijn gepleegd. Het streven om de onderste steen boven te krijgen zal namelijk dikwijls in strijd zijn met de belangen van de opdrachtgever.

Het is niet verrassend dat bij deze privatisering de focus van het nieuwe beleid van het OM ligt op de fraudebestrijding en dat de belangen van het bedrijfsleven prioriteit krijgen, zo nodig ten koste van die van de burger. Immers, het (grote) bedrijfsleven, inclusief de financiële sector, verschaft werkgelegenheid aan de maatschappij en verdient dus ons respect en vertrouwen. Dit verklaart mede waarom het zo'n gewilde landingsplaats vormt voor veel oud-politici. De leiding van het OM lijkt ervoor te kiezen om deze sectoren te kunnen vrijwaren van mogelijke strafrechtelijke smetten. De wet biedt hierbij het nuttige alternatief van boetes en van transacties om desgewenst de bestuurders van deze bedrijven buiten de publieke schijnwerpers te houden. In dit verband kan verwezen worden naar het witwasschandaal bij de ING, waarbij het OM via een artikel 12 procedure gedwongen moest worden om vervolging in te stellen tegen de verantwoordelijke CEO, terwijl het bedrijf een transactie werd aangeboden, om verdere strafrechtelijke vervolging te voorkomen.

De suggestie dat diensten als de FIOD en het OM achteraf, kennelijk op basis van de door de ingehuurde commerciële onderzoekers aangeleverde stukken en kijkend door hun opsporingsbril, een betrouwbaarheidstoets mbt het ingestelde onderzoek zouden kunnen uitvoeren, iets waarvan de Minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus gewag maakte bij zijn verdediging van dit beleid in de Tweede Kamer, raakt kant noch wal. Het verzamelde materiaal zal niet geselecteerd zijn vanuit een strafrechtelijk opsporingsperspectief, terwijl commerciële onderzoekers ook geen toegang hebben tot de specifieke opsporingsmogelijkheden die zo belangrijk zijn bij de fraudebestrijding en die zijn neergelegd in het Wetboek van Strafvordering.

Conclusies
De privatisering van fraudeonderzoeken is rechtsstatelijk gezien onjuist. Bovendien leidt dit tot een verarmd opsporingsproces, hetgeen een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van de onderzoeksresultaten.
Als 'collateral damage' van dit beleid zal blijken dat dit een boost geeft aan fraude-minnend Nederland, omdat er nauwelijks nog afschrikwekkende werking uitgaat van de fraudebestrijding in dit land. Het idee dat dit goed zou zijn voor het vestigingsklimaat geldt wat mij betreft niet als aanbeveling.
Ook gaat dit beleid ten koste van de geloofwaardigheid van het OM bij de burger, terwijl het binnen het OM zelf een aanslag vormt op de moraal van de medewerkers en van de rechercheurs die onder hun gezag belast zijn met het instellen van strafrechtelijke fraudeonderzoeken.
Tevens zal dit nieuwe beleid leiden tot een ondermijning van het rechtsgevoel bij de burger. Hiermee zal de indruk ontstaan dat Vrouwe Justitia haar blinddoek heeft afgelegd.
En dit nota bene met medewerking van de Minister van Justitie en Veiligheid.

Leiden, 30 november 2021

 

Rob Tjalkens,

 

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) Grapperhaus klassenjustitie landsadvocaat privatisering van de fraudebestrijding Rels Rijcken https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/Klassenjustitie-bij-de-Fraudebestrijding Tue, 16 May 2023 19:10:29 GMT
MARK RUTTE, EEN TWEELUIK https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/mark-rutte-een-tweeluik MARK RUTTE, EEN TWEELUIK

Dit document bestaat uit twee, volgtijdelijk geschreven, artikelen, te weten:

  • Een schets van Mark Rutte, als premier van Nederland, geschreven in 2020 en

  • Rutte's falen, geschreven in 2022 en opnieuw geredigeerd in 2023.
     

Het eerste artikel beschrijft de politicus Mark Rutte, wat hem beweegt,waar hij voor staat maar ook waar hij mijns inziens tekort schiet, terwijl in het tweede artikel met name wordt gefocust op zijn foutieve beleidskeuzes en op de vraag waarom deze fouten bij democratische verkiezingen niet worden afgestraft. Overigens wijs ik er op dat, waar het in beide artikelen gaat over het beleid van de diverse kabinetten Rutte, sprake kan zijn van een zekere doublure. Desondanks wens ik U veel leesplezier.

Leiden, 16 mei 2023,

Rob Tjalkens

 

Artikel 1: EEN SCHETS VAN MARK RUTTE, ALS PREMIER VAN NEDERLAND

Inleiding
Door de band genomen is Rutte een aimabel mens. Een bruggenbouwer die op joviale wijze mensen weet te binden. Daarnaast toont hij zich een goede crisismanager. Dat geldt zowel bij de aanpak van het MH-17 onderzoek als bij de aanpak van het coronavirus. (Zie noot nr 1) Het zijn deze kwaliteiten die bij de burger in het oog springen en die hem in deze tijd omhoog stuwen in de peilingen.

Rutte is, naar eigen zeggen, geen man van vergezichten. Hij prijst zich gelukkig dat hij zich bij het leiden van het land niet gehinderd weet door een toekomstvisie. Rutte is in feite een opportunist. Zo vist hij regelmatig naar stemmen in de vijver van de PVV en FvD. Deze op stemmenwinst gerichte focus geeft het gevoel dat voor hem het doel (stemmenwinst) de middelen heiligt. Diezelfde motivatie lijkt me ook ten grondslag te liggen aan zijn kreet 'Pleur op' (Zie noot 2), gericht tegen een groep Turkse Nederlanders. Deze uitspraak was een premier van Nederland onwaardig. Van een politicus verwacht ik dat hij mij zijn visie schetst op de toekomst, waarheen hij het land wil leiden. Dit beeld vormt vervolgens voor mij de basis om te besluiten of ik hem wel of niet mijn stem zal geven. Rutte beantwoordt in dit verband niet aan mijn verwachtingen.
 

Uitgangspunten die richting geven aan Rutte's beleid
Onder Bolkestein werd de koers van de VVD verlegd van liberaal naar neoliberaal, hetgeen tot op de dag van vandaag zijn weerslag heeft op de Nederlandse politiek. In laatstbedoelde filosofie staat niet de burger of de maatschappij centraal, maar de onderneming en de vrije markt. De VVD noemt zich dan ook 'de ondernemerspartij' en spreekt van 'de BV Nederland'. Hiervan getuigt ook de geste tegenover de Engelse aandeelhouders van Unilever (de discussie over de afschaffing van de dividendbelasting), die de Nederlandse staat (lees: de belastingbetaler) vele miljarden Euro's zou hebben gekost. Toen deze aandeelhouders het Londense kantoor niet naar Nederland wilden verplaatsen liet Rutte op slag zijn argument voor het Nederlands vestigingsklimaat vallen. Dit voorbeeld illustreerde de voorkeur van Rutte om eventueel beschikbare financiële ruimte toe te laten vallen aan de buitenlandse aandeelhouders van 'Big Business', in plaats van aan bij voorbeeld de salarissen in de zorg.

Het door de VVD toegepaste neoliberale beleid heeft zijn wortels in het Anglo-Amerikaanse neoliberalisme, hetwelk steunt op de volgende kerngedachten:

1) De economie gedijt het beste bij een onbelemmerde vrije markt.

2) Overheidstaken dienen geprivatiseerd te worden (met uitzondering van o.a. enkele vrijheid gerelateerde kerntaken, zoals defensie en politie).
3) Voor de resterende overheid geldt het credo van de bezuinigingen.

Deze opvatting geeft inmiddels al jaren richting aan het Nederlandse beleid.
De onderliggende argumentatie hiervoor is neergelegd in een essay met de titel:
'Why Government Is the Problem', van de hand van Milton Friedman, één van de grondleggers van deze neoliberale filosofie.

De presumptie van het neoliberalisme dat de vrije markt de panacee is voor het functioneren van de maatschappij en dat de overheid, een enkele uitzondering daargelaten, geen wezenlijke rol toekomt in het maatschappelijk verkeer, getuigt van een zienswijze waarvoor in het huidige tijdsgewricht geen plaats meer is. Een aantal zaken heeft ons dat inmiddels indringend duidelijk gemaakt, waaronder de door dit systeem ontstane inkomensongelijkheid, de klimaatproblematiek en de coronacrisis.

Hoe kieskeurig is de VVD/Rutte
In de inleiding merkte ik op dat Rutte in de vijver viste van de PVV en FvD. Ik meende dat zijn streven naar stemmenwinst hem hiertoe aanzette. Inmiddels ontstaat bij mij de vrees dat de VVD zich zeer thuis voelt bij het gedachtegoed van deze partijen. Zo lees ik in het NRC van 15 mei j.l. dat de aartsvader van de VVD, Hans Wiegel, bij WNL Op Zondag het volgende verklaart: “Als mijn vriend Baudet zich af en toe inhoudt, dan is de kans dat die partij (Forum voor Democratie) in het komend kabinet komt heel groot.” Wiegel maakte inhoudelijk geen bezwaar tegen Baudets politieke opvattingen, wel tegen de openlijke manier waarop hij die soms uit. “Dom, moet je niet doen.” Wiegel doelde kennelijk op de uitspraak die Baudet op 10 april j.l. deed in een interview met GeenStijl. Baudet verklaarde toen onder meer dat de reguliere politieke partijen uit waren op de vernietiging van Nederland.

Met deze uitspraken geeft Wiegel een interessant inkijkje in zijn opvattingen (en van de VVD?). Hij ziet het kennelijk wel zitten dat de VVD een regering vormt met iemand die er op uit is om de

democratische rechtsstaat in Nederland af te breken, zolang die dat maar niet van de daken schreeuwt. Ook het streven naar het afbreken van de EU is voor Wiegel (de VVD?) kennelijk geen

hinderpaal voor regeringssamenwerking tussen de VVD en FvD. Nergens heb ik gelezen dat de VVD afstand neemt van deze opvattingen. Ik ben geneigd te concluderen dat de VVD voornoemde vijver dus beschouwt als ook zijn eigen viswater, hetgeen ik een benauwende gedachte vind. (Zie noot 3)

Rutte en de binnenlandse politiek
Na enkele staatssecretariaten en het fractievoorzitterschap van de VVD in de Tweede Kamer te hebben vervuld werd Mark Rutte in 2010 premier van Nederland.
In die rol heeft Rutte in de afgelopen tien jaar het Nederlandse politieke landschap in sterke mate bepaald. Hij leidde in deze periode drie kabinetten:
Rutte I, van 2010 – 2012. Dit kabinet bestond uit VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV.

Rutte II, van 2012 – 2017. Dit kabinet bestond uit VVD en PvdA.

Rutte III, van 2017 – ? . Dit kabinet bestaat uit VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.

Uit het door deze kabinetten gevoerde beleid is een lijst met maatschappelijke problemen voortgevloeid, waarvan er hierna diverse worden benoemd.
Zo wordt de Nederlandse maatschappij momenteel geconfronteerd met een tweetal problemen van waarlijk nationale omvang, waarvan het ontstaan volledig toe te rekenen is aan het onder Rutte gevoerde beleid. Dit betreft de crisis in de woningbouw en de stikstofcrisis.

 

De crisis in de woningbouw
'Hoe de overheid zelf de woningnood creëerde'. Zo luidt de titel van een uitgebreid artikel in het NRC van 16 april 2020.
In 2005 zei de Minister van Volkshuisvesting Sybilla Dekker (VVD) dat “we vinex niet meer moesten doen”. Haar uitspraak was mede ingegeven door de gedachte dat Nederland 'af' was en in de nabije toekomst een krimpland zou worden. Een dramatische misvatting, naar spoedig bleek.
En nog maar twee jaar geleden zei Stef Blok (VVD) trots dat hij de eerste minister was die een heel ministerie (van Wonen en Rijksdienst) overbodig had gemaakt en dat de woningmarkt 'af' was. Inmiddels is er sprake van een tekort van 315.000 woningen en zijn de wachttijden voor sociale huurwoningen in steden als Amsterdam en Utrecht opgelopen tot tien jaar, of langer. En tot overmaat van ramp gooien de gevolgen van het stikstofbeleid van 'Rutte' nog meer roet in het eten van de bouwwereld.
Deze ontwikkeling op de woningmarkt kan niet los worden gezien van de decentralisatie van overheidstaken en van de liberalisering van deze markt, waarmee een einde kwam aan de traditie van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting onder leiding van de rijksoverheid.

De stikstofcrisis
In 2001 heeft de Europese Raad ingestemd met het voorstel om door de Lidstaten aan te wijzen natuurgebieden in de EU te beschermen. Leidraad was hierbij de Vogel- en Habitatrichtlijn, die in Nederland is geïmplementeerd als de Wet Natuurbescherming. Het betreft een beschermingsplicht van de Lidstaten, waarbij de EU belangrijke subsidies verstrekt. Onderdeel van deze bescherming vormde de terugdringing van de stikstofneerslag in die aangewezen kwetsbare gebieden, ter bescherming van de biodiversiteit en de vogelstand. Het jaar van ingang was 2010.

Onder Rutte I koos Nederland voor wat Rutte inmiddels een geitenpaadje noemt. Een ogenschijnlijke oplossing, waarbij de problemen naar de toekomst werden doorgeschoven. Dit was de PAS-regeling. De Programmatische (beter zou zijn geweest problematische) Aanpak Stikstof. De Commissie Milieu-effectrapportage achtte dit voorstel in strijd met de Europese Habitatrichtlijn. Een jaar later wordt een aangepast voorstel door deze commissie gekwalificeerd als juridisch onhoudbaar. Vergunningen, afgegeven op basis van deze regeling, zouden geen stand houden bij de rechter. Dit weerhoudt Rutte II er niet van deze regeling toch in te voeren. Sharon Dijksma (PvdA) had weinig speelruimte, omdat de VVD wilde dat deze regeling er kwam.(Zie noot 4)

Dat dit beleid geen stand hield bleek in 2019, met de uitspraak van de Raad van State. Rutte noemde de stikstofcrisis de heftigste crisis in negen jaar premierschap. Hij kon toen niet bevroeden dat het lot nog een andere verrassing voor hem in petto zou hebben.

Enkele andere potentiële struikelpunten
De regering worstelde ook met een aantal andere problemen uit eigen brouwerij. Zo zijn er bij het Ministerie van Defensie diverse kwesties die enig ongerief veroorzaken. Nadat Minister Hennis (VVD) de Kamer onjuist had geïnformeerd over de consequenties van de door Nederland uitgevoerde luchtaanval op Hawija in Irak, lijkt haar opvolgster (Ank Bijleveld van het CDA) van dit communicatieve gebrek een traditie te hebben gemaakt, hetgeen haar tot tweemaal toe een motie van wantrouwen heeft opgeleverd. In diezelfde affaire zei Rutte op gestelde Kamervragen dat hij bepaalde vragen niet kon beantwoorden omdat een protocol hem dit verbood. Pas later bleek dat niets in dit protocol die informatieverstrekking in de weg stond.

De staatssecretaris van ditzelfde ministerie, Barbara Visser (VVD) bestond het om jarenlang de provincie Zeeland in de waan te laten dat de mariniers van Doorn naar Vlissingen zouden verhuizen. Zeeland investeerde hiervoor miljoenen Euro's. Deze toezegging hield zij tot het laatst toe vol, zelfs tot na het moment waarop de beslissing was genomen dat dit niet Vlissingen, maar Apeldoorn zou worden. Zeeland voelde zich bedrogen door dit kabinet en zal zeker voor de geleden schade gecompenseerd moeten worden.

Overigens wacht dit departement nog een vermoedelijk honderden miljoenen kostende strop, als gevolg van een ondoordacht aanbestedingsbeleid onder Hennis. Het betreft een inmiddels op dood spoor beland ICT-project, genaamd Prometheus, ter waarde van €1,3 miljard. Dit project moet vermoedelijk worden afgeschreven, maar Visser schuift een beslissing hierover al tijden voor zich uit, vermoedelijk vanwege de dreigende financiële consequenties. Doet denken aan haar 'Zeeland beleid'.

In dit rijtje van politiek falen mag ook Groningen niet ontbreken. Minister Wiebes (VVD), van Economische Zaken en Klimaat, is verantwoordelijk voor de afhandeling van de aardbevingsschade in de provincie Groningen. Omdat dit niet zo in onze cultuur zit staat er bij mijn weten nog geen prijs op zijn hoofd, maar wel hebben de gedupeerde Groningers inmiddels ervaren wat het betekent om overgeleverd te zijn aan een weinig empathische overheid.

Consequenties van het gevoerde neoliberale beleid
De Nederlandse maatschappij wordt getekend door de diepe sporen van een al jaren durend neoliberaal beleid. Mede daardoor is 'het Malieveld' inmiddels een begrip geworden.

– Jarenlang is er bezuinigd op de politie, over de rug van de medewerkers en ten koste van de kwaliteit van hun werk en de publieke veiligheid.

– Jarenlang is er bezuinigd op de rechterlijke macht, hetgeen het functioneren van deze organisatie en daarmee de kwaliteit van de rechtsstaat ernstig schaadt.

– Jarenlang is er bezuinigd op het (hoger) onderwijs, resulterend in een ernstig tekort aan (tevreden) leerkrachten en in een kwalitatieve erosie van het onderwijs. (Zie noot 5) Pas zeer onlangs en onder grote maatschappelijke druk is een eerste begin gemaakt met een zekere aanpassing van de salarissen. Wel apart voor een land dat zegt zich in de wereld te willen onderscheiden als kennis-economie.

– Jarenlang is er bezuinigd op de salarissen in de zorg. De coronacrisis heeft deze onderwaardering pijnlijk zichtbaar gemaakt.

– Bezuinigingen op de sociale advocatuur (toch al geen vetpot), geïnitieerd door Fred Teeven en voortgezet door Sander Dekker (beiden VVD), leiden tot een toenemende rechtsongelijkheid in de maatschappij.

Het past in de neoliberale opvattingen van de VVD dat aan de luchtvaart zo weinig mogelijk beperkingen worden opgelegd. Tegen deze achtergrond komt de recentelijk gepubliceerde Ontwerp-Luchtvaartnota niet als een verrassing. Ondanks vele mooie woorden kan de VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen niet verhullen dat zij voor de luchtvaart business-as-usual nastreeft (dus inclusief continue groei), leidend tot een grotere belasting van de burgers en tot klimaateffecten die onverenigbaar zijn met Europese klimaatdoelstellingen. Een duidelijk signaal van één van de belangrijkste investeerders in de wereld, Warren Buffet, was blijkbaar aan de VVD niet besteed. Buffet verkocht namelijk kortgeleden in één keer zijn gehele, substantiële, pakket aandelen in vier Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. Het leidt geen twijfel dat deze man zijn succes dankt aan zijn visie.

Ondanks de coronacrisis vertoont de leercurve van de VVD/het kabinet (zie ook de PAS-regeling en het op dit moment, 12 juni 2020, voorgestelde stikstofbeleid) verdacht veel overeenkomst met een horizontale streep

 

Rutte en Europa
Rutte is een regeringsleider die een versterking van de EU geen warm hart toedraagt. Deze opstelling deelde hij met het VK, maar door hun vertrek uit de EU komt de schijnwerper nadrukkelijker op Rutte te staan. Cameron en Rutte hanteerden dezelfde binnenlandse strategie ten opzichte van de EU. Zo maakte Cameron er een gewoonte van om de besluiten, die hijzelf had genomen in de Europese Raad, thuis te verkopen als onheuse aanvallen van 'Brussel', waartegen hij het Britse volk zou beschermen. Rutte's strategie was identiek. Dit spelletje speelden beiden onder meer bij het Raadsbesluit over de verhoging van de afdrachten aan de EU in 2016. Cameron, die vanwege de economische voordelen vóór het lidmaatschap van de EU was, speelde dit anti-EU spel om zijn Tory-partij verenigd te houden. Het uitschrijven van het Brexit-referendum door Cameron moet in ditzelfde licht worden bezien. Met deze actie viel Cameron echter in zijn eigen mes, omdat de uitslag anders uitviel dan hij had verwacht.

Rutte speelt hetzelfde spel. (Zie noot 6) Om nationaal politieke redenen (stemmenwinst) misleidt hij de Nederlandse kiezer regelmatig met verwijten aan 'Brussel' voor besluiten, die hij zelf mede heeft genomen. Ook uit Rutte zich met regelmaat op badinerende toon over de EU (“een feestcommissie, op zoek naar een feest”), wat schadelijk is voor zowel de EU als Nederland. Terwijl ook Rutte er zich terdege van bewust is dat de EU substantieel bijdraagt aan het welvaartsniveau in Nederland. (Zie noot 7)

Op 19 mei j.l. meldt het NRC dat Merkel, samen met Macron, een voorstel doet voor een Europees ondersteuningsprogramma ter grootte van €500 miljard. Dit bedrag zou toegevoegd moeten worden aan de Europese begroting, waarna Lidstaten aanvragen kunnen indienen voor de financiering van daarvoor in aanmerking komende projecten. Op deze manier wordt deze geldstroom ingepast binnen de bestaande financiële structuren van de EU. Wolfgang Schäuble verklaart de Duitse beleidsaanpassing als volgt: De verhoudingen in de wereld zijn aan het verschuiven. Als Europa in die nieuwe wereldorde nog een kans wil maken, „dan moet het nu bewijzen solidair te zijn en tot handelen in staat”. Het is een uitgesproken Duits eigenbelang, stelt Schäuble, de Europese Unie weer op de been te helpen. (Zie noot 8)

Rutte werkt inmiddels (20-5-2020) aan een eigen voorstel voor een Europees steunplan, bestaande uit betrekkelijk kortlopende leningen die onder stringente voorwaarden kunnen worden verstrekt. Dit voorstel doet hij samen met de Europese lichtgewichten Oostenrijk, Zweden en Denemarken.

Het is vanuit strategisch oogpunt uitgesproken onverstandig om een machtige en trouwe bondgenoot als Duitsland op deze manier in de wielen te rijden en dat op zich lijkt me al een strategische blunder. Dit optreden van Rutte, ook al gezien het recente optreden van Hoekstra en Rutte in de richting van de zuidelijke Lidstaten, zal er toe leiden dat het krediet van Nederland in de EU binnen de kortste keren zal zijn verspeeld. Merkel, die een politieke wederopstanding beleeft sinds de uitbraak van de coronacrisis, laat nogmaals zien dat zij één van de weinige regeringsleiders in Europa is, die het niveau heeft van een ware staatsman.

Op 22 mei publiceerde het NRC twee artikelen (van een brede nationale adviesgroep onder leiding van Mariëtte Hamer en van Luuk van Middelaar), waarin gewezen wordt op het belang van een versterking van de samenwerking en van de solidariteit binnen de EU. Het zijn dezelfde strategische overwegingen die richting geven aan het Duitse beleid. Rutte vindt financiële discipline binnen de EU kennelijk belangrijker dan het voortbestaan van de organisatie zelf. Zijn pijnlijk gebrek aan solidariteit speelt de populistische bewegingen in de zuidelijke Lidstaten nadrukkelijk in de kaart, hetgeen weer bijdraagt aan de ondergraving van de EU. Ook Geert Mak spreekt zich in klare taal uit over deze gang van zaken in en rond zijn onlangs verschenen 'Epiloog' . Ook hij is van oordeel dat Rutte en Hoekstra geen oog hebben voor het grotere belang van een sterk Europa en dat hun optreden slechts gekenmerkt wordt door een schadelijke vorm van kleingeestigheid.

Macron is van mening, aldus het AD van 19 juni 2020, dat Nederland met zijn opstelling de toekomst van Europa op het spel zet.

Twee jaar geleden gaf Rutte een speech in Berlijn, waarin hij zijn opvattingen over de EU ontvouwde. (Zie noot 9) Hij stelde hierbij: “De bottom line is dat 27 zelfstandige Europese landen samenwerken, omdat er nu eenmaal problemen zijn die je beter of soms zelfs uitsluitend gezamenlijk kunt aanpakken.” Rutte denkt in dit verband aan de vergroting van de welvaart (door de interne markt en de muntunie), de bevordering van de veiligheid, de aanpak van de klimaatverandering, migratie en de toekomst van de wereldhandel.
Met betrekking tot de EU benoemt Rutte dus twee ankerpunten (in zijn huidige terminologie):

  1. De zelfstandigheid van 27 Europese landen

  2. De noodzaak van samenwerking op bepaalde, hierboven genoemde gebieden.

De zelfstandigheid van de Lidstaten lijkt hierbij prioritair te zijn.
De vraag lijkt echter gerechtvaardigd of de samenwerking op bovenbedoelde gebieden wel optimaal kan worden gerealiseerd bij handhaving van de huidige zelfstandigheid van de Lidstaten.
Ik denk namelijk van niet. Ik acht daarvoor een versterking van de EU een voorwaarde.
Nu het mondiale speelveld beheerst wordt door grootmachten als de VS en China, die strijden om de (economische) wereldmacht, kan Europa zijn belangen alleen verdedigen vanuit een hecht front. Reeds eerder is gebleken dat landen (w.o. de VS en Rusland) uit zijn op de verzwakking, c.q. instorting van de EU, waarna zij vrij spel hebben bij het dicteren van hun voorwaarden aan de individuele Europese landen. Dit zou ernstige schade toebrengen aan de kwaliteit van leven van alle burgers van de EU-Lidstaten.
Nog biedt de EU ons een veilige vluchtheuvel, van waaraf de belangen van de burgers gediend kunnen worden. De toenemende agressie in de wereld dwingt tot de conclusie dat 'het Europese huis' snel versterkt moet worden, opdat de EU de komende ontwikkelingen het hoofd kan bieden.
Dat vereist de bereidheid van de Lidstaten om noodzakelijke verbeteringen aan te brengen. Eén van die verbeterpunten betreft de Muntunie. De bestaande Muntunie ontbeert een gedegen basis, wat de kwetsbaarheid van de Euro aanzienlijk verhoogt. Dit heeft tot gevolg dat deze munt zich niet kan ontwikkelen tot een stabiel betaalmiddel op wereldniveau. Weliswaar is er het Stabiliteits- en Groeipact, maar dit biedt per saldo onvoldoende waarborgen voor de gewenste stabiliteit. Juist in het huidige tijdsgewricht, waarin een groeiend aantal landen zich geconfronteerd ziet met de wenselijkheid van een alternatief voor de dollar als internationaal betaalmiddel, dient zich de mogelijkheid aan om de Euro zo'n rol te laten vervullen. De economische voordelen van zo'n ontwikkeling zijn niet te onderschatten.

Om de Euro robuuster te maken moet de Muntunie dus worden versterkt. Te denken valt aan een toenemende convergentie van de economieën van de Lidstaten, in combinatie met een zekere fiscale harmonisatie.
Op die manier wordt een einde gemaakt aan het verschil in effect van de Euro op de economieën van de verschillende Lidstaten. Op dit moment profiteert de economie van de 'sterkere' landen van de huidige situatie met betrekking tot de Euro omdat hun export stijgt (Duitsland, Nederland), terwijl die van de 'zwakkere' landen door een daling van hun export juist krimpt (Italië, Spanje). Dit effect wordt veroorzaakt door de bestaande economische en fiscale verschillen tussen de Lidstaten en heeft tot gevolg dat hun welvaart steeds verder uit elkaar wordt gedreven.

Dit pleidooi voor een sterkere Muntunie zou Rutte moeten aanspreken, want in zijn speech stelt hij: “Zonder een sterke Euro en een stabiele muntunie is elk gesprek over de toekomst van de Europa een bijna theoretische exercitie.” Helaas zijn Rutte's woorden strijdig met zijn daden. In de praktijk blijkt Nederland namelijk sinds jaar en dag een fervent tegenstander van fiscale harmonisatie. Nederland frustreert al jaren alle pogingen van de EU op dit terrein. Terwijl juist een level playing field binnen de EU van essentieel belang is voor een gelijke behandeling van de burgers. Met zo'n harmonisatie wordt tevens voorkomen dat fiscale instrumenten worden ingezet om collega-Lidstaten van belastinginkomsten te 'beroven'. En dat laatste maakt nu net onderdeel uit van het Nederlandse fiscale beleid, met zijn ruling-regime en zijn inzet van allerhande financiële instrumenten, gerelateerd aan belastingparadijzen. De publicatie van de Panama Papers in 2016 en de politieke ophef hierover heeft tot nu toe maar beperkt invloed gehad op het Nederlandse beleid. Er zou inmiddels sprake zijn van een eerste aanzet tot verbetering.

Tegen deze achtergrond komt Rutte's kritiek op de belastingdiscipline in de zuidelijke Lidstaten nogal hypocriet over, zeker nu Nederland, sinds het vertrek van het VK, ook nog eens de grootste witwasmachine van de EU is.

In zijn speech sprak Rutte zich uit vóór een intensivering van het beleid van de EU op diverse terreinen (veiligheid, stabiliteit, migratie, klimaat), maar dat moest dan wel gerealiseerd worden met een kleinere meerjarenbegroting. Een neoliberale opvatting die de aansluiting met de realiteit mist. Ook op dit moment blokkeert Nederland (dat samen met Oostenrijk, Denemarken en Zweden het vrekkige viertal vormt) de voortgang van discussies rond een verhoging van de meerjarenbegroting (2021-2027) binnen de EU.

Al met al bevestigt Rutte, ook met zijn opstelling ten opzichte van de EU, het door hemzelf geschetste beeld van een man zonder visie.
De effecten hiervan dreigen te leiden tot een afbreuk van de positie van Nederland in de EU, maar ook tot een verzwakking van de EU op het wereldtoneel.
Rutte bewijst hiermee aan landen als de VS, Rusland en China een grote dienst, maar hij veroorzaakt met zijn opstelling wel een fikse imago-schade voor Nederland, terwijl hij hiermee tevens een serieuze bedreiging creëert voor de levensstandaard van alle burgers van de EU.

Rutte's asielbeleid
Het asielbeleid van Nederland is gericht op het buiten de deur houden van 'problemen', dat wil zeggen van asielzoekers. Zijn oplossing luidt: 'Opvang in de regio'. Ik prefereer een humanere opstelling ten aanzien van vluchtelingen, met inachtneming van het door Nederland geratificeerde VN-vluchtelingenverdrag van 1951 en van de koers die Angela Merkel op dit terrein vaart. In ditzelfde licht moet een recent initiatief van een aantal Nederlandse gemeenten worden gezien. Zij hebben namelijk de wens uitgesproken om een overzienbaar aantal ouderloze kinderen uit opvangkampen op te nemen, ook al gezien de dreiging van het coronavirus in die kampen. Rutte wil hier echter niets van weten. Ook de oproep van een aantal CDA-burgemeesters, benadrukkend dat de C toch echt staat voor christelijk, mocht niet baten. Aanvankelijk meende ik dat Rutte's opstelling werd ingegeven door de wens om de populisten de wind uit de zeilen te nemen. Onverstandig omdat je hen zo de agenda laat bepalen. Inmiddels vrees ik dat met betrekking tot het asielbeleid Rutte's populistische neiging ('ik ben een goede populist') zijn agenda bepaalt. Nederland straalt hiermee een humanitaire kilheid uit die tot nu toe kenmerkend werd geoordeeld voor landen als Hongarije en Denemarken. Ik ben van mening dat Rutte's asielbeleid tekort doet aan het humane karakter van een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking. Nog afgezien van het menselijk leed leidt deze opstelling in veel Europese landen tot imagoschade voor Nederland.

Inmiddels begint de tijd te dringen om werk te maken van de gevolgen van een snel veranderend klimaat. Binnen afzienbare tijd zal Europa overspoeld worden met klimaatvluchtelingen, omdat deze mensen in hun eigen omgeving geen overlevingsmogelijkheden hebben. Oogsten zullen mislukken en het vee zal massaal sterven. Opvang in de regio is dan geen optie. Een passend antwoord op deze ontwikkeling vereist een nauwe samenwerking op mondiaal en zeker ook op Europees niveau. Wanneer deze ontwikkeling zich aan ons manifesteert zal blijken hoe futiel onze huidige problemen eigenlijk waren.

Rutte's opstelling in het discriminatie-debat
Na vele jaren van discussie onthulde Rutte onlangs tijdens een corona debat in de Tweede Kamer dat hij door gesprekken met betrokkenen recentelijk tot het inzicht was gekomen dat Zwarte Piet door gekleurde mensen kon worden ervaren als discriminerend. Die gevoelens verdienden respect. Hij sprak zelfs van systematische discriminatie in Nederland, maar weigerde desgevraagd te concluderen dat deze discriminatie een institutioneel karakter had. Een wonderlijk woordenspel, waarbij de indruk rees dat hiermee een zekere ruimte werd gecreëerd voor een relativering. Datzelfde gevoel werd versterkt toen Rutte in een ander vraaggesprek repte over J.P. Coen. Kennelijk om de complexiteit van een éénduidig standpunt te illustreren verklaarde Rutte dat Coen een visionair bestuurder was, maar dat hij ook strafexpedities had uitgevoerd op de Banda-eilanden, waarbij duizenden inwoners waren gedood.

Al met al is het nog tamelijk onduidelijk wat Rutte's opvattingen nu eigenlijk precies zijn met betrekking tot het onderwerp, wat heden ten dage over de hele wereld massa's mensen op de been brengt onder het motto “Black Lives Matter'.

Ook verbaast het me dat de politiek naar zijn oordeel geen rol zou hebben bij de aanpak van (rassen)discriminatie. Dit zou de uitsluitende verantwoordelijkheid zijn van de burger. Naar mijn mening een onverdedigbaar standpunt, wanneer je bedenkt dat de staatssecretaris van het Ministerie van Financiën aangifte heeft gedaan bij het OM wegens het zogenaamde etnisch profileren door de Belastingdienst. Bovendien is sinds jaar en dag bekend dat de politie haar aanpak mede baseert op dit etnische profileren (rassendiscriminatie), een misdrijf waar Rutte zelf toe zou hebben aangezet en waarvoor hij in 2007 door de rechter werd veroordeeld. Als staatssecretaris van Sociale Zaken vroeg hij begin 2003 namelijk aan gemeenten om inwoners van Somalische afkomst extra te controleren op fraude met bijstand. Nadat de rechter had geoordeeld dat dit verzoek in strijd was met de wet was Rutte van mening dat die wet dan maar moest worden aangepast. Het zou interessant zijn om te weten hoe Rutte nu over deze kwestie denkt.

Kortom, discriminatie komt sinds jaar en dag voor, ook bij bij de verschillende onderdelen van de Rijksoverheid en dus ligt er ook een taak voor diezelfde overheid om hiertegen op te treden.

Conclusie
Het vorenstaande noopt tot de conclusie dat Rutte weliswaar over een aantal positieve eigenschappen beschikt, maar dat zijn, veelal ideologisch gefundeerde, beleid tot aanzienlijke maatschappelijke onvrede leidt. Met name zijn bezuinigingsbeleid is hieraan debet. Toch vallen de negatieve consequenties van dit beleid in het niet, vergeleken met de immense schade die zou kunnen voortvloeien uit zijn opstelling met betrekking tot de EU. Met zijn dubbelspel en door zijn kennelijk gebrek aan visie brengt Rutte, voor eigen politiek gewin en wellicht ook om andersoortige overwegingen, de toekomst van de EU en derhalve ook de belangen van de Nederlandse bevolking in gevaar. Ook Macron is van oordeel dat Rutte's opstelling inzake de EU een bedreiging vormt voor de toekomst van Europa.
Net als Rutte speelde ook zijn 'maatje' Cameron deze spelletjes in het VK en de geschiedenis heeft geleerd welke risico's hieraan verbonden zijn.
Ik acht de handelwijze van Rutte dan ook ethisch verwerpelijk en politiek onverantwoordelijk.
Van een regeringsleider verwacht ik iets anders, namelijk betrouwbaarheid, strategische wijsheid en moreel gezag.

Leiden, 19 juni 2020

Rob Tjalkens

 

Noten bij het artikel met de naam: Een schets van Mark Rutte, als premier van Nederland

Nr 1. Dat hij bij laatstbedoelde crisis voor een strategie kiest die niet mijn voorkeur geniet doet aan dat oordeel niets af.

Nr 2. Deze uitspraak werd door Rutte gedaan tijdens het programma 'Zomergasten', in september 2016.

Nr 3. Zowel in Brabant als in Limburg werkt de VVD op provinciaal niveau samen FvD. In de gemeenteraad van
Amsterdam vormden beide partijen één blok bij hun aanval op burgemeester Halsema ivm de demonstratie op
de Dam van 1 juni j.l.

Nr 4. Aldus dagblad Trouw van 7 oktober 2019.

Nr 5. In zijn 'Epiloog' meldt Geert Mak dat onderzoek aantoonde dat anno 2020 een kwart van de 15-jarigen niet goed
bleek te kunnen lezen (in 2003 was dat ruim 10%), terwijl voor rekenen nog niet de helft het streefniveau wist te
halen.

Nr 6. In het NRC van 07-02-2019 luidt de titel van een artikel: Ergernis over dubbele EU-houding van Rutte. Dit
artikel was gebaseerd op uitspraken van enkel Nederlandse leden van het Europees Parlement.

Nr 7. De Duitse denktank Bertelsmann Stiftung schatte in 2019 (aldus Mak in zijn 'Epiloog') dat de interne markt
Nederland jaarlijks €1516 per hoofd van de bevolking oplevert , Italië €763, Spanje €589 en Griekenland circa
€300.

Nr 8. NRC van 27-05-2020. Schäuble is de voormalige Duitse Minister van Financiën.

Nr 9. Deze toespraak werd gehouden op 2 maart 2018, bij de Bertelsmann Stiftung in Berlijn.

 

 

Artikel 2: DE ONDOORGRONDELIJKHEID VAN DEMOCRATISCHE VERKIEZINGEN, OFTEWEL DE VERBAZINGWEKKENDE POPULARITEIT VAN MARK RUTTE

Inleiding
Mark Rutte is geen onbekende in Nederland. Dat komt onder meer omdat hij in de periode van 14 oktober 2010 tot 15 januari 2021 aan drie opeenvolgende kabinetten leiding heeft gegeven. Op laatstgenoemde datum bood het kabinet Rutte III zijn ontslag aan vanwege de Toeslagenaffaire, of liever het Toeslagenschandaal. Inmiddels heeft Rutte zijn vierde kabinet gevormd, qua politieke samenstelling overeenkomstig aan het derde, hetwelk op 10 januari 2022 van start ging. Een markant detail hierbij is dat een substantieel aantal taken, die Rutte IV zich stelt, gericht is op het repareren van de schade die veroorzaakt werd door de kabinetten Rutte I, II en III.

De uitkomst van de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021 leek een goede graadmeter om te beoordelen hoe de Nederlandse burger terugkeek op zijn ervaring met de diverse kabinetten Rutte, mede gezien in het licht van het Toeslagenschandaal en de manier waarop Rutte loog over 'de kwestie Omtzicht'. Met de laatstgenoemde twee kwesties vers in het geheugen was de uitslag van deze verkiezing voor mij onbegrijpelijk: de VVD werd (wederom) de grootste partij met 2.279.130 stemmen, waarvan een kleine 2 miljoen als voorkeursstem waren uitgebracht op Mark Rutte.

Het vreemde geluid wat hierbij mijn aandacht trok bleek veroorzaakt door het breken van mijn democratische klomp. Ik had gedacht dat Nederlanders nuchtere mensen zouden zijn die een verstandig, rechtvaardig en integer mens als leider van hun regering wensten. Iemand ook met een duidelijke visie op de toekomst van Nederland.

Het verleden heeft aangetoond dat Mark Rutte niet zo'n leider is. Dat blijkt uit de twee hierboven genoemde kwesties en wordt verder geïllustreerd aan de hand van diverse van zijn, hierna te beschrijven, onjuiste beleidskeuzes uit het afgelopen decennium.

Dit verklaart waarom de Tweede Kamer de indruk wekt inmiddels Rutte-moe te zijn. Het krediet waarop hij jarenlang mocht rekenen en dat mede gebaseerd was op zijn sociale vaardigheden, lijkt bij veel parlementsleden inmiddels volledig verdampt te zijn. De uitslag van voornoemde Tweede Kamerverkiezing wekt de indruk dat hiervan bij de Nederlandse bevolking nog geen sprake is.

In het navolgende zal ik een aantal redenen benoemen die dit voor mij onlogisch maken.

Rutte's politieke positie
Wie Rutte zegt, zegt VVD en omgekeerd. Op zich miet vreemd, want Mark Rutte is de leider van deze partij. In deze vaststelling ligt de conclusie besloten dat Rutte staat voor het beleid van deze partij. Betreffende dit beleid kan worden opgemerkt dat de VVD, enkele decennia geleden, een transformatie heeft doorgemaakt waarbij de liberale uitgangspunten werden ingeruild voor meer neoliberale opvattingen. Het is vanuit dit gedachtegoed dat Rutte, als premier, jarenlang heeft gezegd te streven naar een kleine overheid. Vandaar dat hij stelselmatig heeft bezuinigd op deze overheid, terwijl de bevordering van de belangen van met name het (grote) bedrijfsleven bij hem centraal stond. Rutte wordt dan ook wel getypeerd als de bedrijfsleider van de B.V. Nederland. Dit impliceert dat in het beleid dat Rutte nastreeft het belang van de burger niet op de eerste plaats komt. Dit wordt ook niet verbloemd, want de VVD beroept zichzelf erop de partij te zijn voor de ondernemers. Toch is dat vreemd, want in een democratie wordt de regering geacht de belangen van het gehele volk (demos) te dienen, in plaats van die van een bepaalde beroepsgroep. Overigens is Rutte geen prinzipienreiter maar meer een opportunist, voor wie stemmen belangrijker zijn dan standpunten. Dat verklaart onder andere zijn opstelling in asielzaken, waarbij hij best wil mee-eten uit de kiezersruif waaruit de PVV zich voedt, terwijl zijn populistische opstelling in dezen wordt gesymboliseerd door zijn uitspraak “Pleur op”, gericht tot een groep Nederlanders met een Turkse oorsprong, die een hem politiek onwelgevallige mening verkondigde. Dit populisme zie je ook terug in relatie tot de EU. Vaak bekritiseerde Rutte binnenslands het beleid van 'Brussel' (om electorale redenen), terwijl hij dit beleid in Brussel gewoon steunde, net zoals zijn vriendje Cameron deed in het VK. Niet alleen een onethisch, maar ook een riskant spel, zoals laatstgenoemde met Brexit heeft ervaren. Verder heeft Rutte zich er bij herhaling op beroepen geen visie te hebben. Ik vrees dat dit niet bezijden de waarheid is, maar dat laat de kiezer wel in het ongewisse inzake Rutte's opvattingen omtrent de toekomst van Nederland op de lange termijn. Alleen zijn uitspraak over de toekomst van Nederland als kennisland kan ik mij nog herinneren, maar dat klinkt nogal hol, indachtig een rapport van de onderwijsinspectie (2016/2017) waarin gesteld wordt dat het onderwijsniveau in Nederland afglijdt en dat de prestaties van leerlingen de afgelopen 20 jaar geleidelijk zijn gedaald.

Rutte's missers
Ik noem het Rutte's missers, omdat het hier foutieve politieke beleidskeuzes betreft die geheel of ten dele voortvloeien uit het VVD-beleid, voor welk beleid Rutte, als leider van die partij, verantwoordelijk is. Dit gezegd zijnde moet worden vastgesteld dat deze missers talrijk zijn. Nederland kampt met een lange lijst problemen c.q. crises, die toe te rekenen zijn aan beleidsbeslissingen van eerdere kabinetten Rutte. Het betreft veelal serieuze zaken die de Nederlandse burger rechtstreeks treffen.

Hieronder ressorteren drie problemen die zo ernstig zijn, dat zij elk resulteren in een parlementaire enquête, te weten:

  • de Toeslagenaffaire

  • de gaswinning in Groningen

  • de aanpak van de coronacrisis

De Toeslagenaffaire
In aanloop naar deze parlementaire enquête bracht de commissie Parlementaire ondervraging Kinderopvangtoeslag, onder voorzitterschap van Chris van Dam, een rapport uit inzake de Toeslagenaffaire met de veelzeggende titel 'Ongekend Onrecht'.

Het werd lang voor onmogelijk gehouden dat in de democratische rechtsstaat Nederland de overheid tienduizenden van zijn eigen burgers zou onderwerpen aan racistisch/discriminatoir beleid. Diezelfde overheid beperkte zich hierbij niet tot het financieel uitkleden van de getroffenen, maar nam ook nog eens een groot aantal van deze veelal onschuldige burgers hun kinderen af via de route van de uithuisplaatsing, omdat hun financiële situatie het hen onmogelijk zou maken om op een verantwoorde wijze voor deze kinderen zorg te dragen. En dat terwijl het diezelfde overheid was die deze ouders ten onrechte ridder te voet had gemaakt. Deze humanitaire wandaad heeft veel onherstelbaar menselijk leed teweeg gebracht in de getroffen gezinnen, terwijl in veel gevallen het aangedane onrecht, na al die jaren, nog niet is hersteld. Ook is de door de overheid aangerichte financiële schade voor veel van deze slachtoffers nog steeds niet vergoed. Bij het toebrengen van dit leed toonde de overheid zich niet alleen arrogant en gevoelloos, maar schroomde zij zelfs niet om de eigen wetten met voeten te treden. Dat er bij de Toeslagenaffaire sprake was van institutioneel racisme is pas onlangs, na jaren van ontkenning, door de nieuw aangetreden staatssecretaris van Financiën erkend.

Rol van de regering Tijdens Rutte II zat de heer Rutte zelf de fraudecommissie voor, die de basis moest leveren voor het departementaal fraudebestrijdingsbeleid. Bij het parlementaire onderzoek zal moeten blijken of het de richtlijnen van deze commissie zijn geweest die ten grondslag lagen aan het gewraakte handelen van de betrokken diensten, waaronder de Belastingdienst. Opmerking verdient dat het institutioneel racisme bij de Toeslagenaffaire trekjes van overeenkomst vertoont met het beleid, waarvoor de heer Rutte, in zijn functie van staatssecretaris van Sociale Zaken, in 2007 door de rechter werd veroordeeld. Toen richtte Rutte zijn beleidspijlen op mensen met een Somalische achtergrond. Hij zou hiermee, aldus de rechter, gemeenten hebben aangezet tot rassendiscriminatie. Wat de rol van de regering extra verwijtbaar maakt is haar reactie toen dreigde dat deze rechtsstatelijke wandaad naar buiten zou komen. In reactie op onder meer Kamervragen poogde de regering, onder leiding van Rutte (functie elders), het deksel alsnog op de doofpot te houden door de uitvoering van verzoeken om informatie te traineren of anderszins zo veel mogelijk tegen te werken, maar ook door te onderzoeken of de lastigste vragensteller, de Heer Omtzicht, niet 'kalt gestellt' kon worden in een andere functie. Een actie die Rutte overigens aanvankelijk glashard ontkende. Deze opstelling doet vermoeden dat de regering niet zozeer geschokt was door het ongekende onrecht dat zij burgers had aangedaan, maar door de dreiging dat dit onrechtmatige overheidshandelen zou worden ontdekt. Geen deemoed dus van de regering Rutte, maar een poging tot het verdoezelen van het wanbeleid. Wat ook bepaald niet van deemoed getuigt is het feit dat de regering weliswaar haar ontslag aanbood, maar dat de betrokken partijen een jaar later gewoon weer het nieuwe kabinet vormden.

De Groninger gaswinning
Bij dit dossier is het falen van de overheid tweeledig. Allereerst verzaakte Rutte II om de Groningers tijdig te beschermen tegen de dreiging van aardbevingsschade, alhoewel de regering hiervoor in 2013 gewaarschuwd werd door het Staatstoezicht op de Mijnen. Sterker nog, Rutte II breidde de gaswinning in datzelfde jaar zelfs uit, op aandringen van de lobby van Shell, ExonMobil en de NAM. Uit dit voorbeeld blijkt eens te meer dat voor Rutte de belangen van de burger ondergeschikt zijn aan de financiële belangen van het grote bedrijfsleven.

Vervolgens hebben de kabinetten Rutte III en Rutte IV nagelaten om ervoor te zorgen dat passende maatregelen werden genomen om de getroffen burgers te compenseren. De minister van EZ van Rutte III, Eric Wiebes (VVD), heeft hieromtrent wel toezeggingen gedaan, maar is deze vervolgens niet nagekomen.

De enquête inzake het coronabeleid
Bij deze enquête is wat mij betreft de verantwoordelijkheid van de regering van een andere orde dan bij de twee hiervoor genoemde enquêtes, reden om dit onderwerp hier verder buiten beschouwing te laten.

Andere nationale problemen, ontstaan of vergroot als gevolg van beleidskeuzes van de diverse kabinetten Rutte

De klimaatcrisis
Het onder Rutte I, II en III gevoerde beleid heeft ertoe geleid dat Nederland op de diverse internationale (EU) lijsten inzake de bescherming van milieu en klimaat is afgezakt naar de onderste regionen. Dat behoeft geen verbazing, gelet op hetgeen Jacqueline Cramer, de laatste minister van VROM, hierover opmerkte. 'Waar VROM sterk in was', aldus Cramer, 'waren de onderwerpen klimaat, milieu, natuur en cultuur. Met de komst van Rutte waren deze onderwerpen opeens uit de gratie.' Aan deze thema's werd door de verschillende kabinetten Rutte dus jarenlang geen prioriteit toegekend, ondanks het feit dat diezelfde kabinetten zich internationaal wel aan de diverse doelstellingen op bij voorbeeld het terrein van het klimaat en de natuur hadden gecommitteerd.

Urgenda heeft dit overheidsfalen aan de rechter voorgelegd en met succes. In 2015 stelde de Rechtbank Den Haag Urgenda in het gelijk. De regering ging zowel in hoger beroep als in cassatie, maar verloor in beide instanties. Het is bijzonder verontrustend dat de burger de rechter nodig heeft voor zijn bescherming tegen het in gebreke blijven van zijn regering, in dit geval Rutte II. Ook is het tekenend dat die regering niet schuldbewust het hoofd boog toen de rechter vaststelde dat de regering haar plicht verzaakt had jegens de Nederlandse burger, maar tot de Hoge Raad aan toe streefde naar vernietiging van dit oordeel. Zoals hiervoor al werd aangegeven, bij Rutte gaat het belang van het (grote) bedrijfsleven vóór het belang van de burger, iets wat een onlosmakelijk onderdeel vormt van het neoliberale gedachtegoed.

Het is nog maar een jaar geleden dat Rutte Nederland duidelijk maakte dat een effectieve aanpak van de klimaatverandering voor hem niet meer is dan een optie. De klimaatdoelstellingen van Parijs brengen voor Nederland verplichtingen met zich mee, maar of we die verplichtingen ook zullen naleven staat nog te bezien. Rutte formuleerde dat als volgt: “Het moet wel haalbaar en betaalbaar zijn.” Hiermee schoof Rutte een stukje op in de richting van de opvattingen van extreem rechts, zoals Thierry Baudet en Joost Eerdmans. Die zijn namelijk van mening dat je aan klimaatbeleid helemaal geen geld moet besteden. Alhoewel bij beiden het behoud van het Nederlands cultureel erfgoed hoog in het vaandel staat is hen kennelijk de wijsheid ontgaan die vermeld staat op één van de pareltjes hiervan. Boven het voormalige gebouw voor handelsinlichtingen, uit de 18de eeuw en in het hartje van Amsterdam, staat namelijk met grote letters: 'De Cost Gaet Voor De Baet Uyt '.

Het moet gezegd dat de plannen van Rutte IV de indruk wekken dat Rutte mbt het klimaat, net als bij de stikstofcrisis, op de dwalingen zijns weegs terugkeert.

De Stikstofcrisis
De stikstofcrisis is veroorzaakt door het beleid van het kabinet Rutte II. Waar het om draait bij deze crisis is dat Nederland zich internationaal aan bepaalde beleidsdoelstellingen met betrekking tot de uitstoot van stikstof en de bescherming van de natuur gecommitteerd heeft, zonder zich van deze afspraken verder ook maar iets aan te trekken. Het betreft de afspraken met betrekking tot de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992), opgesteld door de Europese Unie ter instandhouding van de biologische biodiversiteit in Europa. In dit verband heeft Nederland een aantal gebieden aangewezen in het kader van Natura 2000, die zij diende te beschermen tegen een overmaat aan stikstofdepositie. Vervolgens heeft Rutte II niets gedaan om deze verplichtingen ook daadwerkelijk na te leven. Wel voerde zij in 2015 de regeling Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in, die oorspronkelijk kwam uit de Hoge Hoed van Henk Bleker (CDA-minister in Rutte I). Deze regeling was een fopspeen met als doel om een oplossing te suggereren, terwijl de handhaving van de stikstofdoelstellingen feitelijk op de lange baan werd geschoven. Verschillende ter zake gezaghebbende deskundigen hadden de regering erop gewezen dat deze regeling in rechte niet in stand zou blijven, omdat het hier feitelijk een omzeiling van de verplichtingen betrof, maar op gezag van Rutte werd dit argument naar de prullenbak verwezen.

Op initiatief van o.m. Johan Vollenbroek werd de legitimiteit van deze regeling in rechte aangevochten, wat leidde tot uitspraken van het Europese Hof op 7 november 2018 en van de Raad van State op 29 mei 2019. De regeling PAS werd door het rechterlijke besluit buiten werking gesteld, omdat deze niet voldeed aan de Europese wetgeving (Habitatrichtlijn) noch aan de Wet Natuurbescherming. De recentelijk door de regering voorgestelde beleidsombuigingen, die het gevolg zijn van deze uitspraak, zijn gericht op het oplossen van de stikstofcrisis, maar leiden wel tot luide protesten van met name de boeren. De door dit gesjoemel ontstane stikstofcrisis komt op het conto van Mark Rutte, maar de ruim 24 miljard Euro, die nu wordt uitgetrokken voor het oplossen hiervan, komt uiteindelijk voor rekening van de Nederlandse belastingbetaler. Dat komt neer op gemiddeld €3000 voor iedere Nederlandse belastingplichtige. Rutte's recente beleidsdraai van 180 graden in het stikstofdossier werd onvermijdelijk door de vaststelling door de rechter dat ook de regering zich aan de wet moet houden.
Over de verantwoordelijkheid van de diverse kabinetten Rutte voor de stikstofcrisis sprak de huidige minister van Natuur en Stikstof, Christianne van de Wal (VVD), tijdens het stikstofdebat in de Tweede Kamer van 23 juni j.l. duidelijke taal: 'Nederland had de verplichtingen die we op ons hadden genomen met deze richtlijn zo volledig verzaakt, dat Nederland op dit punt in Europa inmiddels het slechtste jongetje van de klas is. Wij hebben in Brussel al ons krediet op dit punt verspeeld.' Op 15 juli 2022 zond Nieuwsuur een interview uit van Mariëlle Tweebeeke met Christianne van der Wal. Hierbij werd duidelijk dat van der Wal de stikstofmaatregelen onvermijdelijk achtte, enerzijds omdat de regering zich hieraan gecommitteerd had en de rechter de Nederlandse regering geen andere keus liet en anderzijds omdat ze tot het inzicht was gekomen dat de natuur zich in zo'n deplorabele toestand bevond, dat deze maatregelen absoluut noodzakelijk waren voor de vereiste verbetering van de natuur. Zij voelde het als haar verantwoordelijkheid om een gezonde natuur door te geven aan haar kinderen en kleinkinderen. Kortom, een intrinsiek gemotiveerde minister. Mariëlle Tweebeeke confronteerde haar vervolgens met de uitspraken van Rutte in dezen. Die steunde dit stikstofbeleid louter vanwege het oordeel van de rechter. Dat de bescherming van de natuur voor Rutte geen zwaarwegend argument was behoeft geen verbazing. Immers, bij de invoering van de regeling PAS was hij vooraf gewaarschuwd voor de schadelijke effecten hiervan voor de natuur. Desondanks besloot hij tot deze invoering. Voor Rutte was het kennelijk belangrijker om een handjevol boeren te vriend te houden dan zorg te dragen voor een gezonde natuur voor alle Nederlanders.

Tot slot kan worden opgemerkt dat de stikstofplannen door het kabinet Rutte IV zo beroerd zijn uitgelegd aan de bevolking en met name aan de boeren, dat er inmiddels sprake is van een boeren revolte. Deze revolte lijkt nu gekaapt te worden door een aantal binnenlandse en buitenlandse rechts extremisten, die beweren dat de (bitter noodzakelijke) anti-stikstofmaatregelen zouden worden ingevoerd op instigatie van een wereld-elite, met als doel de Nederlandse boer van zijn grond te verjagen, teneinde hierop immigranten te kunnen huisvesten. Een volstrekt onlogische gedachtegang, maar wel een interessant bruggetje naar het volgende probleem, te weten:

De crisis op de woningmarkt
Nederland kent een heuse crisis op de woningmarkt, waarvan de oorzaak wederom terug te voeren is tot het beleid van de diverse kabinetten Rutte. Ongetwijfeld vanuit zijn neoliberale opvattingen meende Rutte dat aan de Rijksoverheid geen rol toekwam op de 'woningmarkt' en dat deze rol thuis hoorde bij de private sector en de lagere overheden.
Dat verklaart waarom Rutte I in 2010 besloot tot opheffing van het Ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. (In het NRC van 11 mei 2023 zegt Hugo de Jonge, de huidige minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, hierover: “Heel dom, echt ongelofelijk kortzichtig”.) Vervolgens hief Stef Blok (VVD) zijn eigen ministerie van Wonen op, omdat de woningmarkt volgens zijn zeggen 'af 'was.
Onder Rutte stopte de regering dus gewoon met het voeren van een volkshuisvestingsbeleid voor de Nederlandse burger.
Daarenboven probeerde Stef Blok buitenlandse investeerders, zoals private equity funds, warm te maken voor het beleggen in Nederlandse woningen,
hen hierbij ongetwijfeld aantrekkelijke rendementen (ergo hoge huren) voorspiegelend. Uiteraard ging dit ten koste van Nederlandse woningzoekenden en huurders.

Daarnaast heeft Rutte II in 2013 de verhuurdersheffing ingevoerd, die niet alleen asociaal was omdat met name de mensen in sociale huurwoningen met huurverhogingen werden geconfronteerd, maar deze heffing had ook een fnuikende invloed op de nieuwbouw van sociale huurwoningen door woningbouwcorporaties. Vanwege deze heffing werden namelijk de inkomsten van deze corporaties afgeroomd, waardoor ze onvoldoende vet op de botten overhielden voor de nieuwbouw van deze sociale woningen. Onder druk van de oppositie is onder Rutte IV deze heffing weer afgeschaft.

Op dit moment wordt een forse bijdrage aan de crisis op de woningmarkt geleverd door de stikstofcrisis, waarvoor de basis is gelegd door Rutte II. Als gevolg van deze crisis is er een slot gezet op de bouw, dus ook van woningen. Met name het besluit van Rutte I, dat de volkshuisvesting in Nederland geen taak was van de Rijksoverheid, bleek een strategische blunder waarvan veel, met name jonge, Nederlanders nu al jaren de wrange vruchten plukken. Op deze pijnlijke faux pas is het kabinet Rutte IV teruggekomen met de aanstelling van Hugo de Jonge als Minister van Wonen. Deze minister is vastbesloten om, in het kader van de voorgenomen bouw van één miljoen nieuwe huizen in de komende 10 jaar (hoezo, Nederland is af?), de regie over de ruimtelijke ordening in Nederland weer tot een belangrijke taak van de Rijksoverheid te maken.

Ik zou mijn bezwaren tegen Rutte als premier van Nederland met een reeks van andere voorbeelden kunnen 'verrijken', maar ik beperk me tot het benoemen van een viertal andere pijnpunten.

Eén van die pijnpunten betreft de georganiseerde criminaliteit in Nederland. Onderzoek heeft uitgewezen dat 59% van onze bevolking ervan overtuigd is dat Nederland een narcostaat is, een opvatting die wordt bevestigd door Hoogleraar Strafrecht, de heer Sven Brinkhoff. We zijn niet alleen de draaischijf voor de cocaïnehandel in Europa, maar we zijn met stip ook 's werelds grootste producent en leverancier van synthetische drugs. Het vestigingsklimaat in Nederland is kennelijk zo aantrekkelijk, dat er inmiddels zelfs drugsproducenten vanuit Mexico over komen naar Nederland om hier hun crystal meth (een gevaarlijke harddrug) te produceren. Deze ontwikkeling gaat hand in hand met de groei van de georganiseerde criminaliteit. Deze vorm van criminaliteit heeft zich in de laatste decennia in Nederland zo ontwikkeld, dat ze, zeker in gewelddadig opzicht, kan wedijveren met de maffia in Italië. Dat deze beangstigende vorm van criminaliteit zich in deze mate en blijkbaar tamelijk ongestoord heeft kunnen ontwikkelen zou je niet verwachten in een land, waarin de grootste regeringspartij, de VVD, pretendeert de partij te zijn van Law & Order. Dit beleid van Law&Order wordt wel keihard toegepast bij de armlastigen in de maatschappij (zie de Toeslagenaffaire), maar faalt op verontrustende en inmiddels ook opzichtige wijze bij de aanpak van de georganiseerde criminaliteit. Denk onder meer aan de martelcontainer in Wouwse Plantage en aan de moorden op de advocaat Derk Wiersum en op misdaadjournalist Peter R. de Vries.

Een geheel andersoortig pijnpunt is de aantasting van de elementaire beginselen van de democratische rechtsstaat in Nederland.
Tijdens Rutte II bezuinigde het kabinet (Teeven, VVD) ernstig op de vergoeding voor de sociale advocatuur. Dit was een rechtstreekse en bewuste aanslag op de democratische rechtsstaat, want onder het mom van een bezuiniging werd voor de minder vermogende burgers de toegang tot het recht bemoeilijkt, zo niet feitelijk onmogelijk gemaakt. Dit beleid werd door Sander Dekker (VVD) bestendigd en pas onder Rutte IV werd deze rechtsstatelijke schandvlek weggepoetst.

Weer een ander pijnpunt betreft het Schipholbeleid van de diverse kabinetten Rutte.
Dit beleid ondergaat onder Rutte IV een ware metamorfose. In het afgelopen decennium was het beleid erop gericht het aantal vluchten naar en van Schiphol gestaag te laten groeien. Dit was staand VVD-beleid, ook al vanuit het belang dat Rutte toeschreef aan Schiphol als z.g. banenmotor. Het was dan ook niet verrassend dat de VVD minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen, in 2021 nog het plan had om de groeilijn van Schiphol onverminderd door te trekken naar de toekomst. Alsof we niet geconfronteerd werden met een gigantisch klimaatprobleem. Na een onverkwikkelijke tussentijdse overstap van deze minister naar een lobby organisatie voor energiebedrijven, werd in Rutte IV Mark Harbers (VVD) benoemd tot de nieuwe minister 'van Schiphol'. Als lid van dit reparatiekabinet heeft Harbers alle plannen rond de uitbreiding van het aantal vluchten voor Schiphol, c.q. de overheveling van een deel van deze vluchten naar vliegveld Lelystad, in de koelkast gezet en heeft hij zelfs voorgesteld om het aantal Schiphol-vluchten met 12% te verminderen. Mogelijk vloeit deze beleidsdraai voort uit de zeer recente ontdekking door de VVD dat het wegkijken bij klimaatproblemen niet langer houdbaar is. Ook mag niet helemaal worden uitgesloten dat deze draai mede is ingegeven door het feit dat Johan Vollenbroek, de voorman van stichting Mobilisation for the Environment (MOB), nu zijn pijlen heeft gericht op Schiphol, terwijl deze expert zeker ook zal beogen om de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gehanteerde cijfers mbt de geluidsoverlast en de luchtvervuiling van 'Schiphol' op hun betrouwbaarheid te toetsen. Een tweede gerechtelijke nederlaag tegen Vollenbroek zal het kabinet Rutte IV ongetwijfeld willen vermijden.

Als laatste pijnpunt noem ik de asielcrisis
In het NRC van 22-8-2022 staat een artikel met de volgende subtitel: “Volgens lokale VVD-afdelingen draagt het Rijk, „met pijnlijk genoeg steeds VVD-bestuurders in leidende positie”, verantwoordelijkheid voor „het disfunctionerende asielstelsel”. Dit artikel is een reactie op het kabinetsbesluit om gemeentes te dwingen asielzoekers te huisvesten.

Ook deze crisis is er dus weer één waarop rondom de vingerafdrukken van de diverse kabinetten Rutte/de VVD staan. Dat is niet verwonderlijk, want de verantwoordelijke staatssecretarissen werden, vanaf Rutte I, door de VVD geleverd. Ten grondslag aan het kabinetsbeleid ligt de (weinig humanitaire) gedachte dat van de manier waarop asielzoekers in Nederland worden opgevangen een afschrikwekkende invloed moet uitgaan op potentiële nieuwkomers. Voorkom een aanzuigende werking! Kennelijk ontbreekt het de regering daarom aan de wil om de asielopvang goed te regelen. Dat zou dan verklaren waarom meerdere verzoeken van het COA , waarvan de laatste in 2019, aan dovemansoren gericht bleken te zijn. Bij herhaling vroeg het COA om niet onmiddellijk de bestaande plekken af te schalen, als het aantal asielzoekers gedaald was. Zelfs toen het consultancybureau PwC, op basis van een door hen ingesteld onderzoek, in 2021 adviseerde om een grotere basisbezetting aan te houden, ook al omdat dit 10% goedkoper was en omdat dit op meerdere terreinen veel efficiënter zou zijn, legde de regering dit advies naast zich neer. Inmiddels haalt de regering zich met dit beleid de woede op de hals van diverse organisaties die zich bekommeren om de mensenrechten van de betrokkenen, de wrevel van de lagere overheden die veel last hebben van het jojobeleid van de regering en de verontwaardiging van de internationale pers vanwege het voorstel om de asielzoekers in boten voor de kust te laten dobberen. Ik wil nog wijzen op de dubbele moraal van onze politici in de huidige asieldiscussie. Vluchtelingen uit o.m. Syrië, die de oorlog in hun land ontvluchten, worden waar mogelijk geweerd omdat er geen plaats zou zijn, maar tegelijkertijd gaan wel alle politieke deuren wagenwijd open voor een zeer groot aantal vluchtelingen uit Oekraïne. Dit laatste is wat mij betreft terecht, maar om te discrimineren tussen de verschillende soorten oorlogsvluchtelingen lijkt me vanuit humanitair oogpunt onverdedigbaar. Wat mij verder verbaast in de vluchtelingendiscussie is dat geen enkele politicus de huidige, beperkte, problemen plaatst tegen de achtergrond van een vele malen groter probleem dat ons binnen afzienbare tijd te wachten staat. Namelijk de miljoenen klimaatvluchtelingen die zullen trachten om Noord-Europa te bereiken omdat ze, als gevolg van de klimaatverandering in hun eigen land, letterlijk geen leven meer hebben. Geen z.g. economische gelukszoekers dus, maar mensen in doodsnood. Het zou mij zinvoller lijken als de politiek zich om dit vraagstuk zou bekommeren, in plaats van om het relatief gezien beperkte aantal mensen dat nu tracht in ons land een veilig onderkomen te vinden.


Conclusie
Ik heb dit stukje geschreven omdat ik het onbegrijpelijk vind dat een premier van Nederland, die naar mijn mening verantwoordelijk is voor een hele reeks crises waarmee het land momenteel worstelt en die de burger zowel fysiek als financieel ernstig schaden, hierop bij verkiezingen niet wordt afgerekend. Wanneer die premier dan ook nog eens bekend staat om het gemak waarmee hij, als premier, leugens vertelt in het Parlement en dus aan de bevolking (geen actieve herinnering, etc, etc), dan plaatst mij dat voor een democratisch raadsel.
Het feit dat Mark Rutte zich zo sympathiek en eenvoudig presenteert en dat hij verbaal zo vaardig is lijken mij hiervoor geen afdoende verklaring.
Zouden de media het publiek wellicht onvoldoende hebben geïnformeerd over het gebeurde, of hadden zij de burger voor de verkiezing een objectieve en politiek neutrale geheugenopfrisser moeten geven? Ik vrees dat de kern van het probleem elders ligt. Het lijkt erop dat 'de kiezer' gewoon kiest voor de persoon wiens uitspraken hem aanspreken of in wie (of wiens partij) hij anderszins vertrouwen stelt, zich niet bekommerend om diens werkelijke intenties en daden. Met zulk stemgedrag bewijs je noch jezelf, noch de maatschappij een dienst, maar het is wel een inherent aspect van democratische verkiezingen. Of ligt de oorzaak wellicht toch in de tijdgeest, waarbij veel burgers zozeer onder stressvolle omstandigheden werken dat er noch de ruimte, noch de energie resteert om zich te verdiepen in politieke zaken, als gevolg waarvan de keuze bepaald wordt door de macht der gewoonte? Omdat ik niet weet of en zo ja welke van de geopperde veronderstellingen gegrond is, moet ik per saldo concluderen dat ik voor het in de titel aangesneden raadsel geen sluitende verklaring heb kunnen vinden.

 

Brambily, 23 augustus 2022 en geredigeerd te Leiden op 16 mei 2023.

 

 

Rob Tjalkens

 

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) asielbeleid bezuinigingen crisis in de woningbouw discriminatie mariniers muntunie neoliberalisme pleur op rutte rutte en de eu schiphol stikstofcrisis https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/mark-rutte-een-tweeluik Tue, 16 May 2023 15:17:49 GMT
POETIN, EEN MAN MET EEN MISSIE Versie 2.0 https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/poetin-een-man-met-een-missie-versie-2-0 VLADIMIR POETIN, EEN MAN MET EEN MISSIE Versie 2.0

Op weg naar de top
Op 31 december 1999 trad Boris Jeltsin af als president van de Russische Federatie (hierna Rusland), waarbij hij Poetin benoemde tot zijn opvolger. De kiezers in Rusland bevestigden dit mandaat middels de presidentsverkiezingen van 26 maart 2000.

Daarvóór was Poetin werkzaam bij de FSB (de voormalige KGB). Deze organisatie heeft hem niet alleen gevormd, maar staat bovendien aan de basis van zijn huidige machtspositie in het Kremlin.

Poetin heeft na zijn aantreden als president van Rusland de zaken grondig naar zijn hand gezet. Hij wilde zich hierbij profileren als 'sterke man' Daarom heeft Poetin, kort na zijn aantreden, in Tsjetsjenië orde op zaken gesteld. Met bruut geweld werd Tsjetsjenië onderworpen (1999-2000), waarna nog jaren van repressie volgden, waarbij talloze doden vielen. Anna Politkovskaja, een Russische journaliste, had de moed om verslag te doen van de door Rusland gepleegde gruweldaden tijdens deze strijd. Het lijdt geen twijfel dat deze publicaties ten grondslag hebben gelegen aan het feit dat zij in 2006, naar wordt vermoed door de FSB, werd vermoord. Diezelfde FSB wordt trouwens ook verantwoordelijk gehouden voor de casus belli die tot deze oorlog leidde. Dit betrof diverse aanslagen op Russische flatgebouwen, onder ander in Moskou (300 doden), die volgens het Kremlin gepleegd zouden zijn door Tsjetsjenen. Dat laatste is nooit aangetoond, wel werden ter plekke FSB agenten betrapt met explosieven. De voormalige FSB spion Litvinenko schreef hierover een boek, wat er ongetwijfeld toe zal hebben bijgedragen dat hij in 2006 in Londen met polonium-210 werd vermoord door de FSB.

Sinds zijn aantreden heeft Poetin het democratisch proces in Rusland vakkundig ontmanteld, waardoor de Doema nu bestaat uit een groep trouwe jaknikkers. Dit werd gerealiseerd door de oppositie, zo nodig letterlijk, monddood maken, waarna de zogenaamd democratische verkiezingen zijn verworden tot een rituele dans met een voorgeprogrammeerde uitslag.

De media worden door het Kremlin gecontroleerd, dat wil zeggen dat het Kremlin bepaalt wat mag worden gepubliceerd/uitgezonden. Aanvankelijk waren er nog een paar resterende 'vrije' media outlets, maar die mochten niet te ver buiten de Kremlinpot plassen, anders verloren ook zij hun vergunning. Na de inval in Oekraïne is het laatste beetje vrijheid uit de Russische media geperst, zodat er nu alleen nog mediakanalen functioneren die door het Kremlin goedgekeurde berichten mogen verspreiden. Voor de vrije pers geldt: R.I.P.

Ook de rechterlijke macht loopt in Rusland aan de leiband van het Kremlin. Dat impliceert dat van een onafhankelijke rechtspraak geen sprake meer is, omdat en dat zij is verworden tot een instrument in handen van de machthebbers. Daarom kon Chodorkovsky, toentertijd de CEO van Yukos en de rijkste man van Rusland, in 2003 voor belastingfraude worden veroordeeld, nadat hij Poetin te na kwam doordat hij blijk gaf van politieke aspiraties. Het zelfde lot ondergaat momenteel Navalny (veroordeeld tot negen jaar), na een mislukte aanslag op zijn leven. Onderzoek heeft aangetoond dat deze aanslag, in 2020, werd uitgevoerd door een team van de FSB.

Een lid van de liberale oppositie, Boris Nemtsov, werd in 2015 aan de rand van het Rode Plein doodgeschoten, naar men vermoedt door de FSB. En nog maar een maand geleden werd de in Rusland bekende activist en journalist Vladimir Kara-Moerza tot 25 jaar cel veroordeeld, in een strafkamp met streng regime, omdat hij zich kritisch had durven uiten over de oorlog in Oekraïne en over de rol die het Russische leger hierbij speelt.

Het voeren van oppositie vergt in Rusland dus een hoge tol, want Poetin duldt geen tegenstand.

Op deze manier heeft Poetin zich feitelijk dictatoriale macht aangemeten en heeft hij van Rusland een politiestaat gemaakt. Vanuit deze almachtige positie heeft Poetin Rusland omgevormd tot een ware kleptocratie, daarbij bijgestaan door een aantal oligarchen die zich vanuit een afhankelijke positie verhouden tot Poetin. Laatstgenoemde heeft hierbij zijn eigen financieel belang niet geheel verwaarloosd, vermoed wordt namelijk dat hij momenteel één van de rijkste mensen ter wereld is.

Poetin's missie
Poetin heeft zich voorgenomen om van Rusland weer een wereldspeler te maken door;

  1. herstel van de historische fout om de Sovjet-Unie te ontbinden,

  2. ondermijning van de macht van het in zijn ogen decadente Westen en

  3. Ruslands' invloed op het wereldtoneel te vergroten, door middel van internationale interventies.

Ad 1) Het opheffen van de Sovjet Unie was voor Poetin een dramatische ervaring en een historische blunder. Deze fout wil hij rechtzetten. Naar verluidt heeft Poetin zich ten doel gesteld om het Russische Keizerrijk (1721-1917) in zijn oude glorie te herstellen, waarbij hij een belangrijke rol heeft toebedacht aan de Russisch-Orthodoxe Kerk. Duidelijk is dat Poetin in zijn plannen aan een aantal voormalige Sovjetstaten een positie binnen dit rijk heeft toebedeeld, die zich volgens internationaal recht momenteel buiten de Russische rechtsorde bevinden. Ook heeft hij inmiddels een aantal concrete stappen gezet om zijn doel te verwezenlijken.

De onderwerping van het opstandige Tsjetsjenië paste zonder twijfel in Poetin's streven om Ruslands' invloedssfeer uit te breiden. Dat doet niet af aan m'n eerdere constatering dat Poetin's primaire motief voor deze actie het profileren van zichzelf was, als sterke man. Zijn wens om 'het Russische Rijk' nieuw leven in te blazen werd vermoedelijk pas een aantal jaren later een expliciet doel van beleid. Een volgende stap op weg naar de realisering van Poetin's doel was het feit dat Rusland teugel en bit heeft aangelegd bij Georgië, na dit land in 2008 te zijn binnengevallen. Dit geschiedde nadat de president van Georgië, Mikheil Saakashvili, had aangegeven lid van de de Navo te willen worden, na daartoe uitgenodigd te zijn door deze organisatie. In 2014 bezette Rusland vervolgens de Krim, waarna het in datzelfde jaar in de Donbas-regio de opkomst van separatistische bewegingen in Loehansk en Donetzk initieerde.

In Bellarus gaat de Russische invloed nog veel verder. Nadat in 2021 de Wit-Russische bevolking massaal in opstand was gekomen tegen president Loekasjenko, wegens vermoede verkiezingsfraude, vroeg laatstgenoemde Poetin om steun, teneinde zijn positie als staatshoofd te kunnen behouden. Hiermee leverde hij zich uit aan Poetin en was er weer een steen toegevoegd aan de opbouw van Poetin's Russische Rijk. Dat dit haaks stond op de wens van de Wit-Russische bevolking behoeft geen betoog.

En dan, op donderdag 24 februari 2022, verklaarde Rusland impliciet de oorlog aan Oekraïne, door dit land van verschillende kanten binnen te vallen. Dit ondanks een bombardement van internationale diplomatieke initiatieven om dit onheil af te wenden en ontkenningen van Poetin's zijde dat hij dit van plan zou zijn. Het idee dat deze actie zou zijn ingezet om die arme bedreigde Russen in de Donbas te redden van de genocide, die op hen gepleegd zou worden door een fascistisch regime in Kiev, berust op een stelselmatig door Rusland verspreide leugen en is op geen enkele wijze gestaafd met feiten. Poetin wil Oekraïne onder zijn invloedssfeer brengen, als volgende stap op weg naar de realisatie van zijn doel.

Het is mij niet geheel duidelijk waar exact de grenzen liggen van Poetin's gedroomde rijk, maar het lijkt me dat er voor de Baltische staten weinig redenen zijn om zich veilig te wanen. Datzelfde zou zelfs voor Finland kunnen gelden, want dat maakte tot 1918 ook deel uit van het Russische Keizerrijk. Wellicht was het om die reden dat Poetin zich gerechtigd voelde om, in zijn toespraak voorafgaand aan de inval in Oekraïne, de Finnen en de Zweden te waarschuwen dat zij het niet in hun hoofd moesten halen om lid van de Navo te willen worden. Dit soort dreigementen werkt dikwijls averechts en zo ook hier. Aangespoord door de dreigende toon van Poetin hebben Finland en Zweden recentelijk het lidmaatschap van de Navo aangevraagd, waarbij het verzoek van Finland inmiddels is gehonoreerd, terwijl dat van Zweden nog hangt op de medewerking van Turkije.

In het kader van zijn poging om het oude Russische Rijk weer in zijn volle glorie te herstellen heeft Poetin zich kennelijk ook voorgenomen om de Russische geschiedenis te herschrijven. Een opmerkelijk element hierbij is zijn beslissing om Stalin weer als gedenkwaardig staatsman op het schild te hijsen. Stalin (net als Poetin een uitgesproken paranoïde persoon) wordt toegerekend gedurende zijn bewind (1922-1953) tussen de 20 en 60 miljoen mensen over de kling te hebben gejaagd. Dit gegeven vormt ongetwijfeld geen onderdeel van het narratief van het nieuw te vormen Russische Rijk. Ook zal in dit narratief geen melding worden gemaakt van de op het conto van Stalin staande Holodomor. Letterlijk; "het vermoorden middels uithongeren". Dit betrof een genocide door de hongerdood op het grondgebied van de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek in de jaren 1932-1933, als gevolg van Stalin's opgelegde landbouwbeleid. Het was een van de grootste nationale rampen in Oekraïne in de moderne geschiedenis; het aantal doden lag tussen de 2,5 en de 7,5 miljoen. Een verklaring voor dit eerherstel van Stalin is wellicht Poetin's wens om te zijn zoals hij Stalin ziet, als een sterke leider met een visie, die zich bij het realiseren van zijn doelen niet laat afleiden door triviale zaken, zoals mensenlevens.

Ad 2) Al jaren streeft Poetin naar de ondermijning van de westerse democratieën. Een verzwakking van het Westen resulteert immers in een relatieve versterking van de geopolitieke positie van Rusland. Hij hanteert hierbij de volgende strategieën:

  • Hij ondersteunt/financiert rechts-extremistische partijen in de EU, omdat deze doorgaans zowel anti-democratisch zijn als gekant tegen het lidmaatschap van hun land van de EU. Dit speelt o.a. in Italië/Salvini, Frankrijk/Le Pen, het VK /o.a. Farage en in Nederland/Wilders en vermoedelijk Baudet. Op 28 februari j.l. heeft de Tweede Kamer voorgesteld om de financiering van politieke partijen in Nederland te verbieden, indien deze afkomstig is van buiten de EU/EER (Europese Economische Ruimte).

  • Daarnaast heeft Poetin de verkiezingen in verschillende landen beïnvloed, waaronder in het VK bij het Brexit-referendum (onder meer dmv financiering van de pro-Brexit beweging) en in de VS, waar Trump's campagne werd gesteund door Cambridge Analytica, die hierbij heeft samengewerkt met Russische organisaties.

  • Daarnaast heeft het Kremlin ook cybercrime aan zijn gereedschapskist toegevoegd, o.m. gericht op de beschadiging van westerse organisaties en bedrijven.

Ad 3) Rusland heeft zijn positie in het Midden-Oosten aanzienlijk versterkt door Assad militair bij te staan in diens strijd tegen 'het terrorisme', oftewel tegen zijn eigen burgers. Gebleken is dat bij de Russische luchtaanvallen met regelmaat ziekenhuizen, scholen en andere kwetsbare burgerdoelen getroffen werden. Deze steun heeft Poetin in ieder geval een permanente luchtmacht- en marinebasis opgeleverd in Syrië, de laatste met toegang tot de Middellandse Zee. Ook intervenieert Rusland met militaire middelen in diverse Afrikaanse staten, waaronder Libië, Mali en de Centraal Afrikaanse Republiek. Met de zegen van het Kremlin wordt voor dit laatste met name de Wagner groep ingezet, waarbij zowel financieel als politiek gewin wordt nagestreefd.

Poetin's rechtvaardiging
Poetin heeft zeker argumenten om het westen verwijten te maken. Onnodig werd in 2007/2008 door Bush besloten in Polen een raketafweersysteem te plaatsen en een radarinstallatie in Tsjechië. Deze werden geplaatst aan de Russische grens, terwijl ze gericht waren op Iran. Poetin ervoer dit als een bedreiging en stelde voor deze installaties in Azerbeidzjan te plaatsen, zodat heel Europa beschermd zou kunnen worden. Hierop zijn de Amerikanen, om hen moverende redenen, niet ingegaan. Vermoedelijk was dit schild mede bedoeld ter afschrikking van Rusland. Ook kon het, vanuit het Russische perspectief, als provocerend worden uitgelegd dat voormalige Sovjetstaten, zoals Estland, Letland en Litouwen, lid konden worden van de Navo en dit op een moment van Russische zwakte. Het gevolg hiervan was dat de westerse militaire macht zich uitstrekte tot aan de Russische grens. Vanuit de optiek van de betreffende landen was dit echter weer heel begrijpelijk omdat zij, gelet op hun recente verleden, bescherming zochten tegen de Russische dreiging. Vanuit Russisch perspectief waren Poetin's bezwaren dus niet geheel onbegrijpelijk, maar de bescherming die hij zocht, een reeks van bufferstraten rond Rusland, werd onhaalbaar door een wending in de geschiedenis. En deze wending werd niet geïnitieerd door het Westen, maar door Gorbatsjov en Jeltsin. Hun besluiten leidden tot de val van de Muur en de ontbinding van de Sovjet-Unie. Hierdoor ontstond er een nieuwe geopolitieke werkelijkheid, waarbij een aantal Sovjetstaten hun oorspronkelijke soevereiniteit hebben teruggekregen. Het is aan die landen zelf om vervolgens te bepalen bij wie zij aansluiting zoeken. Dat is zowel een juridisch als een politiek gegeven, maar voor Poetin kennelijk moeilijk te aanvaarden. Ook Oekraïne dreigde in de ogen van Poetin zo'n afvallige staat te worden. Het was de Oekraïnse bevolking die in 2013/2014 met de Maidan Revolutie te kennen gaf zich liever te richten op de EU dan op Rusland en feitelijk heeft Poetin dit ook nog eens aan zichzelf te wijten. Het autocratische en kleptocratische beleid in Rusland gaat namelijk zowel ten koste van de vrijheid van de burgers als van het niveau van hun levensstandaard en dat zag de bevolking van Oekraïne natuurlijk ook.

Over de autonomie van Oekraïne zegt Harari in de Guardian van 28-2-2022 het volgende:

Putin’s dream of rebuilding the Russian empire has always rested on the lie that Ukraine isn’t a real nation, that Ukrainians aren’t a real people, and that the inhabitants of Kyiv, Kharkiv and Lviv yearn for Moscow’s rule. That’s a complete lie – Ukraine is a nation with more than a thousand years of history, and Kyiv was already a major metropolis when Moscow was not even a village. But the Russian despot has told his lie so many times that he apparently believes it himself.”

En in de NRC van 1 maart j.l. schrijft Tom-Jan Meeus: “Neem het akkoord waarmee Oekraïne in 1994 de eigen kernwapens opgaf. In ruil kreeg het land de toezegging dat de VS en Rusland „de onschendbaarheid van de Oekraïense grenzen” zouden garanderen.”

De realisering van Poetin's streven om een nieuw Russisch Rijk te vestigen op basis van oude grenzen zal stranden, omdat dit indruist tegen de wil van de betrokken landen zelf en tegen de bestaande internationale rechtsorde en rechtsregels.

Er lijkt slechts één partij te zijn in ons parlement die Poetin's optreden in Oekraïne gerechtvaardigd vindt, namelijk Forum voor Democratie. Een prachtvent, noemde Baudet Vladimir Poetin. Toch wel een opmerkelijke kwalificatie voor iemand met zoveel bloed aan zijn handen van onschuldige burgers en politieke tegenstanders. Bovendien heeft deze 'prachtvent' zijn eigen burgers niet alleen beroofd van hun intellectuele vrijheid en van hun vrijheid van meningsuiting, maar ook van heel veel geld, dat door de oligarchen en hemzelf is weggesluisd naar het buitenland.

Conclusies
Poetin's oordeel dat de bezetting van Oekraïne een eenvoudig te klaren klus zou zijn berustte op een aantal onjuiste taxaties. De oorzaak hiervan schuilt in het volgende.

Voor een goede oordeelsvorming is het essentieel om te beschikken over betrouwbare informatie.

Met de angstcultuur die Poetin om zich heen heeft geschapen creëerde hij een sfeer, waarin zijn omgeving alleen nog maar bereid was om die dingen te zeggen, waarvan bekend was dat Poetin die wilde horen, de valkuil voor elke autocraat.

Hoe dit mechanisme werkt werd perfect geïllustreerd door de opname van Poetin's optreden in de week, voorafgaand aan de inval. Tijdens de bizarre en geënsceneerde bijeenkomst met zijn Veiligheidsraad brak Poetin één van de sprekers bij zijn enkels af, omdat deze persoon niet gelijk de door Poetin gewenste woorden had weten te kiezen. En dit voor het oog van de gehele wereld.

Deze demonstratie van dictatoriale macht maakte zichtbaar hoe Poetin zich verhoudt tot zijn naaste medewerkers en onthult een beangstigend beeld van de psyche van deze man.

Omdat Poetin niet over de juiste informatie beschikte heeft hij bij zijn 'speciale militaire operatie' een aantal cruciale inschattingsfouten gemaakt:

  • Oekraïne zou, net als de Krim, in een handomdraai de pijp aan Maarten geven. Zeker met een onervaren oud-komiek als leider en met een bevolking die de Russen opgelucht met bloemen zou verwelkomen, omdat ze eindelijk van hun fascistische leiders bevrijd zouden worden. Niets bleek minder waar. Hoezo, geen eigen land met een eigen bevolking. De Oekraïners en hun leger bleken bereid zich dood te vechten voor wat zij beschouwen als hun eigen land, terwijl Zelensky zich heeft ontpopt als een strijdbaar en krachtig leider van dit land. Daarnaast is Zelensky net zo min een fascist als Poetin een democraat is.

  • Het Westen was decadent en zou niet bij machte zijn om de krachten te bundelen tegen Rusland. Ook dit bleek een misvatting en Poetin heeft het tegendeel bereikt. Binnen de kortste keren wist het Westen de gelederen te sluiten, sanctiemaatregelen tegen Rusland te treffen en het defensiebudget substantieel te verhogen, met Duitsland als in het oog springend voorbeeld. Bovendien leidde deze oorlog tot een mentale omslag in veel Lidstaten van de EU, ten gunste van een verdergaande samenwerking op EU niveau. Daarnaast bleek de afhankelijkheid van de verschillende EU-Lidstaten van het Russische gas minder absoluut dan Poetin zal hebben gehoopt.

  • Waar Poetin zich ook ernstig op heeft verkeken is de kracht, het moreel en de efficiëntie van het Russische leger. Mede als gevolg van hun zwakte bleek Rusland bij lange na niet in staat haar doelen te realiseren, namelijk het bezetten van Oekraïne en het elimineren van haar 'fascistische' leiders.

  • Met zijn dreigementen aan het adres van Finland en Zweden heeft Poetin exact het tegenovergestelde bereikt van wat hij hiermee beoogd zal hebben.

Het is op grond van de geopolitieke wens van één man dat er in Oekraïne een oorlog wordt gevoerd waarvan nog niet valt te overzien hoeveel kinderen, vrouwen en mannen hiervan het slachtoffer zullen gaan worden. Wel is duidelijk dat het normale dagelijkse leven in Oekraïne volledig op zijn kop is gezet door Poetin's 'speciale militaire operatie'.

Twaalf (van de vierenveertig) miljoen inwoners zijn huis en haard ontvlucht, waarvan de helft naar het buitenland.

In tegenstelling tot Poetin's verwachtingen zit de regering van Oekraïne, na 15 maanden oorlog, nog stevig in het zadel en is van het Oekraïense grondgebied slechts circa 20% bezet.

Over het aantal dodelijke slachtoffers wordt van officiële zijde weinig informatie verstrekt, maar geschat wordt dat dit aantal op dit moment wel 240.000 kan bedragen. De ervaring leert dat het aantal gewonden dan een veelvoud hiervan is. Kortom, nu al is het aangerichte menselijke leed onbeschrijfelijk van omvang en hetzelfde geldt voor de economische, materiële en culturele schade die in Oekraïne is aangericht. En nog is het einde niet in zicht.

Wel heeft China onlangs aangeboden om de rol van bemiddelaar op zich te nemen, maar het blijft vooralsnog onduidelijk welke perspectieven dit aanbod zal bieden.

Wat wel duidelijk wordt is dat Rusland, nu het Westen Poetin de rug heeft toegekeerd, zich in een afhankelijkheidspositie ten opzichte van China heeft gemanoeuvreerd, waardoor China's geopolitieke macht wordt versterkt, terwijl die van Rusland wordt verzwakt.

De strijd met Oekraïne, waartoe Poetin heeft besloten, voert hij niet vanwege een mogelijke dreiging van de Navo, noch omdat hij het Oekraïense volk van zijn fascistoïde leiders wil bevrijden, alhoewel hij beide wel als argument heeft gebruikt. Hij voert deze strijd vermoedelijk om twee andere redenen, enerzijds om de groeiende binnenlandse ontevredenheid over zijn bewind in de kiem te smoren (het rally around the flag effect) en anderzijds omdat een nieuw Russisch Rijk, naar het evenbeeld van het voormalige Keizerrijk Rusland, een aantrekkelijk perspectief vormt voor zowel veel burgers als voor hemzelf. Dat Poetin naar zo'n rijk streeft is niet een conclusie van mij, maar het zijn de woorden van Poetin zelf, op meerdere plaatsen en op verschillende tijdstippen door hemzelf uitgedragen.

Het is voor deze illusie dat Oekraïne en haar inwoners, maar ook talloze Russen, in het ongeluk worden gestort.
 

Leiden, 15 mei 2023,

Rob Tjalkens

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) Anna Politkovskaja autocratie Finland FSB kleptocratie Navalny Oekraïne Poetin Russisch Keizerrijk speciale militaire operatie Wagner Group https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/poetin-een-man-met-een-missie-versie-2-0 Mon, 15 May 2023 19:10:30 GMT
POPULISME, EEN VALKUIL VOOR DE ONTEVREDEN KIEZER https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/populisme-een-valkuil-voor-de-ontevreden-kiezer POPULISME, EEN VALKUIL VOOR DE ONTEVREDEN KIEZER

 

Inleiding
Het populisme is een politieke stroming die (ook) in de westerse wereld aan populariteit wint. Voor deze opmars tracht ik in dit artikel een verklaring te geven. Vervolgens schets ik hoe aan dit populisme vorm wordt gegeven in Nederland, maar ook in de VS, omdat de ontwikkelingen in laatstgenoemd land een goed beeld geven van de gevolgen voor de democratische rechtsstaat, wanneer het populisme eenmaal aan de macht komt. Tenslotte rond ik dit artikel af met mijn conclusies en enkele toekomstgerichte bespiegelingen.

Sprekend over het populisme beperk ik me tot de hedendaagse, rechts georiënteerde, variant hiervan, omdat deze van veel grotere invloed is op het huidige politieke landschap dan het populisme ter linkerzijde. Populisme is een politieke stroming die zijn naam ontleent aan het Latijnse woord populus, dat volk betekent. De leider van zo'n stroming, hierna de populist, beroept zich erop de wil van het volk te vertegenwoordigen.

De ideologie van het populisme is nostalgisch van aard. Zij refereert aan een geromantiseerd verleden, waarin sprake is van een gelukkig volk met een rijke cultuur en tradities, dat tevreden leeft binnen de veilige grenzen van een soevereine natiestaat. Dit volk bestaat uitsluitend uit wat de populist beschouwt als de authentieke cultuurdragers van de natiestaat, te weten blanke, christelijke mensen (Noot nr 1). Het is dus de toekomstvisie van de populist om 'het volk' terug te leiden naar dit gefantaseerde verleden. In de ogen van de populist worden op dit moment deze cultuur en tradities van 'het volk' ernstig bedreigd (Noot nr 2). Enerzijds door corrupte politici, de elite, die de wil van 'het volk' aan hun laars lappen en anderzijds door 'de anderen', die met hun aanwezigheid een bedreiging vormen voor de bestaande cultuur en tradities van 'het volk'. Te denken valt hierbij aan moslims, immigranten, vluchtelingen e.d. Bovendien heeft de corrupte politiek de soevereiniteit van de natiestaat uitgeleverd aan de Europese Unie, hiermee 'het volk' de mogelijkheid ontnemend om zelf richting te geven aan zijn eigen toekomst. De populist belooft om deze bedreigingen het hoofd te bieden door ervoor te zorgen dat de wil van 'het volk' weer bepalend wordt. Deze wil geldt voor hem als wet. Zijn autorisatie ontleent de populist aan de volgende vergelijking: De wil van het volk = de wil van de populist. De praktijk leert echter dat de populist deze vergelijking dikwijls in omgekeerde volgorde toepast, waarbij al snel het beeld opdoemt van een autoritaire leider.

Deze ervaring sluit aan bij een ander bedenkelijk trekje van het populisme, namelijk de impliciete afwijzing van de parlementaire democratie, inclusief de hierop gebaseerde trias politica. Dit stelsel steunt namelijk op allerlei principes die niet passen binnen het gedachtegoed van het populisme, zoals het gelijkheidsbeginsel en het waarachtigheidsbeginsel. Zo staat de toepassing van het gelijkheidsbeginsel in een democratische rechtsstaat met een pluriform samengestelde bevolking op gespannen voet met het onderscheid dat door het populisme wordt gemaakt tussen 'het volk' en 'de anderen'. Het idee dat 'die anderen' dezelfde rechten zouden hebben als 'het volk' spreekt de populist bepaald niet aan. Het beginsel van de waarachtigheid wordt door de populist ervaren als een veel te krappe dwangbuis, waarmee hij niet uit de voeten kan. Immers, het misleidende sprookje waarop zijn ideologie is gebaseerd valt niet te rijmen met dit beginsel. Nu aan de volkswil, gepersonifieerd in de wil van de populist, in feite een absoluut karakter wordt toegekend, vervalt hiermee het recht van beïnvloeding door democratische instituties. Deze instituties vormen een hindermacht voor de wil van het volk en moeten dus worden uitgeschakeld. Denk hierbij aan de rechter. De populist vindt diens onafhankelijkheid ongewenst, omdat hij het ondenkbaar acht dat een rechter de wil van 'het volk, lees: de populist' trotseert. Daarom spreekt Wilders van een nepparlement en van een neprechtbank. Dit populistische, ondemocratische trekje werd ook zichtbaar toen de regering van het VK trachtte het Parlement buiten spel te zetten bij haar poging tot invoering van Brexit.
Het volk had immers gesproken.

Een verklaring voor het opkomend populisme
Het populisme werft zijn kiezers onder dat deel van de bevolking, dat ontevreden is over zijn bestaan c.q. over de politiek. Zelfs in een land als Nederland, dat hoog scoort bij tevredenheidsonderzoeken (Noot nr 3) heeft een substantieel gedeelte van de kiezers er geen vertrouwen in dat de politiek zijn belangen naar behoren behartigt (Noot nr 4). Een voortschrijdende secularisatie, met de hierdoor ontstane discussies over christelijke waarden en het zingevingsvraagstuk, zal ongetwijfeld bijdragen aan gevoelens van onzekerheid en onbestemdheid onder de bevolking. Dit geldt ook voor voor de invloed van het mediabeleid, omdat journalistieke diepgang in toenemende mate plaats maakt voor een op sensatie gerichte nieuwsgaring. Dit geldt temeer voor de sociale media, waar samenzweringstheorieën en 'fake news' een groeiend onderdeel vormen van het aanbod. Toch denk ik dat de bestaande ontevredenheid overwegend te herleiden is tot de financieel-economische situatie waarin de bevolking zich momenteel bevindt. Een belangrijke steen des aanstoots is hierbij de groeiende financiële kloof tussen enerzijds een klein clubje rijken en anderzijds de rest van de maatschappij. (Noot nr 5) Veelal wordt deze kloof toegerekend aan de globalisering. Mijns inziens is dat ten onrechte. Het waren de grote bedrijven op de wereldmarkt die besloten om de winsten, gemaakt met de globalisering, uit te keren aan hun aandeelhouders, in plaats van deze te delen met hun werknemers. (Noot nr 6) Deze handelwijze past in het vigerende economische model, waarbij het beleid van grote bedrijven gericht is op maximering van de z.g. 'shareholders value'. Dit model is gebaseerd op de Anglo-Amerikaanse neoliberale uitgangspunten, waaronder: een ongebreidelde vrije markt, het inperken van de rol van de vakbonden, het afslanken van sociale voorzieningen en het privatiseren van een aantal werkzaamheden, die tot dan toe golden als overheidstaken (nutsvoorzieningen, openbaar vervoer, de zorg). Dit neoliberale model heeft in de afgelopen veertig jaar een bepalende invloed gehad op de maatschappij in de westerse wereld. De privatiseringen brachten niet de voorspelde zegeningen, terwijl de ervaring met dit model voorts heeft duidelijk gemaakt dat een kapitalistisch systeem, zonder veiligheidskleppen, leidt tot een ongeremde zelfverrijking door een exclusief groepje mensen, ten koste van de rest van de maatschappij. De gedachte dat het begrip 'vrije markt' staat voor eerlijke prijzen berust op een dramatische misvatting. Op de vrije markt heerst namelijk het recht van de sterkste en wat dat betekent hebben veel werknemers in de afgelopen periode aan den lijve ondervonden. De maatschappelijke schade die dit economische model inmiddels heeft aangericht gaat veel verder dan hetgeen zichtbaar werd bij de financiële crisis van 2008. De uitgangspunten hebben namelijk niet alleen geleid tot een steeds moeilijker te verteren inkomenskloof, maar zij hebben bovendien de bijl gelegd aan de wortels van de maatschappelijke cohesie. Ter toelichting het volgende.

  • Er is bewust gestuurd op de individualisering van de maatschappij. Een bekende uitspraak van Margareth Thatcher in dit verband luidde: “Er bestaat niet zoiets als een maatschappij, er zijn slechts individuen”. In het kader van deze opvatting werd door Reagan in de VS en door Thatcher in het VK de invloed van de vakbonden zoveel mogelijk afgebroken. Het beoogde resultaat was een verzwakking van de onderhandelingspositie van de werknemer, waarvan de stagnatie van diens loonontwikkeling één van de gevolgen was.

  • De toch al verzwakte positie van de werknemer werd nog verder onder druk gezet door de ontwikkeling van het fenomeen van de tijdelijke contracten, flexwerkers, zzp-ers e.d.

In de combinatie van deze factoren ligt de verklaring besloten waarom het salaris van de gemiddelde werknemer in de VS in de afgelopen veertig jaar qua koopkracht nauwelijks is gestegen (in tegenstelling tot dat van de CEO's).(Noot nr 7) Wel hebben de werknemers een verhoging van de werkdruk ervaren, wat bij hen heeft bijgedragen aan een aanzienlijke toename van stress. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ziet stress als de grootste gezondheidsepidemie van de eenentwintigste eeuw.(Noot nr 8)
Het beeld in Nederland is in essentie niet veel anders. (Noot nr 9) Zowel Balkenende als Rutte hebben de burger jarenlang voorgehouden dat na het zuur (de jarenlange bezuinigingen) het zoet

zou komen. Begin juli 2019 werd door Jinek aan Wobke Hoekstra de vraag voorgelegd waarom, na alle toezeggingen over een verhoging van het besteedbaar inkomen voor alle Nederlanders, nog steeds het gevoel overheerst dat dit een loze belofte is.
De eenzijdige verrijking in de westerse landen en het gevoel dat de politiek de burger hierbij onvoldoende beschermt (dus feitelijk in de kou laat staan) verklaren verregaand de gevoelens van ontevredenheid, onzekerheid en daarmee ook onveiligheid onder de bevolking.

Het bovenstaande brengt mij tot het oordeel dat het Anglo-Amerikaanse neoliberalisme het maatschappelijk klimaat dusdanig heeft verslechterd dat hierdoor een belangrijke voedingsbodem is ontstaan voor het hedendaagse populisme. (Noot nr 10)

Deze voedingsbodem wordt versterkt doordat vanuit meerdere politieke partijen het gevoel van onveiligheid wordt aangewakkerd, in een streven naar electoraal gewin. De strategie die hierbij gehanteerd wordt balanceert vaak op de dunne lijn die de gangbare politiek scheidt van het racisme. De Nederlandse premier Rutte, die zichzelf niet lang geleden een goede populist noemde, bediende zich van een uiterst dubieuze strategie met de kreet 'Pleur op', gericht tot een deel van de Nederlands-Turkse gemeenschap. Wilders richtte zich op de Marokkaanse Nederlanders met zijn ophitsende kreet: Minder, minder, minder. En ook Baudet maakte duidelijk dat vreemdelingen naar zijn oordeel een bedreiging vormen voor 'het volk'. Zijn uitspraken over de homeopathische verdunning van 'het Nederlandse volk' en zijn verwijzing naar onze boreale (blanke) wereld zijn in dit verband illustratief. (Noot nr 11) Met dit soort uitspraken worden bevolkingsgroepen tegen elkaar opgezet en worden gevoelens van onveiligheid bij grote groepen Nederlanders vergroot, aldus het populisme in de kaart spelend.

Het populisme in Nederland
Nederland kent twee rechts-populistische partijen, de Partij voor de Vrijheid (de PVV) en Forum voor Democratie (FvD). Hun leiders zijn respectievelijk de heren Wilders en Baudet. Daarnaast zijn er enkele traditionele politieke partijen (waaronder de VVD en het CDA) die ook populistische trekjes vertonen. (Noot nr 12)

Wilders' belangrijkste thema's zijn 1) tegen de islam 2) tegen immigratie 3) tegen het Nederlandse lidmaatschap van de EU, dit alles ter bescherming van de 'eigen' cultuur en tradities. Wilders heeft zich, afgezien van een tamelijk korte gedoogperiode, nooit sterk gemaakt voor regeringsdeelname. Hierdoor heeft hij de mogelijkheid verzaakt om zijn kiezers die resultaten te leveren, waarvoor zij op hem hadden gestemd. Dit bleek de valkuil te zijn, waarin Wilders' kiezers zijn getuimeld.

Vermoedelijk is het mede om die reden dat een substantieel gedeelte van zijn kiezers bij de jongste verkiezingen voor de Provinciale Staten (in 2019) en die voor het Europees Parlement is overgestapt naar Forum voor Democratie. Ook Baudet gaat zijn kiezers teleurstellen, omdat zijn gedachtegoed 1) strijdig is met democratische beginselen en 2) niet geworteld is in de realiteit.

Enkele belangrijke thema's van de agenda van FvD spreken in dit verband voor zichzelf.

  • Herstel van de soevereiniteit van de eigen natiestaat

'Take back control' was de populistische leus, waarmee de Tories de Britse bevolking hebben verleid om, zij het nipt, voor Brexit te stemmen. Deze leus is gebaseerd op de populistische ideologie die de bevolking een terugkeer naar een gefantaseerd, roemrijk, verleden belooft. Inmiddels tekent het besef zich af dat het Brexit-voorstel een daad was van economische kamikaze, louter geïnitieerd ten dienste van het eigenbelang van de Tory Party.
De ontwikkelingen in het VK illustreren dat Baudet zich, met ditzelfde populistische streven, buiten de politieke en economische werkelijkheid plaatst.

Het lidmaatschap van de EU brengt veel economische voordelen met zich mee, waaronder een sterke onderhandelingspositie bij het sluiten van internationale handelsovereenkomsten. Een soeverein Nederland ontbeert deze macht en zal dientengevolge moeten berusten in de voorwaarden, die grootmachten als de VS en China zullen dicteren. Dit zal onvermijdelijk ten koste gaan van zowel de welvaart als het welzijn van de Nederlandse burgers. Het is niet
voor niets dat zowel Trump als Poetin hun steun geven aan de populistische partijen binnen de EU. Hun landen zouden zowel politiek als economisch aanzienlijk profiteren van het uiteenvallen van deze organisatie.
Een andere grote winnaar van het herstel van soevereine natiestaten binnen Europa is de (georganiseerde) misdaad. De bestrijding van dit type misdaad wordt daardoor namelijk aanzienlijk bemoeilijkt.(Noot nr 13) Voor de aanpak van het terrorisme geldt hetzelfde.
Voorts heeft de EU een vorm van samengaan gecreëerd die het risico van onderlinge oorlog tussen de Lidstaten praktisch uitsluit. Het verleden heeft geleerd dat het weleens heel anders zou kunnen worden, indien Europa weer uit onafhankelijke (rivaliserende, nationalistische) natiestaten zou bestaan. Opmerking verdient nog dat het streven naar een soevereine natiestaat haaks staat op de wil van de Nederlandse bevolking. (Noot nr 14) Ik concludeer
dat Baudet hier de vergelijking
De wil van het volk = de wil van de populist in omgekeerde
volgorde heeft toegepast, ten koste van de belangen van de Nederlandse democratische
rechtsstaat.

  • Bescherming van de oorspronkelijke Nederlandse cultuur en tradities
    Baudet is van mening dat de Nederlandse cultuur en tradities, die geschoeid zouden zijn op een homogeen samengestelde (blanke) bevolking met christelijke waarden, onaangetast moeten blijven. Echter, culturele waarden zijn nooit in steen gebeiteld geweest en altijd onderworpen aan invloeden van de heersende tijdgeest; of dat nu door de komst van de Sefardische Joden uit Spanje en Portugal was, als gevolg van het Verdrijvingsedict van 1492 resp. 1497 uit het Iberisch Schiereiland, of door de komst van de Hugenoten ten tijde van de Franse Revolutie (een tijd waarin ook de familie Baudet naar de Nederlanden verhuisde), of door de sociale media in de huidige tijd. Het afschermen van de cultuur tegen invloeden van buitenaf lukt misschien in een land als Noord Korea, maar zo'n streven is in een open land als Nederland gedoemd te mislukken.
    Dit beleidsstreven is niet alleen onrealistisch maar bovendien zeer onwenselijk, want door zijn oriëntatie op een gefantaseerd verleden sluit het populisme zich af van de toekomst.


  1. Het populisme in de VS
    Donald Trump is de populistische president van de VS. Trump voldoet verregaand aan een aantal karakteristieken die kenmerkend worden geacht voor veel populistische leiders, te weten narcistisch, egocentrisch en cynisch. (Noot nr 15) Ook Trump verleidt zijn kiezers met illusoire denkbeelden: 'Make America Great Again'. Van zijn belofte om bepaalde banen terug te brengen naar de VS komt niets terecht, omdat daarvoor geen economische rechtvaardiging bestaat. Trump's optreden maakt duidelijk dat hij, als waar populist, de democratische beginselen niet onderschrijft. De vrije pers zet hij weg als vijand van het volk en het nieuws dat deze brengt noemt hij 'fake' als de inhoud hiervan hem onwelgevallig is. Rechters deugen alleen wanneer zij er blijk van geven 'Trump rechters' te zijn. De leden van zijn regering dienen loyaal te zijn; niet aan de constitutie, maar aan Trump persoonlijk. Zo niet, dan kunnen zij het veld ruimen, een lot dat velen inmiddels ten deel is gevallen. Ook het Congres dient hem te steunen, want anders omzeilt hij hun bevoegdheid via decreten of spreekt hij zijn veto uit over hun besluiten. Ook zet Trump het Congres regelmatig buitenspel door hoge functionarissen slechts een tijdelijke benoeming te geven. Omdat Trump weigert de uitgangspunten van de democratische rechtsstaat te respecteren, plaatst hij zichzelf feitelijk boven de wet. De vraag over de legitimiteit van dit optreden ligt momenteel ter beoordeling bij de 'Supreme Court'. (Noot nr 16) Trump voert de neoliberale agenda uit van de Republikeinse Partij (belastingverlaging voor de rijken, kostenverlaging voor het bedrijfsleven door deregulering, het afschaffen of terugdringen van 'Obamacare', bezuinigingen op sociale voorzieningen, enz), maar realiseert zich dat hij met zo'n agenda de verkiezingen voor het presidentschap in het jaar 2020 niet gaat winnen. Bijgevolg houdt hij grote delen van zijn agenda in de schaduw, om met geheel andere onderwerpen in de schijnwerpers te treden. Hij zoekt zijn kiezers, naast de z.g. evangelicals, onder uiterst conservatieve witte en gefrustreerde Amerikaanse mannen. En deze doelgroep bedient hij met teksten die inspelen op hun onderbuikgevoelens. Zo voedt hij ze met zaken als immigratie, racistische standpunten, anti-moslim retoriek, anti-LHBT opvattingen en vrouwonvriendelijke uitspraken. Zodoende splijt Trump de Amerikaanse maatschappij, omdat hij mensen tegen elkaar opzet, veelal op basis van geloof, herkomst of ras. De aldus gecreëerde intolerantie is een inherent gevolg van het antagonistische karakter van het populisme. Dat Trump zijn kiezers bedriegt is op voorhand een gegeven. Zijn beleid is namelijk uitsluitend gericht op het bevoordelen van de rijken, terwijl de bezuinigingen met name de minderbedeelden van de maatschappij treffen en in deze doelgroep bevindt zich het grootste deel van zijn kiezers.(Noot nr 17) Trump's beleid is dus overwegend neoliberaal, maar zijn strategie is populistisch. Zie hier de valkuil voor de kiezers van Trump.

 

Conclusie

De opkomst van het hedendaagse populisme zie ik als een teken dat de wal het schip keert. (Noot nr 19)
De Anglo-Amerikaanse neoliberale uitgangspunten, die in de afgelopen veertig jaar een bepalende invloed hebben gehad op het economische en maatschappelijke klimaat in de westerse wereld, dragen in belangrijke mate bij aan de opkomst van het hedendaagse populisme. Een substantieel gedeelte van de bevolking is verontwaardigd over de bestaande inkomensongelijkheid en is teleurgesteld in de politiek, omdat die hen hierbij in de kou heeft laten staan. Het populisme bestaat bij de gratie van die boosheid en zal derhalve niets ondernemen om de redenen daarvoor weg te nemen. Voor het oplossen van de bestaande maatschappelijke problemen is een toekomstvisie noodzakelijk die voorziet in nieuwe pijlers voor het dragen van een duurzame toekomst. Een visie die steunt op een kapitalistisch deltaplan om de z.g. natuurlijke krachten van de vrije markt te beteugelen, ter bescherming van de maatschappij, de mens en de natuur. Voorts zal er een ander type politicus moeten opstaan die de belangen van de burger en van het bedrijfsleven op evenwichtige en rechtvaardige wijze behartigt. Een politicus die over een aantal eigenschappen beschikt die ik nu dikwijls zo node mis bij politici. Te denken valt hierbij aan kwaliteiten als integriteit, wijsheid, toekomstvisie en moed. Met name die moed zal nodig zijn om voorstellen te verdedigen die niet populair, maar wel noodzakelijk zijn om voor de langere termijn een leefbare en duurzame toekomst te realiseren. Daarnaast moeten de grote bedrijven niet louter fungeren als melkkoe voor de aandeelhouders, maar zullen zij zich zo moeten aanpassen, dat zij een organisch onderdeel gaan vormen van de maatschappij.
Gelet op onderwerpen als het klimaat, een duurzaam economisch model en de invloed van AI, staat de maatschappij aan de vooravond van een aantal ingrijpende ontwikkelingen, die van fundamenteel belang zijn voor de huidige en toekomstige generaties. Uitgaande van dat verbeterde politieke klimaat zal de Nederlandse parlementaire democratie het beste politieke stelsel zijn om aan deze ontwikkelingen vorm te geven.

 

Leiden, 22 november 2019,

Rob Tjalkens
 

 

Naschrift

De presidentsverkiezingen van november 2020 werden gewonnen door Joe Biden. De reactie van Trump op dit verlies weerspiegelde zijn minachting voor de democratie en zijn hang naar een autocratie. Niet alleen bestreed hij de rechtmatigheid van de verkiezingsuitslag (Stop the Steal), maar op 6 januari 2021 werd zelfs het Capitool bestormd door aanhangers van Trump, in een poging om te voorkomen dat het Congres de verkiezingswinst van Joe Biden zou formaliseren. Uit onderzoek is gebleken dat Trump aan de basis stond van deze bestorming, terwijl hij bedreigingen uitte richting zijn vice president Mike Pence, mocht deze weigeren de verkiezingswinst van Joe Biden ongeldig te verklaren. Met zijn optreden toonde Trump aan welke risico's een democratische rechtsstaat loopt, wanneer er eenmaal een populist aan de macht komt.

Om uiteenlopende redenen loopt er momenteel een aantal rechtszaken tegen Trump. Dit weerhoudt hem er niet van om zich te kandideren voor de komende presidentsverkiezingen in de VS, in 2024. Ook weerhoudt dit een groot aantal Republikeinen er niet van om hem hierin voluit te steunen.

 

Leiden, 9 mei 2023,

Rob Tjalkens

 

Noten bij het artikel: Populisme, een valkuil voor de ontevreden kiezer
Nr 1. Sybe Schaap noemt dit in 'De Populistische Verleiding' (2017) 'de indentiteitsillusie'. Als keerzijde van deze
        illusie ziet hij (op pagina 232) een chaotische samenleving ontstaan met een gespleten en intolerante bevolking.

Nr 2. Het verkiezingsprogramma van FvD van 2017 vermeldt in de inleiding o.m.: 'Een existentiële crisis bedreigt het
        voortbestaan van de Nederlandse samenleving', enz., enz.

Nr 3. Volgens een onderzoek van het CBS uit 2015 scoort Nederland een 7,8 bij een tevredenheidsonderzoek en
        neemt hiermee de vijfde plaats in binnen de EU.

Nr 4. Volgens een onderzoek van EenVandaag uit april 2017 is één op de drie mensen een ontevreden of teleurgestelde
        burger.

Nr 5. Thomas Piketty heeft naar die kloof uitgebreid onderzoek gedaan en zijn bevindingen neergelegd in 'Kapitaal in de 21ste eeuw' 
       (2013).

Nr 6. Zie in dit verband ook 'Globalization and its Discontents, Revisited' (2017), van Joseph Stiglitz.

Nr 7. Volgens een rapport d.d. 14-08-2019 van het Economic Policy Institute groeide het inkomen in de VS van de
       CEO's van een reeks onderzochte bedrijven tussen 1978 en 2018 met 940%, terwijl het inkomen van de
       werknemers in deze periode steeg met 12%.

Nr 8. https://www.who.int/occupational_health/topics/stressatwp/en/

Nr 9. Van een artikel in RaboResearch-Economische Onderzoek, d.d. 05-02-2018, luidt de kop: 'Besteedbaar
        inkomen van huishoudens staat al bijna veertig jaar stil'.

Nr 10. In 'De cultuur van het nieuwe kapitalisme' verklaart de schrijver en socioloog Richard Sennett het begrip
         ressentiment bij de burger (omdat deze zich niet eerlijk behandeld voelt) als volgt: “Ressentiment is een zeer
         sociale emotie die vaak afdwaalt van de economische oorsprong hiervan – het zorgt voor verontwaardiging
         over een neerbuigende houding van de elite, of woede op joden of andere binnenlandse vijanden die er vandoor
        
lijken te gaan met sociale voordelen waar ze geen recht op hebben.”

Nr 11. Laatstgenoemde verwijzing werd gemaakt tijdens zijn overwinningsspeech van 20-03-2019, nav de uitslag van
         de Provinciale Statenverkiezingen. lijken te gaan met sociale voordelen waar ze geen recht op hebben.”

Nr 12. Op pagina 193 wijst Sybe Schaap in zijn voornoemd boek op de infectueuze aanstekelijkheid van het
         populistische gedachtegoed voor andere politieke partijen.

Nr 13. Dit inzicht is mede gebaseerd op mijn acht jarige werkervaring bij Europol.

Nr 14. Onder auspiciën van het Europees Parlement wordt periodiek de Eurobarometer/Parlemeter uitgegeven.
         Volgens een peiling in april 2019 was 85% van de Nederlanders positief over het Lidmaatschap van de EU.

Nr 15. Zie pagina 207 van 'De populistische verleiding', van Sybe Schaap (2017).

Nr 16. The New York Times van 15-11-2019.

Nr 17. Illustratief is een artikel in de New York Times van 29-07-2019, getiteld 'The Cruel Farce of Cutting
         Foodstamps'. Dit artikel beschrijft hoe Trump bezuinigt op het voedselondersteuningsprogramma voor de
         armen in de VS.

Nr 18. Begin november 2019 presenteerde het CDA zijn nieuwe toekomstvisie, met daarin o.m. het standpunt dat het
         neoliberale verhaal niet meer "houdbaar" is.
 

 

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) autocratie Baudet integriteit neoliberalisme Pleurop populisme Stop the Steal Wilders https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/populisme-een-valkuil-voor-de-ontevreden-kiezer Tue, 09 May 2023 15:14:29 GMT
HET TRANS-ATLANTISCHE TIJDPERK IS TER ZIELE https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/het-trans-atlantische-tijdperk-is-ter-ziele

Inleiding

De samenwerking tussen de West-Europese landen (later de EU) en de Verenigde Staten van Amerika (de VS) wordt wel de Trans-Atlantische relatie genoemd. Deze, op gedeelde opvattingen en belangen gestoelde relatie, ontstond  na de Tweede Wereldoorlog, onder leiding van de VS. Die leidende rol  manifesteerde zich op militair, economisch en moreel terrein. De VS fungeerde als boegbeeld voor de normen en waarden die de westerse cultuur vormden, met als karakteristieke kenmerken:
–  de democratie,

–  de rechtsstaat, met grondrechten als: het gelijkheidsbeginsel, een verbod van discriminatie, de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting,

–  de erkenning van het internationale recht,

–  de erkenning van de rechten van de mens en

–  een kapitalistisch economisch stelsel.

In de afgelopen decennia is het politieke klimaat in de VS echter grondig gewijzigd, met als gevolg dat dit land in toenemende mate afstand neemt van de westerse cultuur, zoals geduid in de hierboven genoemde kernpunten. Deze ontwikkeling culmineerde in een nieuw credo voor het buitenlands beleid: 'America First'. Dit impliceert dat Amerika het beleid, gericht op internationale samenwerking, vaarwel zegt en vervangt door een solitair optreden, gericht op het eigen belang. Hiermee beëindigt de VS feitelijk de Trans-Atlantische samenwerking, of Europa dat nu leuk vindt of niet. (Zie noot 1) In het navolgende zet ik uiteen op welke punten de VS de westerse normen en waarden vaarwel heeft gezegd, terwijl ik in de conclusie mijn opvatting geef over de politieke consequenties hiervan voor Nederland.

De teloorgang van Amerika's normen en waarden

Deze teloorgang manifesteert zich o.m. met betrekking tot: I) de democratische rechtsstaat, II) het door de VS 'uitgevoerde' economische stelsel, III) het internationale militaire optreden en
IV) de betoonde moraliteit (Zie noot 2).

I) De democratische rechtsstaat

De VS verklaarde zich in 1776 onafhankelijk van Groot Brittannië en voerde in 1789 zijn grondwet (de Constitutie) in. Hiermee was de VS het eerste land in de wereld dat koos voor een democratisch rechtsstatelijk stelsel, hetwelk rustte op de volgende drie, strikt gescheiden, pijlers (de trias politica):

  1. De wetgevende macht
  2. De uitvoerende macht
  3. De rechterlijke macht

Ad 1) De wetgevende macht in de VS wordt gevormd door het Congres.

Dit bestaat uit het Huis van Afgevaardigden (435 leden) en de Senaat (100 leden), vergelijkbaar met de Tweede en Eerste Kamer in ons land. Deze wetgevende macht in de VS is corrupt. Dit werd ik voor het eerst gewaar bij het lezen van een boek  (Zie noot 3) waarin de schrijvers zich afvroegen hoe het kon dat het Amerikaanse beleid  in het Midden-Oosten zó pro Israël was, dat het zich tegen de eigen belangen richtte. Uit hun onderzoek bleek dat joodse lobby-groepen in de VS  Amerikaanse senatoren hiertoe aanzetten, in ruil voor financiële steun. Deze corruptie kreeg een institutioneel karakter in de Amerikaanse politiek nadat deze feitelijk werd gelegitimeerd met de uitspraak van de Supreme Court van 21-01-2010 getiteld 'Citizens United vs Federal ElectionCommission' (Zie noot 4).Het verstrekken van donaties door het bedrijfsleven aan politici zou, volgens de Supreme Court, onder de vrijheid van meningsuiting vallen, zoals bedoeld in het First Amendment van de Constitutie. Deze uitspraak heeft een wassende geldstroom op gang gebracht van het bedrijfsleven richting de politiek, met een vernietigende uitwerking op het democratisch proces en op het leefklimaat in de VS (Zie noot 5). Hiermee werd namelijk de weg geëffend voor 'wetgeving op bestelling'. Een deel van deze wetgeving betreft de deregulering van milieubeschermende maatregelen. Dit leidt tot lagere kosten voor het bedrijfsleven, maar gaat ten koste van de gezondheid en zelfs van het leven van burgers (Zie noot 6). In lijn met Trump's beleid heeft de Environmental Protection Agency (EPA) inmiddels meer dan 100 van zulke wetten teruggedraaid (Zie de noten 7 en 8).  Illustratief is een artikel over de opheffing van het verbod op het gebruik van een bepaalde pesticide (chlorpyrifos)  in de landbouw. (Zie noot 9)

Volgens dit artikel verbiedt de EPA de publicatie van een federaal rapport, waarin staat dat de betreffende pesticide een bedreiging vormt voor ruim 1000 (ten dele met uitsterven bedreigde) diersoorten. Ook wordt erop gewezen dat de producent van deze pesticide gelobbyd heeft voor deze  deregulering en tevens $ 1 miljoen heeft bijgedragen aan Trump's inauguratie comité. (Zie noot 10) De invloed van 'het grote geld' op  het Amerikaanse beleid blijkt ook uit de jongste belastinghervormingen onder Trump. Deze leiden namelijk tot een enorme, éénzijdige, bevoordeling van de rijken. Een senator zei hierover: Dit waren we wel verschuldigd aan onze donoren.

Dat het met deze donaties niet om klein bier gaat blijkt uit de geschatte bijdragen aan de verkiezingen van het Congres en van de President in 2016, namelijk $ 6,5 miljard (Zie noot11).  Deze (gelegitimeerde) corruptie is overigens niet het prerogatief van de Republikeinse Partij, want het bedrijfsleven zet in op beide partijen, zodat het te allen tijde zijn invloed kan realiseren (Zie noot 12). Alleen de fossiele industrie zet bijna al zijn kaarten op de Republikeinse Partij  (Zie noot 13) Daarom wordt deze partij wel de politieke arm van deze industrie genoemd.

Maar er zijn meer aanwijzingen dat de democratie in de VS ondergeschikt is aan het eigen belang van politici. Ik geef er twee.

I) De impeachment van Trump. Het Huis van Afgevaardigden besloot op 18 december 2019 tot de impeachment van Trump. Juridisch gesproken is het bewijs voor Trump's 'impeachable' gedrag, volgens experts, onbetwistbaar. Toch lukte dit alleen omdat de Democratische Partij in dit huis over de meerderheid beschikte. De Senaat bekrachtigt deze impeachment niet.

De Republikeinen hebben in de Senaat namelijk een meerderheid en kopstukken onder de Republikeinse senatoren verklaarden dat zij niet van plan waren om hun standpunt te laten afhangen van hun onafhankelijk oordeel. Hieruit blijkt hun minachting voor de Constitutie, alsook voor de eed die zij hebben afgelegd om tot een onpartijdig oordeel te komen. Voor deze senatoren gaat hun eigen belang en dat van de Republikeinse Partij boven het belang van de democratische rechtsstaat en van de Amerikaanse burger. Mitch McConnel, de meerderheidsleider van de Republikeinen in de Senaat, meldde dat hij de behandeling van de impeachment in de Senaat afstemde met het Witte Huis( Zie noot 14) .Ook dit is in strijd met de beginselen van de rechtsstaat, zoals neergelegd in de Constitutie.

31 januari 2020 is een memorabele dag in de geschiedenis van de VS. Op die dag besloot de Senaat om geen getuigen te horen in het onderzoek tegen Trump. Waarheidsvinding was niet het doel van de Republikeinen. Een volgende fase in de ontmanteling van de Amerikaanse rechtsstaat werd hiermee bekrachtigd.

II) In hun boek 'How Democracies Die' (2018) beschrijven Steven Levitsky en Daniel Ziblatt hoe je kunt herkennen dat een democratie in zijn voortbestaan wordt bedreigd. Met zijn aanvallen op de vrije pers, op de rechtelijke macht, op de instituties van de rechtsstaat en op zijn politieke opponenten is Trump volgens hen een schoolvoorbeeld van een regeringsleider die er op uit is om, ten koste van de democratie, de balans te verschuiven richting een autocratie.

Op systematische wijze ondermijnt Trump dus de democratische rechtsstaat, samen en in vereniging met de Republikeinse Partij.

Ad 2) In de VS ís de president de uitvoerende macht (het Witte Huis). Tevens is hij staatshoofd en opperbevelhebber van het militaire apparaat. Hij verwerft dit ambt via verkiezingen.

De verkiezing van de president in de VS geschiedt niet door de bevolking. De kiezer brengt wel zijn stem uit op één van de twee presidentskandidaten, maar feitelijk komt die stem terecht bij een z.g. elector. Dat is een lid van het Electoral College, dat bestaat uit 538 leden. Dit college kiest vervolgens de president. De electors zijn doorgaans niet gebonden aan de keus van hun kiezers (Zie noot 15. 

Zo kon het gebeuren dat in 2016 bijna 3 miljoen kiezers meer op Hillary Clinton hadden gestemd dan op Donald Trump (zij won dus de popular vote), terwijl die laatste desondanks tot president gekozen werd. Klinkt niet bijster democratisch.

Een ander ondemocratisch trekje bij de presidentsverkiezingen in de VS is gerrymandering.

De VS heeft 435 kiesdistricten, elk met één vertegenwoordiger in het Huis van Afgevaardigden. Per staat worden de grenzen van die districten, eens in de 10 jaar, vastgesteld door de aan de macht zijnde partij. Deze trekt de grenzen zo, dat die partij het maximale aantal kiesdistricten in die staat wint. Deze methode is ondemocratisch, want hierdoor wordt de partij die niet aan de macht is aanzienlijk benadeeld.

Daarnaast tracht met name de Republikeinse Partij de opkomst van arme, doorgaans gekleurde (veelal democratisch stemmende)  kiezers zoveel mogelijk te beperken, door minder en moeilijk bereikbare stemhokjes te plaatsen in bepaalde wijken, door identificatie-eisen te stellen die lastiger te vervullen zijn voor armere mensen, enz. Ook de z.g. 'voter suppression' (door kiezers van de kiezerslijst te verwijderen, bij voorbeeld omdat er enige onduidelijkheid zou bestaan over hun exacte adres) is een serieus probleem in de VS.

Ad 3) De rechterlijke macht bestaat in de VS uit de Supreme Court, 13 U.S. Courts of Appeal en 94 U.S. District Courts. Naast dit federale systeem hebben alle vijftig staten elk hun eigen, lokale, rechtssysteem. In dit systeem worden rechters benoemd op basis van verkiezingen. Sinds de uitspraak 'Citizens United vs Federal Election Commission' behoren de verkiezingen van lokale rechters dus ook tot het speelveld van 'het grote geld'.

Bij vacatures op federaal niveau gaat de president van de VS over de selectie van de rechters. De door hem genomineerde kandidaat-rechters worden ter goedkeuring voorgedragen aan de Senaat. De selectie van federale rechters in de VS is verregaand gepolitiseerd. Om onder Trump in aanmerking te kunnen komen voor een benoeming als federale rechter moet de kandidaat niet alleen zeer conservatief, maar ook, zo meldde Trump, voorstander zijn van diens dereguleringsbeleid.

Trump spreekt over Trumprechters en Obamarechters. In zijn visie oordelen rechters volgens partijpolitieke lijnen. Een populistische droom, een rechtsstatelijke nachtmerrie.

II)  Het door de VS 'uitgevoerde' economische stelsel

Het is inmiddels ruim veertig jaar geleden dat van het kapitalistische stelsel een nieuwe variant werd ingevoerd, te weten het Anglo-Amerikaanse neoliberalisme.

In haar boek 'De Shock Doctrine' (2007) beschrijft Naomi Klein hoe de VS dit neoliberalisme op een aantal plaatsen in de wereld heeft uitgerold. Na een staatsgreep in 1973, waarbij ook Henry Kissinger betrokken was  (Zie noot 16), werd Chili de proeftuin waarin dit Amerikaanse neoliberale project werd gelanceerd. Op dit moment is het uitgesproken onrustig in Chili, omdat de bevolking in opstand komt tegen de maatschappelijke gevolgen van dit economische systeem. Net als in Chili heeft het neoliberalisme ook elders in de wereld geleid tot een groeiende inkomenskloof tussen enerzijds een klein groepje snel rijker wordende rijken en anderzijds de rest van de maatschappij, die zijn inkomen al decennia niet of nauwelijks heeft zien stijgen. (Zie noot 17). De maatschappelijke onvrede, die hiervan het gevolg is, vormt in de westerse wereld een belangrijke voedingsbodem voor het hedendaagse populisme en heeft Trump aan de macht gebracht.

Dit neoliberale beleid kent een krachtige pleitbezorger in het Amerikaanse Ministerie van Financiën. Dit ministerie heeft grote invloed op het beleid van de Wereldbank en het Internationale Monetaire Fonds (IMF). Dit beleid (de 'Washington Consensus') is verwoord in een aantal punten met een neoliberale inslag. Op basis van dit beleid verstrekken de Wereldbank en het IMF financiële hulp aan behoeftige landen, maar onder condities die wel aantrekkelijk zijn voor de westerse banken en multinationals, maar dikwijls fnuikend voor de opbouw van een duurzame economie in het 'geholpen' land. Inmiddels lijkt bij het IMF het besef door te dringen dat dit beleid aanpassing behoeft.

Protectionisme kenmerkt het huidige economische beleid van de VS: 'America First'.

Paul Krugman citeert in dit verband Trump in de New York Times van 5-12-2019: “I am a Tariff Man” en geeft als commentaar: 'Uncharacteristically, he was telling the truth.' Hij vervolgt: 'But why? After all, the results of his trade war have been consistently bad, both economically and politically.' Zijn antwoord is: 'Tariffs let him exercise unconstrained power, rewarding his friends and punishing his enemies.' 

Rest nog de observatie dat het neoliberalisme meer op heeft met fossiele brandstoffen dan met klimaatbescherming. Dat verklaart waarom Trump de VS heeft teruggetrokken uit het Klimaatakkoord van Parijs. Hiermee keert de VS, een mega-consument van energie, de wereld bij de klimaatbescherming de rug toe.

III) Het internationale militaire optreden

De VS vervult ook op militair terrein een leidende rol in de wereld. Er worden hiervoor dan ook de nodige middelen vrijgemaakt. Van de $ 1.822 miljard die in 2018 in de wereld werd besteed aan defensiebudgetten nam de VS $ 649 miljard (36%) voor zijn rekening. Voor 2020 is $ 719 miljard voorzien, oplopend tot $ 747 miljard in 2024 (Zie noot 18).

Het defensiebudget van de VS voor 2018 was groter  dan het totaal van de budgetten van de nummers 2 t/m 8 op de lijst van landen met de hoogste defensiebudgetten in de wereld. Wanneer een land zoveel spendeert aan zijn defensie, dan reikt diens ambitie verder dan het poetsen van het materieel.

Dit wordt weerspiegelt in het aantal oorlogen dat de VS na Wereldoorlog II heeft gevoerd.

Ik belicht er hiervan enkele, die in het teken staan van de 'Global War on Terror'.

Met de val van 'de Muur' in 1989 en van het communisme ontstond er voor de VS een nieuwe situatie. Er was geen vijand meer. Er gingen dan ook stemmen op om minder geld te besteden aan de defensie. Dit druiste echter in tegen de opvattingen van de aan de macht zijnde neoconservatieven, die juist voorstander waren van een versterkte dominante (militaire) rol van de VS in de wereld. Voor hen kwamen de aanvallen van 9/11 2001 dan ook als geroepen. Al eerder hadden zij in een beleidsdocument aangegeven dat zij voor een voortvarende invoering van hun plannen eigenlijk een actie als Pearl Harbor nodig hadden, om zodoende de politiek rijp te maken voor hun, op de militaire hegemonie van de VS gebaseerde, beleid (Zie noot 19). 9/11 werd hun Pearl Harbor. Onmiddellijk werd dan ook de 'Global War on Terror' afgekondigd en binnen één maand viel de VS Afghanistan binnen, ter bestrijding van de Taliban en Al Qaida. Deze Afghaanse oorlog duurt inmiddels ruim 18 jaar. In december 2019 doken er via de Washington Post documenten op, de zogenaamde 'Afghan Papers'. Uit deze documenten bleek dat de opeenvolgende regeringen (Bush, Obama en Trump) en het leger het Amerikaanse volk hadden misleid over de resultaten van deze oorlog. Al jaren was intern bekend dat ze deze oorlog niet konden winnen, maar  de Amerikaanse burger werd, met onjuiste berichtgeving en vervalste statistieken, voorgehouden dat de oorlog succesvol verliep. De tussenbalans laat zien dat Afghanistan in puin ligt, dat de corruptie er epidemische vormen heeft aangenomen en dat er intussen maar één markt is die echt goed van de grond is gekomen en dat is de  handel in opium. De Taliban is inmiddels als een Phoenix uit zijn as herrezen en werd onlangs zelfs door Trump uitgenodigd voor vredesbesprekingen in Camp David. Dat ging niet door, maar illustreert wel het falen van het Amerikaanse beleid. (Zie noot 20)

Al in de jaren negentig hadden de neoconservatieven een oorlog met Irak (regime change) hoog op hun lijstje met prioriteiten staan (Zie noot 21). Omdat voor deze oorlog geen evidente aanleiding bestond werd in 2003 de hele wereld betrokken bij de (verzonnen) rechtvaardigingsgronden. Tijdens een vergadering bij de Verenigde Naties, die over de hele wereld op TV werd uitgezonden, toonden de Amerikaanse machthebbers videobeelden waaruit moest blijken dat Irak over massavernietigingswapens beschikte. Ook zou er bewijs bestaan voor een link tussen Al Qaida en Sadam Hoessein. Dit alles bleek onjuist. Pas vele jaren later werd meer duidelijk over de werkelijke motieven voor deze oorlog. Het bleek dat het de VS ging om de  immense olievoorraden waarover Irak beschikte. De exploitatie van deze velden had Irak vergund aan Frankrijk en Rusland (Zie noot 22), waarbij zij de VS nadrukkelijk uitsloten (Zie noot 23). Dit stond haaks op het streven van de Amerikaanse machthebbers om, met uitsluiting van andere grootmachten, controle te hebben over de olie van het Midden-Oosten. (Zie noot 24) In 2005 verklaarde de Iraakse minister van Financiën Abdel Mahdi terzake: “De hervormingen zijn erg veelbelovend voor Amerikaanse investeerders en Amerikaanse bedrijven, zeker voor oliebedrijven" en elders: “Alle nieuwe contracten voor de reconstructie van Irak gingen naar Amerikaanse bedrijven.” (Zie noot 25)
Voor Irak was deze oorlog een ramp. Het land werd in chaos gestort en de infrastructuur vernietigd. Het is vanuit deze chaos dat ISIS ontstond, met alle gevolgen van dien. Tot op de dag van vandaag is Irak één van de meest gewelddadige landen ter wereld. Weliswaar heeft de VS er een democratisch stelsel geïntroduceerd, maar de regering die dit heeft opgeleverd is dusdanig corrupt, dat de bevolking nog dagelijks de straat op gaat om hiertegen te protesteren. Ook in humanitair opzicht biedt de balans een triest beeld. In 2006 meldde het medische tijdschrift The Lancet een totaal van 655.000 doden, terwijl dat er volgens recentere berichten inmiddels ruim één miljoen zouden zijn.(Zie noot 26)

Ook op de Amerikaanse balans staan negatieve posten. Circa 4500 militairen zijn gesneuveld, terwijl de materiële kosten van deze oorlog aanzienlijk zijn. Joseph Stiglitz schatte dat de 'Irak oorlog' de Amerikaanse belastingbetaler uiteindelijk rond de $ 3.000 miljard zou kosten, mede omdat het Amerikaanse bedrijfsleven op ongekende schaal geprofiteerd heeft van deze oorlog. (Zie de noten 27 en 28)

De bijdrage van de VS aan de bestrijding van ISIS in Syrië eindigde abrupt. Half oktober 2019 kondigde Trump, na overleg met de Turkse premier Erdogan, de terugtrekking aan van  de Amerikaanse troepen uit Syrië. De Syrische en Iraakse Koerden hadden voor de Amerikanen de grondgevechten gevoerd met ISIS en zodoende veel mensen verloren.(Zie noot 29)  Door zijn besluit leverde Trump diezelfde Koerden uit aan Erdogan, die al had aangegeven deze Koerden niet in zijn grensgebied te dulden. Onmiddellijk na het aangekondigde vertrek vielen de Turken Noord-Syrië binnen, waarna de Koerden die in dit gebied woonachtig waren massaal op de vlucht sloegen. Zo werd een gewaardeerd partner van de VS een mes in de rug gestoken, toen dit Trump beter uitkwam. Wel besloot hij tot het detacheren van circa 1000 extra militairen, voor het veilig stellen van de Syrische olievelden voor eigen gebruik. Onnodig te zeggen dat dit laatste in strijd is met internationaal recht.

Tot slot de recente oorlogsdreiging van de VS versus Iran. Volgens de VS behoort dit land tot 'de As van het Kwaad'.

Trump besloot in 2018 om de VS, zonder reële argumenten, uit de atoomdeal met Iran van 2015 (de Joint Comprehensive Plan of Action) terug te trekken. Vermoedelijk omdat deze onder Obama wasafgesloten. Trump wil Iran tot een nieuwe deal dwingen met economische sancties, die met name de burgers zwaar treffen. (Zie noot 30) De  rechtvaardiging van deze sancties is mij onduidelijk, want Iran hield zich aan de afspraken. Vervolgens bedreigt Trump zijn 'bondgenoten' bij de atoomdeal, c.q. hun bedrijfsleven, met sancties als zij zich niet houden aan de Amerikaanse maatregelen. Schoorvoetend participeren sinds kort zes Europese landen in een betalingssysteem (Instex) om laatstbedoelde sancties te vermijden.

In de eerste dagen van 2020 escaleerde de situatie rond Iran. Na een aanval van mogelijk door Iran gesteunde Iraakse milities kwam een Amerikaanse contractor in Irak om het leven. Amerika vergold dit met luchtaanvallen, waarbij 25 mensen omkwamen. Vermoedelijk omdat de gastheer niet onverdeeld gelukkig was met dit eigengereide  Amerikaanse optreden op zijn grondgebied liet de Iraakse veiligheidsdienst oogluikend de bezetting toe van het ambassadeterrein van de VS in Bagdad door milities. Dit gezichtsverlies voor de VS werd door Trump beantwoord met een drone-aanval waarbij hij, op Iraaks grondgebied, de Iraanse generaal Qasam Suleimani buitenrechtelijk liet executeren. Het Iraakse parlement stemde vervolgens voor het vertrek van alle buitenlandse troepen uit hun land, waarop Trump Irak bedreigde met de zwaarste sancties ooit. Dit getuigde niet van veel respect voor de democratische besluitvorming. De reactie van Iran op deze drieste actie van de VS is tot nu toe beperkt gebleven tot een overwegend symbolische raketaanval op een Amerikaanse basis in Irak. Wellicht omdat Trump had gedreigd om, bij vergelding, o.m. culturele erfgoederen van Iran te vernietigen, hetgeen overigens een oorlogsmisdaad is.

Het vermoeden bestaat dat Trump voor deze executie koos om zich te profileren als sterke man. Bij een impeachment kan zoiets zijn vruchten afwerpen. Ook speculeerde hij er ongetwijfeld op dat dit krachtdadige optreden zijn achterban ervan zal overtuigen dat Trump 'hun man' is bij de dit jaar te houden presidentsverkiezing. Door de atoomdeal met Iran op losse schroeven te zetten heeft Trump het risico gecreëerd dat Iran zijn verrijkingsprogramma zou  intensiveren. Aldus geschiedde, zij het nog in beperkte mate. Vervolgens eist Trump van zijn voormalige bondgenoten: “Beschuldig Iran of krijg importheffingen”, aldus de Washington Post. Dit betreft een heffing van 25%  op de invoer van auto's uit Frankrijk, het VK en Duitsland. De afloop van dit conflict is ongewis.

Naast alle oorlogsinspanningen in het Midden-Oosten heeft de VS nu een vredesplan het licht doen zien, namelijk een voorstel tot oplossing van de zogenaamde 'Israëlisch-Palestijnse kwestie'. Het voorstel is asymmetrisch van aard, omdat het wel tegemoet komt aan veel van de Israëlische wensen, die in strijd zijn met het internationale recht, maar in veel mindere mate aan de wensen van het Palestijnse volk. Daarom lijkt dit plan van Jared  Kushner/Donald Trump een doodgeboren kind. De recente presentatie, door Trump en Netanyahu en in afwezigheid van een Palestijnse delegatie, is dan ook vermoedelijk bedoeld als een promotiestunt voor hun herverkiezing in 2020.

Robert Fisk, de bekende Midden-Oosten specialist van de Independent, schreef hierover op 30-01-2020: “When the two old political fraudsters emerged at the White House this week with the most deranged, farcical tragi-comedy in Middle East history, it was difficult to know whether to laugh or cry.”

IV) De betoonde moraliteit

Met zijn optreden in de 'war on terror' heeft de VS aan moreel gezag ingeboet.

'Guantanamo Bay' en 'redition flights' zijn inmiddels begrippen die staan voor rechtsverkrachting en immoraliteit. De president en de Minister van Buitenlandse Zaken (Pompeo) hebben zich bij herhaling voorstander verklaard van het martelen van verdachten, terwijl het hoofd van de CIA op dit terrein niet van smetten vrij is.

Tekenend is ook dat Trump recentelijk in drie gevallen de beslissing nam om personen, die door militaire rechtbanken voor oorlogsmisdrijven vervolgd, c.q. veroordeeld waren, te pardonneren. Hij stelde dat je zo niet kon omgaan met Amerikaanse oorlogshelden.

Over het negeren van het (internationale) recht door de VS schrijft Tim Veldhuis  (Zie noot 31): “Getuige het uitblijven van lidmaatschap van het Internationale Gerechtshof en vele internationale verdragen, weigeren de Verenigde Staten zich te onderwerpen aan de normen en waarden die zij wel van anderen eisen.” Deze dubbele moraal zie je ook op het terrein van de bestrijding van het witwassen van misdaadgeld. Alhoewel de VS een groot aantal landen in de wereld op dit terrein de maat neemt, wordt door Oliver Bullough gedetailleerd uit de doeken gedaan op welke wijze de VS inmiddels de grootste facilitator van het witwassen ter wereld is geworden. (Zie noot 32)

Samenvatting en conclusie
Amerika vertoont trekjes van een bananenrepubliek, met zijn oligarchische corruptie, zijn verlamde politieke stelsel en zijn naar autocratie neigende president. De glans van het Amerikaanse neoliberalisme is ook in Europa verbleekt, o.m. omdat dit stelsel een als onrechtvaardig beleefde  inkomensongelijkheid creëert, die leidt tot maatschappelijke onvrede. Amerika gebruikt zijn militaire hegemonie voor moreel vaak dubieuze oorlogen, die de 'bezochte' landen weinig anders brengen dan groot menselijk leed en een aanzienlijke economische en culturele schade. In moreel opzicht heeft Amerika aan gezag ingeboet door zich niet te houden aan internationaal recht, noch aan de bescherming van internationaal erkende mensenrechten. De heersende tijdgeest in de VS is vervat in het credo: 'America First'. Dit impliceert dat Amerika het belang van zijn buitenlandse relaties beoordeelt in het licht van zijn eigen belang. Hiermee heeft Amerika de Trans-Atlantische relatie feitelijk beëindigd, terwijl deze voor de EU toch al geen basis meer had door de teloorgang van Amerika's (westerse) normen en waarden.

Daarom is voor Nederland het moment aangebroken voor een politieke heroriëntatie.
Alleen onder de paraplu van een slagvaardige EU kunnen de Nederlandse belangen op mondiaal niveau adequaat behartigd worden. Het is dan wel noodzakelijk dat de Lidstaten de EU de hiervoor noodzakelijke bevoegdheden verstrekken.

Leiden, 24 februari 2020,

Rob Tjalkens

NASCHRIFT

Relevante ontwikkelingen in de periode 2020-2023

Bovenstaand stuk, met de titel 'Het Trans-Atlantische tijdperk is ter ziele', werd geschreven ten tijde van het bewind van Trump. Na drie jaar Biden rijst de vraag of diens beleid voor een dusdanige trendbreuk heeft gezorgd, dat de conclusies van dit stuk bijstelling behoeven. Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om enkele relevante geopolitieke ontwikkelingen te belichten.

De meest in het oog springende gebeurtenis hierbij is de Russische inval in Oekraïne. Op 24

 februari 2022 viel het Russische leger Oekraïne binnen, hiermee een oorlog startend die tot op de dag van vandaag voortduurt. Aanleiding voor Rusland om tot deze oorlog te besluiten was de wens van Oekraïne om aansluiting te zoeken bij de EU, waardoor zij niet langer deel zou uitmaken van de Russische invloedssfeer. En dit in een tijd waarin Poetin nu juist gestart was met de uitbreiding van die sfeer. In dit verband kan gedacht worden aan de bezetting van de Krim en de start van de proxyoorlog in de twee zelfverklaarde volksrepublieken Donetsk en Loegansk, beide in 2014. Diverse EU-Lidstaten, waaronder de baltische staten en Polen, zagen in de Russische agressie een bedreiging voor hun eigen veiligheid. Omdat zij lid waren van de NAVO, besloot deze organisatie tot aanscherping van de veiligheidsmaatregelen in de betreffende landen. Zo'n ferm optreden van de NAVO was lang niet voor mogelijk gehouden. Een aantal jaren eerder deed  Trump namelijk, als president van de VS, diverse uitspraken over de NAVO die deden vermoeden dat het voortbestaan van deze organisatie op losse schroeven stond. Dit bracht Macron tot de uitspraak dat de NAVO hersendood kon worden verklaard. De Russische inval in Oekraïne vormde een keerpunt in deze ontwikkeling en leidde zelfs tot een wederopstanding van de NAVO. Het aantal leden werd uitgebreid met Finland en mogelijk binnen afzienbare tijd ook met Zweden, terwijl veel Lidstaten van de EU besloten om hun financiële bijdrage aan de NAVO  substantieel te verhogen.

Tevens slaagden de Lidstaten van de EU erin de rijen te sluiten in hun streven om Oekraïne te steunen tegen de Russische agressor, tezamen met de VS. De rol van de VS bleek hierbij cruciaal, vanwege haar militaire middelen en haar sterke positie met betrekking tot militaire inlichtingen. Besloten werd om Oekraïne alle noodzakelijk geoordeelde militaire middelen te verstrekken, als gevolg waarvan het Westen, tenminste indirect, partij werd bij deze oorlog.

Een andere relevante geopolitieke ontwikkeling vloeide voort uit een machtswisseling in de VS, zij het dat het effect hiervan op het buitenlands beleid van de VS en dus ook op de relatie met Europa, geringer bleek dan werd verwacht.

Van 2016 tot 2020 was Donald Trump president van de VS. Diens houding ten opzichte van Europa was uitgesproken negatief, wat tot uitdrukking kwam is zijn handelspolitiek en met name ook in zijn opvattingen over de verantwoordelijkheid van de VS voor de veiligheid van Europa. Europa zou, naar Trump's oordeel, voor zijn eigen veiligheid niet aan het infuus van de VS moeten hangen.

Een standpunt waar ik niet alleen begrip voor heb, maar wat ik ook deel.

Trump vatte zijn opvattingen inzake het internationale (economische) beleid van de VS op kernachtige wijze samen met het weinig verhullende motto “America First'. Na de presidentsverkiezingen in november 2019 heeft Trump, op 6 januari 2020 en al tegenstribbelend, de macht moeten afstaan aan Joe Biden. Drie jaar na diens aantreden blijkt dat Biden het internationale beleid van Trump verregaand kopieert, door in toenemende mate nationale belangen prioriteit te geven boven internationale vrijhandel. Zijn motto luidt 'Buy America' en ook zijn Inflation Reduction Act van 2022 toont duidelijk aan dat de VS kiest voor een protectionistische koers.

Daarnaast is ook Biden, net als Trump, op ramkoers met China. De VS focust zich zo sterk op het inperken van de macht van China en op de geopolitieke situatie in Zuidoost Azië, dat zij niet veel ruimte ziet om aandacht te schenken aan andere conflictgebieden, met uitzondering dan van Oekraïne. Hiermee doet de VS de facto afstand van haar rol als mondiale politieagent/vredestichter.

Het lijkt een ondoordachte strategie van Biden, want met deze terugtrekking bood de VS aan China de kans om het aldus ontstane diplomatieke vacuüm op te vullen, een mogelijkheid die aan China wel besteed was. Je zou kunnen zeggen dat Biden China hiermee mondiaal op het diplomatieke paard heeft geholpen en dat lijkt haaks te staan op de intenties van de VS.

Het behoeft dus geen verbazing dat China op diverse plaatsen in de wereld zijn diensten aanbiedt als vredestichter bij internationale conflicten, hiermee in de voetsporen tredend van de VS. Zo werd op 6 april j.l. in Peking een overeenkomst getekend tussen Saudi-Arabië en Iran, gericht op het herstel van de betrekkingen tussen beide landen. Ook bracht Xi Jinping een driedaags bezoek aan Poetin (van 19-22 maart 2023), mede met het oog op de mogelijke voorbereiding van vredesbesprekingen c.q. een wapenstilstand inzake de oorlog met Oekraïne. De indruk rijst dat China's strategie erin resulteert dat Rusland in toenemende mate afhankelijk wordt van China, iets wat ook weer strekt tot een versterking van de positie van China op het internationale speelveld.

Een vergelijkbaar proces voltrekt zich aan de landen die onderdeel vormen van de Nieuwe Zijderoute. Zij worden van China afhankelijk gemaakt door middel van de financiële steun die zij van dit land ontvangen. Meerdere van die landen beschikken daarbij over grondstoffen die China goed van pas komen.

Voorts heeft China recentelijk aangeboden te bemiddelen in het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Pikant detail bij deze kwestie is dat de VS in de afgelopen decennia een reeks van bemiddelingspogingen in het werk heeft gesteld die alle hebben gefaald (met als dieptepunt hun laatste poging, het Middle-East Peace Plan, van Jared Kushner en Donald Trump). Dit falen is toe te rekenen aan het feit dat de VS tot nu toe onverbloemd partij heeft gekozen voor Israël, ten detrimente van de belangen van de Palestijnen. Zie noot nr. 3 in het bovenstaande artikel, aangaande het corrumperen van senatoren door joodse lobbygroepen in de VS, w.o. AIPAC.

Behoeven de conclusies van het artikel 'Het Trans-Atlantische tijdperk is ter ziele', gezien in het licht van de ontwikkelingen in de periode 2020-2023, wellicht bijstelling?

Ik ben van oordeel dat dit niet het geval is. Allereerst stel ik vast dat de mondiale invloed van de VS tanende is, ondanks haar militaire suprematie. Deels vanwege de groeiende nationalistische oriëntatie, deels door de opkomst van China en deels ook door de eigen interne zwakte, als gevolg van de maatschappelijke en politieke polarisatie. Het land is tot op het bot verdeeld en mede hierdoor onderhevig aan een maatschappelijke, politieke en morele erosie. Dit heeft een verlammende invloed op de bestuurlijke vitaliteit van de VS, waardoor dit land verwordt tot een reus op lemen voeten. Natuurlijk wordt dit door de buitenwereld gesignaleerd, reden voor onder meer Brazilië, India, Saudi-Arabië en Zuid-Afrika om zich steeds onafhankelijker op te stellen ten opzichte van Amerika. (Zie noot 33)  

Ook de EU zal haar positie moeten aanpassen aan deze nieuwe situatie. Zij zal zelf haar beleid  moeten bepalen, daarbij natuurlijk wel rekening houdend met de belangen van haar bondgenoten. Deze afstemming zal moeten plaatsvinden op basis van gelijkwaardigheid, waarbij de VS dus een minder dominante rol zal vervullen dan tot nu toe het geval was. Rutte zal dan bijvoorbeeld niet meer bij Biden worden ontboden om te horen welke chips ASML wel en welke niet aan China mag leveren. Op economisch gebied is de EU al een mondiale speler, maar op militair terrein zal zij nog een been moeten bijtrekken. Zoveel heeft de oorlog in Oekraïne ons inmiddels wel geleerd. Voor de invulling van deze rol zal de EU een eigen veiligheidsbeleid moeten ontwikkelen, uit te voeren door een nieuw te vormen veiligheids/defensie-organisatie. Deze organisatie zal, namens de EU-Lidstaten, deel moeten uitmaken van de Noord-Atlantische Raad, het dagelijks bestuur van de NAVO. Aldus toegerust kan de EU op mondiaal niveau een volwaardige en dus zelfstandige positie innemen tussen enerzijds de VS en anderzijds China.

Gelet op de gespannen geopolitieke situatie in de wereld en in het bijzonder die in Europa, zal de EU voor de vorming van deze veiligheidsorganisatie niet veel tijd gegeven zijn. En wellicht nog wel minder dan nu gedacht, mochten de Republikeinen, al dan niet met Trump aan het roer, de komende presidentsverkiezingen in 2024 winnen.

Leiden, 27 april 2023,

Rob Tjalkens

Een ontboezeming tot slot.

Lang was ik van mening dat het beeld van legers die elkaar afmaken op het slagveld inmiddels een anachronisme was. Verdun leek me voltooid verleden tijd. Ik meende dan ook dat de tijd gekomen was om te stoppen met het verspillen van grenzeloos grote vermogens aan een dood en verderf zaaiende wapenindustrie. Dit kwaad leek niet langer noodzakelijk.

Niet omdat de mens op eens tot vrede zou zijn geneigd, maar omdat in de 21ste eeuw een cyberoorlog veel effectiever leek om andere landen op de knieën te dwingen dan een kostbare, gewelddadige, fysieke oorlog. Een aanzet in deze richting leek gegeven door Cambridge Analytica, met zijn interventies bij Brexit en de verkiezing van Trump, waarbij de indruk ontstond dat ook Rusland deze weg was ingeslagen.

Deze kosten besparende ontwikkeling kwam, meende ik, als geroepen omdat we in de huidige tijd alle zeilen moeten bijzetten en heel veel geld nodig hebben om de angstaanjagende, mondiale, consequenties van de aanstormende klimaatveranderingen binnen de perken te houden.

Ik heb me echter vergist. Ik maakte namelijk de fout om uit te gaan van de regels der logica, in plaats van te onderkennen dat het niet altijd de rede is die ten grondslag ligt aan het menselijk handelen, maar vaak juist de menselijke natuur. De geschiedenis leert ons, door de eeuwen heen, dat die natuur ook een gevoelloze wreedheid in zich heeft, die met name kan ontkiemen en tot wasdom kan komen in een situatie van ongebreidelde macht. Het is deze 'menselijke' eigenschap, die een werkelijke beschaving van 'de mens' tot een illusie maakt.

Steeds weer staan er mensen op die terug grijpen op de meest moorddadige praktijken, wanneer  het gaat om het verwerven, beschermen of vergroten van hun macht. Aan dit gegeven doen alle  wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, zoals AI en ChatGPT, niets af.

Dit is de les die de Poetins van deze wereld ons steeds weer onder de neus wrijven.


Noten bij het artikel: Het Trans-Atlantische tijdperk is ter ziele, inclusief naschrift

Nr 1.   Illustratief is een artikel in het Leidsch Dagblad van 24-02-2020, waarin melding wordt gemaakt van militaire
      beschermingsacties in de Straat van Hormuz, waarbij de VS onafhankelijk van diverse Lidstaten van de EU
      opereert. De Franse commandant zich beklaagt over de terughoudendheid van de VS met het delen van  
      informatie.

Nr 2.    Punt IV omvat  in feite een specifiek belicht element, onder meer ontleend aan de punten I t/m III.

Nr 3.    De Israël Lobby (2007),  van  John J. Mearsheimer en Stephen M. Walt, twee Amerikaanse joodse professoren.

Nr 4.    Noot RT: Ik kies voor het begrip (ambtelijke) corruptie indien ambtsdragers, in de vervulling van hun ambt, het
       welzijn van de natie schade toebrengen ten faveure van individuele belangen. Zeker wanneer dit gepaard gaat
       met materiële of andersoortige voordelen. Richtinggevend voor mij is hierbij niet de strafrechtelijke, maar de
      '? maatschappelijke verwijtbaarheid van dit handelen.

Nr 5.     Charles Koch investeert miljoenen in de Republikeinse Partij, waarmee hij een zwaar stempel drukt op de koers
        (pro fossiele brandstoffen) van deze partij. Zie in dit verband het boek  'Kochland' (2019) van Christopher
        Leonard

Nr 6.     Zie noot 4.

Nr 7.     The Guardian, 17-01-2020 “Trump has savaged the environment” etc, van Ross Barkan.

Nr 8.     The Guardian, 25-12-2019 “The threat of environmental hazards is also increasing as the Environmental
        Protection Agency (EPA) rolls back regulations on clean water, toxic coal ash, fossil fuels, air pollutants,
        pesticides, smog and vehicle emissions. Such deregulation may benefit big business polluters, including some
        of Donald Trump’s biggest donors, but the public health threat disproportionately affects millions of black,
        poor and Native Americans and Alaskans.”

Nr 9.     Het betreft een artikel in The New York Times van 17-12-2019 getiteld:  'How has this pesticide not been  
        banned'.

Nr 10.    Na aanhoudende protesten besluit de fabrikant, Corteva, de productie van deze pesticide eind 2020 te
        beëindigen.

Nr 11.    Artikel in de Washington Post van 14-04-2017: 'Somebody just put a price tag on the 2016 election. It’s a
        doozy'.

Nr 12.    The Guardian, 20-01-2020: “Middle Class Joe Biden has a corruption problem” etc, van Zephyr Teachout.

Nr 13.    Aldus Paul Krugman in zijn artikel 'Trump and His Party of Pollution', uit de New York Times van 14-11-2019.

Nr 14.    Het Parool van 19-12-2019 meldt: 'Republikein McConnell liet zich er deze week op voorstaan dat hij geen
        onpartijdige rechter is’.

Nr 15.    De New York Times van 30-08-2019 vermeldt in het artikel 'Fix the Electoral College – Or Scrap It'  dat het
         Federal Appeals Court oordeelde dat de elector bij zijn keuze niet gebonden is aan de stem van de kiezer.

Nr 16.    Zie 'The Trial of Henry Kissinger' (2002), van Christopher Hitchens.

Nr 17.    Thomas Piketty heeft hierover zinvolle dingen geschreven in zijn boek 'Kapitaal in de 21ste eeuw' (2013).

Nr 18.    Volgens Trump's budgetvoorstellen is in 2024 van ieder dollar belastinggeld 62 procent bestemd voor militaire
         doeleinden. Aldus The Guardian van 27-03-2019.

Nr 19.    The Project for a New American Century (PNAC), een beleidsplan van een neoconservatieve denktank met
         o.m. John Bolton,  Dick Cheney, Donald Rumsfeld, Richard Perle en Paul Wolfowitz.

Nr 20.    Deze oorlog had eind 2001 al beëindigd kunnen zijn, want de Taliban was toen bereid tot overgave onder
         beperkte voorwaarden. Rumsfeld (Min. van Defensie) weigerde echter om met de Taliban in overleg te treden.

Nr 21.    Challenges for the 21st century, in 2001 gepubliceerd door de Strategic Energy Policy taskforce. Ook werd dit
         idee gepromoot door de neoconservatieve denktanks de Heritage Foundation en het American Enterprise
         Institute.

Nr 22.    Dit was strijdig met de Carter Doctrine van 1980 die luidde: 'that the United States would use military force, if
         necessary, to defend its national interests in the Persian Gulf.'

Nr 23.    De VS was niet populair in Irak. De Golfoorlog (1990-1991) had circa 200.000 doden gekost, terwijl de daarop
         volgende sancties, die de VN onder druk van de VS en het VK oplegde, naar schatting aan 1,7 miljoen Irakese
         burgers (waarvan bijna de helft kinderen) het leven had gekost.  Bron:  Voltairenet.org van 26-04-2015.

Nr 24.    Deze opvattingen waren neergelegd in het neoconservatieve beleidsdocument 'The Defense Policy Guidance
         1992'.

Nr 25.    De Morgen van 28-12-2004 en MO.be, getiteld: '2005 wordt gouden jaar voor Amerikaanse bedrijven in Irak'.

Nr 26.    Zie Voltairenet.org van 26-04-2015.

Nr 27.    Aldus de econoom Joseph Stiglitz, geciteerd in de Volkskrant van 02-09-2010.

Nr 28.    Noot RT: De privatisering van militaire taken was onderdeel van het neoconservatieve beleid van Cheney en
         Rumsfeld, gericht op bevordering van de belangen van het Amerikaanse bedrijfsleven. Beiden hadden hierin
         aanzienlijke belangen. Halliburton, waarvan Cheyney voor zijn politieke benoeming vicepresident was, kreeg
         voor $ 7 miljard aan contracten van de overheid voor de wederopbouw van de olie-industrie in Irak.

Nr 29.    Volgens een artikel van Remco Andersen in de Volkskrant van 10-10-2019 zou het circa 11.000 Koerden
         betreffen.

Nr 30.    Ko Colijn stelt in het NRC van 3-1-2020 dat de economische schade voor Iran inmiddels  $ 200 miljard
         bedraagt.

Nr 31.    Master Thesis van Tim Veldhuis getiteld 'Regime Change in Bagdad' van 2007.

Nr 32.    Moneyland (2019) van Oliver Bullough.

Nr 33.    Luuk van Middelaar, NRC 19  april 2023.
 

 

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) America First China's macht corruptie democratie neoliberalisme protectionisme rechtsstaat Trump https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/5/het-trans-atlantische-tijdperk-is-ter-ziele Mon, 08 May 2023 07:28:27 GMT
CAROLINE VAN DER PLAS, DE SIRENE VAN DE LAGE LANDEN ? https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/4/caroline-van-der-plas-de-sirene-van-de-lage-landen De uitspraak van de Raad van State in 2019 inzake het stikstofbeleid van de regering Rutte III ligt aan de basis van het ontstaan van de stikstofcrisis in Nederland. Als gevolg van de jarenlange onbelemmerde stikstofuitstoot heeft de natuur in de Nederlandse Natura-2000 gebieden dusdanig te lijden, dat een vermindering van die uitstoot een voorwaarde vormt voor nieuwe economische activiteiten, zoals de woningbouw. Deze stikstofcrisis leidde tot heftige politieke disputen, die hun weerslag vonden in de uitslag van de verkiezing voor de Provinciale Staten van 15 maart j.l. Deze uitslag gaf mij aanleiding om te onderzoeken welke de redenen waren, die ten grondslag lagen aan de explosieve opkomst van de BoerBurgerBeweging (BBB). De, verontrustende, bevindingen van deze zoektocht leest U in het navolgende.

In 2021 deed BBB, met één zetel, haar intrede in de Tweede Kamer. De lijsttrekker van deze partij was Caroline van der Plas, die met haar entree in de Kamer een no-nonse geluid introduceerde in de trant van; doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.

Als ware vertegenwoordiger van het volk presenteerde zij zich, wars van opsmuk en dedain. Haar raison d'être in de politiek bestaat uit de behartiging van de belangen van de agrarische sector, hetgeen zij met verve doet.

BBB werd opgericht op 1 november 2019, kort na de eerste boerenprotesten tegen de dreigende halvering van de veestapel, dit naar aanleiding van de stikstofcrisis. Vanwege voornoemde uitspraak van de Raad van State werd Rutte (III) namelijk genoodzaakt om het stikstofbeleid van zijn kabinet drastisch te wijzigen. De Raad van State had immers vastgesteld dat het staande stikstofbeleid van Rutte III en van voorgaande kabinetten volstrekt onvoldoende was voor de noodzakelijk geoordeelde kwaliteit van de natuur in de Natura-2000 gebieden. De voorstellen voor een adequaat stikstofbeleid werden geformuleerd door D66 en waren gericht op een substantiële reductie van de uitstoot van o.m. stikstof, door een halvering van de veestapel. De boeren waren hierbij de eerst geadresseerden, omdat die verantwoordelijk waren voor het leeuwendeel van deze uitstoot.

Het belang van de stikstofreductie is enerzijds gelegen in de verbetering van de kwaliteit van de natuur in de Natura-2000 gebieden en anderzijds in de noodzaak om stikstofruimte te creëren voor onder meer de woningbouw,die vanwege de stikstofcrisis in Nederland verregaand op slot zit.

De oprichting van BBB bleek perfect getimed.

De stikstofreductievoorstellen  leidden tot een richtingenstrijd tussen enerzijds het kabinet en anderzijds de boeren, welke strijd tot op de dag van vandaag voortduurt. Onnodig te zeggen dat de in dit verband gevoerde protestacties van de boeren en de vele discussies over dit onderwerp een zeer ruime aandacht kregen van de voltallige media, met als gevolg dat BBB, als pleitbezorger van de belangen van de boeren, nu al twee jaar lang in het brandpunt staat van de publieke belangstelling.

Daarnaast claimt BBB een nieuw soort politiek te bedrijven omdat zij stelt wél oog te hebben voor de belangen van de boeren en de burger, hiermee een vluchthaven biedend voor een  grote groep Nederlandse burgers die vindt dat de zittende overheid er niet is voor hen. Dit gevoel van onvrede van deze burgers jegens de zittende politiek wordt mede gevoed door de groeiende inkomenskloof, door de Toeslagenaffaire, door de manier waarop de aardbevingsschade in Groningen wordt afgehandeld en door de politieke achterstelling van 'de regio' door 'Den Haag'. Zowel de

media-aandacht, als de hoop die ontevreden burgers vestigen op BBB omdat deze partij hen een andersoortige politiek belooft, heeft er bij de jongste verkiezingen voor de Provinciale Staten in geresulteerd dat BBB een klinkende overwinning heeft behaald. Vanuit het niets werd deze partij in alle provincies de grootste en won hiermee vermoedelijk 17 (van de 75) zetels, een reeks aan gevestigde partijen in verwarring achter zich latend. Ook bij 13 van de 21 waterschappen werd BBB, vanuit het niets, de grootste partij.

Het doel van BBB. 

BBB is eind 2019 opgericht door een agrarisch journaliste (Caroline van der Plas), tezamen met twee directeuren van een agrarisch reclamebureau. De partij stelt zich ten doel om het bestaansrecht van de Nederlandse voedselmakers te verzekeren. Dit impliceert dat BBB zich met name richt op de belangen van de plattelandsbewoners in de agrarische sector en van de visserij, de tuinderij en de jagers. Deze doelgroep omvat circa 53.000 boeren en wordt wel de primaire landbouw genoemd.
De toegevoegde waarde van deze primaire landbouw in Nederland bedroeg in 2019 bijna 11 miljard euro, oftewel 1,4 procent van het bruto binnenlands product.[1]

Gelet op haar doel is het niet verbazingwekkend dat het verkiezingsprogramma van BBB voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 in overwegende mate gewijd was aan maatregelen die strekten tot de bevordering van de belangen van 'de boeren'. De stikstofcrisis bood BBB een uitgelezen kans om zich te profileren, door zich achter de boeren te scharen en daarmee in feite tegen het stikstofbeleid van de regering. Alleen niet heel expliciet, maar meer door hieromtrent mist te creëren inzake de noodzaak van de maatregelen, de gepresenteerde bevindingen en de hierbij gebruikte methoden.

Bij het lezen van hun verkiezingsprogramma viel mij op dat BBB geen enkele aandacht heeft voor een duurzame landbouw in Nederland, waaruit ik afleid dat, wat BBB betreft, alles bij het oude kan blijven. Zo is een krimp van de veestapel voor BBB niet aan de orde (Stemwijzer stelling Gezonde Dieren, punt 1, uit voornoemd verkiezingsprogramma), terwijl  de verplichte uitkoop van de z,g, piekbelasters (zoals voorgesteld door Johan Remkes) uit den boze is (Stemwijzer stelling Boerderij nr 7). Ook over de noodzaak van de beperking van de stikstofuitstoot heeft BBB zo zijn eigen, afwijkende, opvattingen. Punt 28 van de pijler Gezonde Maatschappij van het verkiezingsprogramma meldt onder meer: Het terugbrengen van de snelheid van 130 naar 100 km/u wordt teruggedraaid, terwijl punt 29 meldt: “alle stikstofbijdragen gaan van tafel en er komen geen nieuwe maatregelen. Zolang de agrarische sector onder het, door de EU verplichte, stikstofplafond blijft, is er in principe geen enkele reden om via miljarden kostende stikstofmaatregelen de natuur te herstellen.” Met het behoud van die natuur(gebieden) lijkt BBB sowieso niet veel op te hebben. In dezelfde pijler stelt BBB namelijk in punt 9: “Er komt een herijking van de Natura-2000 gebieden. Teveel aangewezen gebieden, of gebieden die oneigenlijk zijn aangewezen, worden geschrapt.” Je proeft hieruit dat BBB de bescherming van deze gebieden schromelijk overdreven vindt. BBB kiest voor een typisch populistische benadering van dit complexe probleem. Waarom moeite doen voor de kwaliteit van een beschermd gebied  als je het probleem ook kunt oplossen door dit gebied z'n beschermde status te ontnemen. Alsof het hier niet zou gaan om wettelijk vastgelegde internationale verplichtingen, die bovendien een zeer belangrijk doel dienen. Opmerkelijk is ook dat er nergens in de plannen  van BBB een lans gebroken wordt voor het biologisch boeren. Sterker nog, er wordt in het verkiezingsprogramma zelfs met geen woord gewag gemaakt van het bestaan van deze vorm van boeren. Wel staat in dit programma vermeld dat BBB zich terdege bewust is van de grote uitdagingen die op het platteland afkomen, maar die uitdagingen houden alleen verband met de zoektocht naar ruimte (ongetwijfeld voor de woningbouw). Op dit gebied gaat de voorkeur van BBB in principe uit naar hoogbouw in de stedelijke gebieden.

Aan het onderwerp 'Klimaatverandering' maakt BBB in haar verkiezingsprogramma weinig woorden vuil. Opmerkelijk, omdat men zeker ook op het platteland nu al last heeft van de effecten hiervan. Henk Vermeer, voormalig marketingdirecteur van het reclamebureau ReMarkAble BV, is één van de oprichters en tevens campagneleider van BBB. Hij stelde bij Op1 van 20 maart 2023 dat BBB klimaatverandering niet ontkent, maar dat je daarover niet hysterisch moet doen. Waarom zou je je hiervoor inspannen. Als andere landen dat niet doen stijgt het niveau van de Noordzee evengoed. Daarom, zei hij, is BBB voorstander van klimaatadaptatie. Geen enkele vraag of reactie hierop van de gespreksleiders (Jort Kelder en Welmoed Sijtsma), terwijl BBB zich hiermee wel in het kamp schaart van de PVV, FvD, BVNL en Ja21. Al deze partijen staan bekend als extreem rechts. Klimaatadaptatie impliceert namelijk dat je je niet inspant om klimaatverandering tegen te gaan, maar dat je je alleen aanpast aan de effecten hiervan.

Een nieuwe politiek.

Na de eclatante verkiezingswinst van BBB bij de verkiezingen van 15 maart j.l. belandde de partij onverwacht in de situatie dat zij in alle 12 provincies de grootste is geworden en hiermee in al die provincies een politieke factor van belang.                                                                 

Dit maakt de vraag interessant waar BBB te plaatsen is in het Nederlandse politieke spectrum.

Tijdens een interview bij EenVandaag, uitgezonden op 23 maart j.l., verklaarde Caroline van der Plas dat ze een sociaalrechtse politiek voorstaat. Zelf bleek zij niet zo helder op het netvlies te hebben waar BBB precies staat in dit spectrum. Zo meende ze dicht bij het CDA te staan, terwijl uit onderzoek was gebleken dat ze veel dichter bij de SGP stond. In 75% van de gevallen stemde ze mee met voorstellen van deze partij. Op agrarisch onderwerpen stemt ze ook regelmatig mee met partijen als Ja21 en de PVV, terwijl ze bij sociale onderwerpen wel mee stemt met de voorstellen van linkse partijen. Kortom, BBB steunt de boeren en voor het overige neigt ze naar links op sociale thema's en naar rechts tot extreem rechts op thema's als asiel, klimaat en stikstof. Ook  zei ze bij EenVandaag een nieuw soort politiek na te streven. De overheid moet er wat haar betreft zijn voor de burger en niet omgekeerd (theoretisch lijkt me dat geen nieuw idee). Daarnaast wil zij veel ruimte laten voor BBB-politici (vooralsnog op provinciaal niveau) met afwijkende standpunten. De vraag waar BBB voor staat kan dus heel goed per provincie, of zelfs per individu verschillen. Dit concept draagt de kiem in zich van politieke chaos en dus zal deze vorm van nieuwe politiek ongetwijfeld geen lang leven beschoren zijn.

Is BBB een populistische partij?

De prealabele vraag is hier: Wat is populisme eigenlijk. Een 'normale' politicus geeft aan welke plannen hij heeft met het land. De kiezer stemt op die politicus/partij, waarvan de plannen het meest aansluiten bij zijn eigen voorkeuren. Bij een populist werkt dit heel anders. De kern van zijn boodschap is dat hij 'het volk' wil beschermen tegen de heersende, al dan niet corrupte, elite, die geen enkel oog heeft voor de belangen van de gewone man.  Hierbij verstaat hij de kunst om deze kiezers het gevoel te geven dat hij wél hun problemen ziet en dat  hij wél in staat is om deze op te lossen. Het kiezerspotentieel van een populist bestaat dan ook uit die kiezers, die onzeker, ontevreden of ongerust zijn en die een wantrouwen koesteren jegens de zittende macht, c.q. tegen de politiek in het algemeen.
De thema's waarop de populist zich focused betreffen doorgaans onderwerpen die gevoelig liggen in de maatschappij, zoals immigratie, klimaatverandering of de stikstofcrisis. Het betreft doorgaans complexe kwesties waarvoor de populist een uitermate simpele oplossing heeft. Ofwel ontkent of bagatelliseert hij het probleem, of hij stelt dat je er toch niets aan kunt doen,  dan wel komt hij met simpele oplossingen voor complexe problemen (denk aan het klimaat, de immigratie perikelen en de stikstofcrisis).

Mocht de populist echter vervolgens aan de macht komen, dan zal hij veel van het beloofde niet kunnen waarmaken, simpelweg omdat zijn geboden oplossingen buiten de juridische of politieke werkelijkheid staan. Een man als Wilders snapt dit heel goed en weigert daarom bestuursverantwoordelijkheid te aanvaarden.

Wat ook kenmerkend is voor een populist is dat hij niet zoveel op heeft met de parlementaire democratie en zelfs niet met de rechtsstaat. Dat komt omdat een echte populist absolute prioriteit toekent aan de stem van het volk en dus aan zichzelf. Wilders spreekt dan ook van een nepparlement (waar hij al bijna 25 jaar deel van uitmaakt en waarvoor hij goed wordt betaald) en van neprechters. Om de bovengenoemde reden is de populist van mening dat de rechter uiteindelijk ondergeschikt hoort te zijn aan 'het volk' en dus per saldo aan hem, als de vertegenwoordiger van dat volk. Op dit moment streeft Netanyahu in Israël naar zo'n situatie, waarbij hij de rechterlijke macht ondergeschikt wil maken aan de politiek. Dit plan leidt tot dusdanig veel verzet van de bevolking, maar ook van het leger en van de veiligheidsdiensten, dat hij de voorstellen voorlopig heeft geparkeerd. De burgers van Israël vrezen namelijk dat zo'n ontwikkeling leidt tot een dictatuur. En dit om goede redenen. Een echte populist zal namelijk uiteindelijk streven naar een autocratie. Donald Trump is hiervan een sprekend voorbeeld.

In Nederland kennen we een parlementaire democratie. Dit betekent dat de bevolking de politici kiest voor het parlement, de leden van de Eerste (getrapt) en de Tweede kamer (direct). Een van de taken van deze politici is het goedkeuren van wetten. Hiervoor heeft de kiezer zijn mandaat gegeven aan 'zijn' politicus. In de stemwijzer van de pijler Gezonde Maatschappij in het verkiezingsprogramma van BBB staat bij punt 5 de volgende stelling: “Burgers moeten de mogelijkheid krijgen om door het parlement aangenomen wetten tegen te houden via een referendum”, een stelling waarop BBB een bevestigende positie inneemt. Voor een populist een logisch standpunt, voor een democraat een dramatische misvatting. Deze opvatting staat op gespannen voet met de uitgangspunten van onze parlementaire democratie. Je zou zelfs kunnen zeggen dat dit de bijl legt aan de wortel van de parlementaire democratie. Een referendum over een voornemen kan wel, maar niet over een wet die is aangenomen.
Caroline van der Plas steunt de boeren voluit in hun kritiek op het stikstofbeleid en heeft voor dit  gecompliceerde probleem de meest simpele oplossingen. Haar strategie vertoont trekjes van overeenkomst met die van de tabaks- en de fossiele industrie, dwz ontkennen en als iets onmiskenbaar is zoveel mogelijk twijfel zaaien. Voorts betaalden deze industrieën wetenschappers voor het uitbrengen van onderzoek, met de door hen gewenste resultaten. Met deze  resultaten werd vervolgens twijfel gezaaid over de juistheid van de bevindingen van de onafhankelijke wetenschappers.

Deze strategie zie je ook bij BBB/Caroline van der Plas. De stikstofcrisis, zwaar overdreven. Ze zaait twijfel over de noodzaak om de kwaliteit van de Natura-2000 gebieden  te verbeteren en ze streeft zelfs naar  een vermindering van deze gebieden. Voorts worden meetmethodes ter discussie gesteld, evenals de hierbij gehanteerde parameters, zoals de kritische depositiewaardes (de KDW's). Zij grijpt hierbij geregeld terug op onderzoeksresultaten van de stichting Agrifacts, een z.g. onafhankelijk wetenschappelijk onderzoeksbureau, dat feitelijk een lobbyorganisatie is voor de (melk)veehouderij.[2] Daarnaast wordt de oplossing van de stikstofproblemen zoveel mogelijk naar de toekomst verschoven, 2030 is niet heilig en 2035 evenmin. En ja, toekomstige innovaties gaan alle problemen oplossen. Dit roept tenminste de vraag op waarom die innovaties er dan nog niet zijn, gezien het feit dat de problemen al zolang bekend waren. De innovaties die inmiddels wel zijn toegepast  hebben de boeren wel op hoge kosten gejaagd (w.o. emissie-arme stalvloeren), maar die hebben bij lange na niet de in het vooruitzicht gestelde resultaten gebracht. Het is een bekend gegeven dat resultaten, behaald in een laboratorium, substantieel kunnen afwijken van de werking in de praktijk. Dieselgate (vanwege de sjoemelsoftware van Volkswagen) is hiervan een pijnlijk voorbeeld. Voorkomen moet worden dat de boeren met vergelijkbare problemen worden opgezadeld.

Hoe BBB met dit soort lastige kwesties denkt om te gaan legde Henk Vermeer uit in de voornoemde uitzending van Op1. “We leggen elkaar veel te veel vast op doelstellingen en jaartallen. Alles wat je vastlegt in jaartallen, daar ga je nat mee bij de rechter”. Geen verrassend standpunt voor iemand uit de reclamewereld. Die snapt heel goed dat het bij verkiezingen gaat om de beeldvorming, daar is geen plaats voor integer beleid.

Conclusies

1- Inzake het stikstofbeleid
Het stikstofbeleid van BBB is met name afgestemd op de wensen van de agrobusiness, niet op de bescherming van de natuur. Naar een synthese van beide wordt niet gezocht.

Verduurzaming komt dan ook niet voor in het agrarisch woordenboek van BBB. De voorstellen van BBB strekken tot behoud van het bestaande (grootschalige) landbouwbeleid. Dit beleid biedt een uitstekend verdienmodel voor de agrobusiness in Nederland, w.o. de RABO bank,  maar wel met een onredelijke verdeling van de winsten. Waar diverse grote bedrijven uit de agrobusiness in de quote 500 staan, hebben veel boeren moeite om het hoofd boven water te houden. Naast de boeren zijn er nog twee grote verliezers van het huidige landbouwbeleid, namelijk het klimaat en de natuur (en daarmee de Nederlandse burger). Aan dezen wordt, mede vanwege de schaalvergroting en de intensivering van met name de (pluim)veeteelt, grote en deels onherstelbare schade toegebracht.          

Een belangrijke factor bij de afbraak van de natuur is ook de verdringing van de biodiversiteit, die het gevolg is van de gehanteerde landbouwmethoden.

Desalniettemin pleit BBB niet voor een verandering van dit landbouwbeleid (minder vee is absoluut niet noodzakelijk, zie stemwijzer stelling 1 van de pijler Gezonde Dieren) en dient zij in feite dus de belangen van de grootverdieners in de agrobusiness, dit ondanks alle mooie woorden voor de boeren. Dat BBB niet geïnteresseerd is in duurzame landbouw kan ook worden afgeleid uit het feit      

dat zij in haar hele verkiezingsprogramma geen enkel woord wijdt aan de biologische landbouw, noch aan de noodzaak om maatregelen te nemen ter beperking van de klimaatverandering.

Dit wekt de indruk dat BBB meer fungeert als een lobbyclub voor de grote agrobedrijven dan als een verantwoordelijke politieke partij, die het belang van de Nederlandse burger dient. Deze indruk wordt nog eens versterkt door de eerder genoemde uitspraak van één van de oprichters van deze partij; je moet je als partij niet vastleggen op concrete doelstellingen en jaartallen, omdat je hierop kan worden afgerekend door de rechter. Deze uitspraak doet het ergste vermoeden over de integriteit van het beleid van deze partij.

Met de komst van BBB wordt de samenstelling in alle provinciale besturen van Nederland ingrijpend gewijzigd.

Wat door deze verkiezingsuitslag echter niet gewijzigd wordt is de feitelijke situatie met betrekking tot de stikstofuitstoot, de vigerende wetgeving en de kwaliteit van de natuur. In dit verband is het relevant te vermelden dat ook de voor dit dossier verantwoordelijke Eurocommissaris inmiddels aan de Nederlandse regering heeft laten weten dat er geen reden is om de bestaande strenge stikstofeisen te versoepelen. Alle populistische pogingen ten spijt zal de rechter dus korte metten maken alle beleid dat niet strookt met de bestaande wettelijke verplichtingen. Hiermee neemt deze rechter niet plaats op de stoel van de politiek, maar doet hij gewoon waartoe een rechter gehouden is, namelijk rechtspreken op basis van de door de politiek gemaakte wetten. Met het gegeven dat we leven in een rechtsstaat zal ook BBB moeten leven, hoe groot hun verkiezingswinst ook is. Er zijn populistische partijen die moeite hebben om dit gegeven te aanvaarden, maar ik koester de hoop dat dit niet zal gelden voor BBB. In dit verband is het bijzonder om te zien hoe met name de coalitiepartijen VVD en CDA beginnen te draaien op dit dossier. Het zijn juist deze partijen geweest die aan de wieg hebben gestaan van de huidige stikstofcrisis, door met gebruikmaking van ondeugdelijke constructies (de welbekende geitenpaadjes), te verzaken om de vereiste stikstofmaatregelen te nemen. En wederom lijken deze partijen weg te lopen voor hun verantwoordelijkheid, in de hoop de politieke schade, die zij momenteel oplopen als gevolg van de explosief gegroeide populariteit van BBB, alsnog te beperken. Slechts VVD minister Christianne van der Wal lijkt haar rug nog recht te houden, in het besef dat besturen betekent de juiste dingen doen voor het land, in plaats van het naar de mond te praten van ontevreden burgers. VVD en CDA zouden ook een voorbeeld kunnen nemen aan onze Vlaamse zuiderburen, die recentelijk wel een landbouwakkoord hebben weten te sluiten, zonder afbreuk te doen aan het pakket met noodzakelijke maatregelen.

Interessant zal het zijn om te zien hoe in de provincies BBB omgaat met haar nieuw verworven bestuurlijke verantwoordelijkheid. Indien de huidige stikstofstrategie van BBB een bepalende invloed zal krijgen op het provinciaal beleid, dan zal dit er ongetwijfeld bij de rechter toe leiden dat de wal het schip keert.

Een eerste proeve hiervan speelt zich momenteel af bij het bestuur van de Provinciale Staten in Noord-Brabant, waar de BBB-fractie geen steun lijkt te krijgen voor haar poging om het aldaar geaccordeerde stikstofbeleid (mbt de stalvloeren) te wijzigen.

Het volgende punt verdient nog speciale aandacht. Caroline van der Plas claimt nieuwe politiek  te bedrijven. Hoe cynisch kan je zijn. O.m. de diverse kabinetten Rutte hebben, in strijd met de eigen wettelijke stikstofverplichtingen, de hand gelicht met deze verplichtingen met als doel om de boeren uit de wind te houden. Dit heeft geleid tot de recente stikstofcrisis en tot een sterk verslechterde natuur. Vervolgens wordt Rutte III door de Raad van State gedwongen om dit probleem echt aan te pakken en dus worden ingrijpende maatregelen voorgesteld. Wat Caroline van der Plas nu doet is exact hetzelfde als wat Rutte indertijd deed. Ook zij streeft ernaar de wettelijk noodzakelijke maatregelen af te zwakken, met argumenten die discutabel of geheel onjuist zijn. Wat zij hier verkoopt als nieuwe politiek is niets anders dan oude wijn in nieuwe, politieke, zakken.

2-Inzake het klimaatbeleid

In punt 40 van de stemwijzer van de pijler inzake Gezonde Maatschappij van het verkiezingsprogramma van BBB staat dat de regering het nationaal klimaatakkoord moet opzeggen, omdat dit onrealistisch en onbetaalbaar is, terwijl het geen draagvlak bij de burgers zou hebben. 
Er zou een nieuw akkoord moeten komen dat wel realistisch, haalbaar en feitelijk juist is. Dit lijkt een populistische trucje om klimaatmaatregelen op de lange baan te schuiven.

Niet verbazingwekkend, want feitelijk wil BBB helemaal niets weten van een beleid dat gericht is op het beperken van de klimaatverandering. Om met de woorden van Henk Vermeer te spreken, BBB is voor klimaatadaptatie. Dat ligt ook voor de hand wanneer je bedenkt dat zij zich inspant voor volledige handhaving van de (pluim)veeteelt, terwijl deze sector één van de grote uitstoters is van broeikasgassen, zoals stikstof, methaan en lachgas. Dat deze opstelling zich richt tegen de belangen van alle toekomstige Nederlandse generaties, dat mag voor BBB de pret kennelijk niet drukken. Zoals ik hierboven al heb aangegeven plaatst BBB zich hiermee aan de kant van het extreem rechtse spectrum van de Nederlandse politiek.

3-Inzake het asielbeleid

BBB is voorstander van een streng asielbeleid. Maar mogelijk niet veel strenger dan de rechter flank van de VVD.

– Punt 6 van de pijler Gezonde Maatschappij van het verkiezingsprogramma:                             
Oorlogsvluchtelingen en mensen wier leven, of dat van hun gezin, ernstig bedreigd wordt zijn welkom in Nederland, voor de tijd die daarvoor nodig is. Daarna moeten ze terug. Opvang in de regio voor deze groep heeft echter de voorkeur.

– Punt 7: Migranten uit niet-oorlogsgebieden zijn alleen welkom als ze 1) vast werk hebben, 2) over een onderkomen beschikken en 3) goed Nederlands spreken. Noot RT: Praktisch gesproken komt dat dus neer op een verbod.

– Punt 8: Voor gelukszoekers is hier geen plek. Noot RT: Het woord gelukszoekers herken ik met name in het taalgebruik van (extreem) rechtse partijen; het heeft een denigrerende connotatie en doet geen recht aan de begrijpelijke wens van mensen om elders een leefbaar bestaan op te bouwen.

– Daarnaast is arbeidsmigratie alleen mogelijk voor die mensen die we nodig hebben. Noot RT: waar we dus van kunnen profiteren.
– Verder een hek rond Europa, maar pushbacks mogen niet, indien  dit de dood tot gevolg heeft. Noot RT: In andere gevallen kennelijk wel, wat BBB betreft.

– Daarnaast stelt BBB dat het wenselijk is om het Verdrag van Genève van 1951 nog eens tegen het licht te houden, omdat de omstandigheden van toen anders zijn dan de huidige. Zo nodig zou Nederland uit dit verdrag moeten stappen.

4-Inzake het populisme

Op basis van de bevindingen onder het kopje 'Is BBB een populistische partij' kom ik tot de conclusie dat dit inderdaad het geval is. De standpunten van de partij inzake het stikstofbeleid botsen met de wettelijke vereisten, hetgeen BBB voor de keus plaats om hetzij niet deel te nemen aan het provinciale bestuur, dan wel in te binden op haar standpunten. Zo niet, dan zal de rechter ingrijpen. Hiernaast zal blijken dat het huidige landbouwbeleid, dat wel werkt voor de grote agrobedrijven maar niet voor de boeren zelf, niet duurzaam en dus niet houdbaar is.  De vaststelling dat het beleid van BBB strijdt met de belangen van de boeren brengt mij tot de gedachte dat BBB eigenlijke staat voor Beweging van het Boeren Bedrog.
Dientengevolge  plaats ik, zeker bij ongewijzigd beleid, serieuze vraagtekens bij de duurzaamheid van deze partij.

Rob Tjalkens,

Leiden, 10 april 2023

]]>
[email protected] (Rob Tjalkens' foto's) BBB klimaat landbouwbeleid populisme stikstof verkiezingen https://tjalkens.zenfolio.com/blog/2023/4/caroline-van-der-plas-de-sirene-van-de-lage-landen Wed, 19 Apr 2023 14:48:51 GMT